Een schenking van uw vermogen met gebruik van een gedegen controlestructuur werkt voor de Vlaamse Belastingdienst (“Vlabel”) als een rode lap op een stier. Die indruk wekken drie recent gepubliceerde voorafgaande beslissingen tenminste. Vlabel neemt stellig standpunt in dat schenkingen met een te grote mate van controlebehoud door de schenker fiscaal misbruik uitmaakt. Meer bepaald werden drie dossiers onder de loep genomen waarin de rol van een “maatschap” centraal staat (VB 24058, VB 24070 en VB 24072). Opmerkelijk: een vierde, gelijkaardig, dossier ontspringt de dans (VB 24051).
De afgelopen maanden was de Vlaamse schenkbelasting een veelbesproken onderwerp in de actualiteit. De nieuwe Vlaamse regering heeft de verdachte periode voor niet-geregistreerde schenkingen vanaf 1 januari 2025 verlengd van drie naar vijf jaar en over de toepassingsvoorwaarden inzake het gunstregime voor familiale vennootschappen is, sinds de duidelijke rechtspraak daarover, veel inkt gevloeid. Belangrijk om te onthouden is dat er grosso modo twee wegen bestaan om te schenken zonder schenkbelasting. Een onrechtstreekse schenking – denk bv. aan een bankgift of de zogenaamde “bierroute” – kan belastingvrij mits de schenker de verdachte periode overleeft. Een rechtstreekse schenking – die verleden wordt voor de notaris – kan onder bepaalde voorwaarden aan een 0% tarief indien het gaat om een familiale vennootschap of onderneming. In dat geval geldt er geen verdachte periode en dus geen risico op erfbelasting.
Zowel bij onrechtstreekse schenkingen als bij rechtstreekse schenkingen wordt er in de praktijk regelmatig een controlestructuur opgericht, meestal bedoeld om de overdracht naar de volgende generatie te faciliteren. De Belgische maatschap is hiervoor de vennootschapsvorm bij uitstek. De maatschap is zeer flexibel en uitermate geschikt in het kader van het beheer van de geschonken activa. Onder meer de duur, het mandaat van de zaakvoerder(s) en het stemrecht op de algemene vergadering van de vennoten kunnen vrij ingevuld worden.
In het verleden heeft Vlabel in enkele concrete dossiers geoordeeld dat een schenking met een te grote mate van controlebehoud voor de schenker(s) fiscaal misbruik uitmaakt. Vlabel grijpt hiervoor terug naar de fictiebepaling van artikel 2.7.1.0.3, 3° VCF. Deze bepaling bevat een fictie voor schenkingen van roerende goederen onder opschortende voorwaarde (of termijn) van het overlijden van de schenker(s), waardoor er bij het overlijden van de schenker(s) alsnog erfbelasting verschuldigd is.
Voormelde beoordeling van Vlabel is zeer feitelijk en arbitrair, wat ertoe heeft geleid dat er in de afgelopen tien jaar talloze dossiers werden voorgelegd aan de dienst. Voor de praktijk is het niet evident om een rechtlijnig beleid af te leiden uit al deze concrete beslissingen. Merk op dat de overgrote meerderheid van alle voorgelegde dossiers positief werd bevonden, ook bij schenkingen met maatschappen. Een eerste negatieve beslissing in dat verband dateert uit 2016 (VB 16046). Die beslissing werd later vernietigd door het Hof van Beroep te Gent. Daarna volgden doorheen de jaren slechts drie negatieve voorafgaande beslissingen in deze context.
Het is opmerkelijk dat nu drie nieuwe negatieve voorafgaande beslissingen opduiken (VB 24058, VB 24070 en VB 24072). De beslissingen hebben allemaal betrekking op zeer gelijkaardige feiten: Het vermogen van de aanvragers bestaat uit zowel aandelen van een familiale vennootschap als andere aandelen/activa, die ze willen schenken aan hun kinderen. Voor de aandelen van de familiale vennootschappen zouden zij gebruik maken van het gunstregime, waardoor er geen schenkbelasting verschuldigd is mits naleving van enkele voorwaarden. De aandelen worden tevens ingebracht in een maatschap. De overige aandelen/activa willen de ouders onrechtstreeks schenken, door de techniek van een beding ten behoeve van een derde via de maatschap. Concreet worden de activa ingebracht in de maatschap door de ouders, zonder uitgifte van nieuwe aandelen waardoor het aandeel van de kinderen aangroeit of met uitgifte van aandelen aan de kinderen.
Zoals wel vaker het geval, koppelen de ouders bepaalde lasten en voorwaarden aan de schenkingen. Zo o.m. de last tot uitkering van een jaarlijkse periodieke rente, een facultatief beding van terugkeer, … In sommige schenkingen wordt bovendien uitdrukkelijk een last opgelegd aan de kinderen om de aandelen in te brengen in de maatschap.
Ook wordt een kopie van de statuten van de maatschap bezorgd aan Vlabel. De statuten voorzien onder :
Deze negatieve beslissingen doen de wenkbrauwen fronsen omwille van verschillende redenen:
De nieuwe negatieve beslissingen ogen op het eerste zicht zeer kritisch en streng, maar hun relevantie voor de praktijk moet voldoende genuanceerd worden. Men moet er zich voor behoeden om voorafgaande beslissingen tot wet te verheffen. Ze zijn inherent zeer feitelijk en hebben geen algemene draagwijdte. Daardoor kunnen ze soms een vertekend beeld geven naar de buitenwereld toe.
In de rechtsleer wordt er bovendien vaak meer ruchtbaarheid gegeven aan negatieve voorafgaande beslissingen, maar men mag niet vergeten dat het gros van alle beslissingen terzake positief is. Er werden reeds talloze positieve voorafgaande beslissingen afgeleverd omtrent schenkingen met maatschappen, met een zeer uiteenlopende mate van controlebehoud (in het bijzonder de recente VB 24051). Er is ons evenmin rechtspraak bekend waarin de visie van Vlabel over artikel 2.7.1.0.3, 3° VCF wordt bijgetreden. Bij afwezigheid van rechtspraak dient dan ook in eerste instantie louter rekening te worden gehouden met de duidelijke wettekst.
Vlabel lijkt een nieuw hoofdstuk te schrijven aan haar zelf ontwikkelde case law inzake schenkingen met controlevoorbehoud. Dit hoofdstuk is te vergaand, arbitrair en strookt niet met de bedoeling van de wetgever. Ten onrechte wordt de maatschap geviseerd als een instrument van eigendomsvoorbehoud. Men moet zich er voor behoeden om te veel belang te hechten aan dergelijke voorafgaande beslissingen. Elke aanvraag is zeer contextgebonden en de beslissingen specifiek.