Derde kwartaal van 2020 : economische bedrijvigheid - binnenlandse werkgelegenheid

Na een historische daling in het tweede kwartaal van 2020 steeg de economische bedrijvigheid in het derde kwartaal met 11,4 %. Jaar-op-jaar blijft de groei met -4,5 % echter negatief.

De binnenlandse werkgelegenheid groeide in het derde kwartaal van 2020 met 0,3 %

Economische groei

In het derde kwartaal van 2020 nam het voor seizoen- en kalenderinvloeden gezuiverde bruto binnenlands product (bbp) naar volume binnen de context van de COVID-19-crisis toe met 11,4 % ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Ondanks die aanzienlijke opleving op kwartaalbasis, is de jaar-op-jaar groei nog steeds fors negatief (-4,5 %). Hierdoor is er van een terugkeer naar het niveau van economische bedrijvigheid van vóór de COVID-19-crisis nog geen sprake.

In vergelijking met het voorgaande kwartaal steeg de toegevoegde waarde met 11,6 % in de industrie, met 18,9 % in de bouwnijverheid en met 10,4 % in de dienstensector. Uitgedrukt als bijdrage tot de bbp-groei komt dat neer op respectievelijk +1,7 procentpunt, +0,9 procentpunt en +7,3 procentpunt. De bedrijfstakken ‘groot- en detailhandel; reparatie van motorvoertuigen en motorfietsen’, ‘vervoer en opslag’ en ‘verschaffen van accommodatie en maaltijden’ binnen de dienstensector leverden met 3,5 procentpunt de grootste positieve bijdrage tot de groei.

Binnenlandse vraag

Alle componenten van de binnenlandse vraag lieten een sterke opleving optekenen, na een ongekende daling in het voorgaande kwartaal. De huishoudens verhoogden hun consumptieve bestedingen met 16,4 %. Zowel de duurzame (+39,0 %) als de niet-duurzame (+14,2 %) consumptie nam toe, net als de uitgaven voor toerisme. Ook de investeringen van de huishoudens in woongebouwen namen fors toe (+15,8 %). De overheidsuitgaven, van hun kant, vertoonden eveneens een sterke stijging. De overheid vermeerderde haar consumptieve bestedingen met 8,3 %, terwijl haar investeringen met 20,7 % stegen. Daarnaast namen de bedrijfsinvesteringen sterk toe (+7,3 %), hoewel het deze component is van de vraag die het sterkste krimpt in vergelijking met de situatie van vóór de gezondheidscrisis.

Handel met het buitenland

Ook de Belgische in- en uitvoerstromen zijn aanzienlijk hersteld van de terugval in het voorgaande kwartaal. Aangezien de invoer (+14,3 %) sterker steeg dan de uitvoer (+13,3 %), leverde de netto- uitvoer van goederen en diensten een negatieve bijdrage tot het bbp-verloop (-0,6 procentpunt).

Werkgelegenheid

In het derde kwartaal van 2020 groeide de binnenlandse werkgelegenheid met 0,3 % tegenover het voorgaande kwartaal. Op jaarbasis bleef ze afnemen met 0,3 %, waardoor ze nog steeds lager uitviel dan vóór de gezondheidscrisis.

Zowel bij de loontrekkenden als de zelfstandigen werd een geringe toename waargenomen. Vergeleken met de zeer volatiele evolutie van de economische activiteit, blijft het verloop van de werkgelegenheid meer stabiel, voornamelijk dankzij de ondersteunende maatregelen die de overheid momenteel neemt.

Ten opzichte van de flash-raming van 29 oktober 2020 zijn de gepubliceerde groeicijfers heel wat nauwkeuriger. De voornaamste administratieve gegevens (met name btw-gegevens, gegevens over de industriële productie, ...) waren in eenzelfde mate beschikbaar, zoals gebruikelijk is met de 60-dagen-raming van een bepaald kwartaal van het bbp. De grootste onzekerheden in deze raming als gevolg van de pandemie situeren zich momenteel langs de kant van de niet- marktproductie en de componenten van de bestedingsoptiek, waar de beschikbare informatie nog vrij beperkt was en waar de traditionele ramingsmodellen niet altijd toepasbaar waren. Hier zijn grotere herzieningen mogelijk in de toekomst en bijgevolg ook in het bbp.

Voor de seizoenzuivering van de reeksen werden de recente richtlijnen van Eurostat gevolgd om de impact van COVID-19 zo nauwkeurig mogelijk te ramen.

Bron: NBB, Perscommuniqué, Perscommuniqué - INR - Kwartaalaggregaten (2020-III)