De Commissie Binnenlandse Zaken heeft zich deze dinsdag gebogen over het ontwerp van ordonnantie van Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, ter verbetering van het plaatselijk bestuur. Op het menu: de volledige decumul tussen een plaatselijk uitvoerend mandaat en een parlementair mandaat; de vermindering van het aantal schepenen; de opwaardering van het statuut van de burgemeesters en de schepenen en de opwaardering van het statuut van de gemeenteraadsleden.
Het eerste principe van deugdelijk bestuur, de volledige decumul tussen een lokaal uitvoerend mandaat en een parlementair mandaat, gaat in vanaf 2024. Aldus zullen de lokale mandaathouders zich volledig kunnen wijden aan hun functie. Momenteel geldt deze maatregel voor 10 volksvertegenwoordigers (gewestelijke, communautaire of federale).
En er is meer: de vermindering van het aantal schepenen. De gemeenteraden hebben de komende legislatuur één schepen minder. De gemeenteraad zal echter de mogelijkheid hebben om desgewenst met meer dan één eenheid te verminderen.
Derde principe: de herwaardering van de bezoldiging van de burgemeesters en de schepenen. Het loon van de burgemeester, dat momenteel gekoppeld is aan dat van de gemeentesecretaris, zal niet meer vastgesteld worden volgens dat van zijn gemeentesecretaris. Het wordt voortaan uitgedrukt als een percentage van de parlementaire vergoeding van de leden van het federaal parlement.
Daarentegen zullen de burgemeesters en schepenen, net als in het Vlaamse Gewest, een uittredingsvergoeding kunnen krijgen als hun mandaat niet wordt verlengd of bij ontslag om medische redenen. Langdurige arbeidsongeschiktheid moet in dit geval met een medische verklaring worden aangetoond.
Ten slotte zullen de presentiegelden van de gemeenteraadsleden worden verhoogd en zullen ze variëren tussen 100 en 200 euro bruto om een billijke vergoeding te garanderen voor werkvergaderingen in een gemeenteraad of commissie en voor de voorbereiding ervan.