De bankgift is een geliefde techniek om schenkingen te doen aan bv. kinderen of kleinkinderen. Zoals uit dit artikel zal blijken, komt hier meer bij kijken dan louter een overschrijving van geld of effecten naar de rekening van de begiftigde. Wanneer uw (klein)kinderen in het buitenland wonen, is dit bovendien niet altijd eenvoudig. De fiscaliteit is nog steeds een lappendeken in Europa en dat is voor schenkbelasting niet anders. Er bestaat op vandaag geen Europees kader, zodat voor elk concreet geval de regels van het land van de schenker of van de begiftigde en zelfs van het land waar de geschonken goederen zich bevinden, moeten worden gecheckt.
We lichten eerst kort de principes van de bankgift toe. Daarna geven we voor een aantal landen wat tips.
De Belgische principes met betrekking tot de bankgift zijn bekend. In beginsel is de bankgift een vormvrije gift. Het bestaan van een dergelijke gift wordt afgeleid uit een vermogensoverdracht (nl. de bankoverschrijving) alsook andere documenten (brieven, bewijsdocumenten, enz...) waaruit onder meer het begiftigingsoogmerk van de schenker kan worden afgeleid. Een bankgift is mogelijk voor liquiditeiten, maar ook voor andere beleggingen die op rekening worden gehouden (aandelen, obligatie, enz...)
Het opstellen van bewijsdocumenten is ook van belang om te kunnen aantonen wanneer de gift plaatsvond, alsook welke de voorwaarden waren die de schenker wilde opleggen aan de begiftigde (bijvoorbeeld een beding van terugkeer waardoor het geschonkene terugkeert naar de schenker bij het vooroverlijden van de begiftigde). In een internationale context, en om elke discussie daarover uit te sluiten, is een uitdrukkelijke rechtskeuze op te nemen voor het Belgisch recht. Merk ook op dat in de Belgische praktijk een dergelijk beding van terugkeer vaak optioneel wordt bedongen, maar dat dit gevolgen kan hebben in het buitenlands fiscaal recht.
Het procédé is het volgende: de schenker kondigt in principe op voorhand aan dat hij een schenking wil doen, voor welk bedrag en onder welke voorwaarden. Daarna kan de overschrijving worden uitgevoerd, en tot slot worden documenten opgemaakt (een zgn. Pacte adjoint) waaruit blijkt dat de begiftigde de schenking heeft aanvaard en ook akkoord gaat met de door de schenker opgelegde voorwaarden.
Over een dergelijke vormvrije gift is geen schenkbelasting verschuldigd. Indien de schenker binnen de drie jaar (Vlaanderen, Brussel) of vijf jaar (Wallonië) komt te overlijden als inwoner van het Vlaams, Brussels of Waals gewest en voorafgaandelijk niet is overgegaan tot de registratie van de bankgift, is alsnog erfbelasting verschuldigd door de begiftigde op het ontvangen bedrag. De erfbelasting kan in rechte lijn oplopen tot 27% (boven de € 250.000) in Vlaanderen en tot 30% (boven de € 500.000) in Brussel en Wallonië.
Wordt de schenker ziek binnen deze periode, dan kan alsnog spontaan schenkbelasting worden betaald, door de bewijsdocumenten te registreren. In dat geval is 3% schenkbelasting verschuldigd in Vlaanderen en Brussel en 3,3% in Wallonië als het gaat over schenkingen tussen ouders en (klein)kinderen en zal geen erfbelasting verschuldigd zijn in geval van overlijden binnen de 3/5 jaar.
Merk op dat het op heden ook mogelijk is om het hele schenkingsprocédé digitaal te laten verlopen. In beginsel geldt dat sinds mei vorig jaar ook voor de registratieformaliteit. Hiervoor verwijzen wij naar een eerder artikel over deze materie.
Woont uw kind in Luxemburg, dan zijn er geen bijkomende fiscale aandachtspunten. Naar Luxemburgs recht worden uitsluitend registratierechten geheven op het niveau van de schenker. Wanneer een bankgift uitgaat van een Belgische rijksinwoner, en de schenkingsdocumenten niet in Luxemburg worden geregistreerd, is er bijgevolg geen Luxemburgse schenkbelasting verschuldigd.
Ook Nederland heft geen schenkbelasting als een Nederlands inwoner een schenking krijgt. Een aandachtspunt voor een begiftigde die in Nederland woont, houdt verband met de inkomstenbelasting. Zo kent Nederland de zgn. Box 3-belasting, die bestaat uit een heffing op het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen. In Box 3 wordt belasting geheven over een aangenomen, fictief rendement dat u verondersteld wordt te behalen over uw vermogen. Ingevolge het Nederlandse kerstarrest van de Hoge Raad van 24 december 2021, geldt momenteel een tijdelijk (quasi)nulrendement voor spaargelden. Indien u daarentegen een beleggingsportefeuille schenkt, geldt een fictief rendement van 6,17% in 2023.
De peildatum voor deze Box 3-belasting is 1 januari.
Indien u aan uw kind in Nederland schenkt, stijgt diens vermogen en riskeert uw kind dus belast te worden in Box 3, indien het over beleggingen gaat.
Heft Nederland dan nooit belasting indien een niet-inwoner schenkt?
Toch wel, als een in Nederland gelegen onroerend goed wordt geschonken is er overdrachtsbelasting verschuldigd (voorheen 8%, maar het tarief is naar 10,4% gestegen met ingang van 1 januari 2023). Deze overdrachtsbelasting is in bepaalde gevallen ook van toepassing indien aandelen in vastgoedvennootschappen worden geschonken (die in beginsel ten belope van minstens 30% een in Nederland gelegen vastgoed aanhouden). In dat geval kan er overigens sprake zijn van dubbele heffing indien de schenker er in België voor opteert om 3% schenkbelasting te betalen: er zijn ter zake geen regels inzake voorkoming van dubbele heffing voorzien voor deze situatie, noch in België, noch in Nederland.
Ook het Verenigd Koninkrijk heft geen schenkbelasting indien de begunstigde van de bankgift in het Verenigd Koninkrijk woont. Dat geldt zowel voor de schenking van Belgische banktegoeden, beleggingsportefeuilles ed., als voor tegoeden die in de UK worden gehouden. Hetzelfde geldt voor UK onroerend goed dat wordt geschonken.
Wel zijn er een aantal andere aandachtspunten: als een niet-inwoner UK-goederen schenkt en binnen de 7 jaar komt te overlijden, dan worden deze giften alsnog belast met UK-erfbelasting. Giften gedaan in de drie jaar voor het overlijden, zijn onderworpen aan 40% heffing. Oudere giften zijn tegen lagere tarieven belastbaar (nl. 32% in jaar 4, 24% in jaar 5, 16% in jaar 6, en 8% in jaar 7).
Ook de schenking van fondsen om een UK onroerend goed te financieren of om een lening af te lossen van de begiftigde die hij is aangegaan bij de aankoop van een UK onroerend goed, leidt mogelijk tot de heffing van UK-erfbelasting. Dit risico zal zich voordoen indien een link tussen de schenking en het UK onroerend goed zou blijken uit de schenkingsdocumenten (bijvoorbeeld omdat de schenker als last van de gift de verplichting heeft opgenomen voor de begiftigde om de geschonken geldsom te gebruiken om een onroerend goed in de UK aan te kopen of om een openstaande lening op een UK onroerend goed af te lossen).
Tot slot, en dat is volledig anders dan in België, kan het koppelen van allerlei lasten en voorwaarden aan een schenking, er mogelijk toe leiden dat de schenker zich toch een aantal rechten heeft voorbehouden waardoor het geschonken goed de facto geacht zal worden nog deel uit te maken van het vermogen van de schenker. Een voorbeeld is de schenking van een UK-woning waarbij de schenker zich het recht voorbehoudt er te blijven wonen. Ook bij overlijden na de periode van 7 jaar, zal er nog UK-erfbelasting verschuldigd zijn bij overlijden. Eenzelfde risico kan zich ook voordoen bij bankgiften indien er voorwaarden aan gekoppeld worden (bvb. een conventioneel beding van terugkeer met zaakvervanging).
Anders dan in België, Nederland, Luxemburg of UK, heft Frankrijk wel schenkbelasting (genaamd “overgangsrechten ten kosteloze titel”) indien de begiftigde in Frankrijk woont en dit sedert meer dan zes jaar gedurende de laatste tien jaar.
Een bankgift van niet-Franse goederen (bijvoorbeeld een Belgische effectenportefeuille) aan een Franse inwoner zal dus belastbaar zijn in Frankrijk als de gift ter kennis wordt gebracht van de Franse administratie.
In Frankrijk is het mogelijk om te kiezen om een bankgift al dan niet te registreren. De Franse belastingwetgeving bepaalt dat een handgift, waaronder de bankgift valt, niet verplicht moet worden geregistreerd en dus niet belastbaar is zolang deze niet het voorwerp is geweest van een “révélation”: zolang deze niet bekend is gemaakt (vrijwillig of volgens de belastingdienst, ter gelegenheid van een antwoord op de Belastingdienst in het kader van een controle). Het belastbaar feit voor de schenkbelasting wordt in principe gevormd door de datum van de bekendmaking van de handgift.
Indien een bankgift bekend wordt gemaakt in Frankrijk, zal deze belastbaar zijn in de schenkbelasting. Wel gelden een aantal abattementen. Zo geldt tussen ouders en kinderen een vrijgesteld abattement van € 100.000 per schenking en per begiftigde, per periode van vijftien jaar. Het abattement kan worden opgevuld door middel van meerdere schenkingen in deze periode. Voor kleinkinderen geldt een abattement van € 31.865. Bovendien geldt voor bepaalde familiale schenkingen van geldsommen onder voorwaarden een vrijstelling van € 31.865, wanneer deze geregistreerd worden, die gecumuleerd kan worden met voormelde abattementen. Voor het overige lopen de tarieven schenkbelasting op van 5% (onder de € 8.000) tot 45% (boven de € 1.805.677) in rechte lijn en wordt dit berekend rekening houdend met de giften van de afgelopen 15 jaar.
In bepaalde gevallen is het overigens verplicht de Franse administratie in kennis te stellen van een gedane bankgift: zo dienen bij overlijden de eerdere gedane bankgiften te worden vermeld. Ook in Franse schenkingsakten moeten bv. eerder gedane giften (zoals bankgiften) tussen partijen worden opgenomen, met inbegrip van het bedrag, datum van schenking en/of registratie,... dit met het oog op het bepalen van het toepasselijke tarief op de schenking en de 15-jaarstermijn wat de abattementen betreft. Tevens zal er in dat geval sprake zijn van heffing op giften waarover niet eerdere Franse schenkbelasting is betaald.
Indien u de bankgift in België en Frankrijk registreert, wordt u dus mogelijks geconfronteerd met een dubbele belasting. In geval van schenking van niet-Franse goederen staat Frankrijk echter wel de verrekening toe van buitenlandse schenkbelasting zodat dubbele heffing vermeden wordt.
Net als Frankrijk hanteert Duitsland als regel dat een schenking in principe belastbaar is in hoofde van de in Duitsland wonende begiftigde. Ook Duitsland kent een abattement toe. Hier geldt een hernieuwingsperiode van 10 jaar waarbinnen elk kind (per ouder) een belastingvrij abattement van € 400.000 kan genieten. Kleinkinderen genieten van een lager abattement (van € 200.000) indien hun ouder nog leeft. Duitsland hanteert verder een gelijkschakeling tussen schenk- en erfbelasting wat tarieven en verminderingen betreft. Hebben uw kinderen de voorbij 10 jaar reeds genoten van een vrijstelling op € 400.000 in de Duitse schenkbelasting, dan zal men geen aanspraak kunnen maken op dit abattement in de erfbelasting indien de schenker binnen de 10 jaar na de schenking is komen te overlijden. De tarieven in de schenk-en erfbelasting zijn verder progressief, met tarieven van 7% (tot € 75.000) tot 30% (boven € 26 miljoen). Indien de schenker ervoor zou opteren om in België 3% schenkbelasting te betalen, is het mogelijk om dubbele belasting te vermijden op basis van interne Duitse regelgeving.
Zoals u ziet, zijn er toch een aantal belangrijke aandachtspunten bij iets wat zo eenvoudig lijkt als een bankgift. Dit is des te meer het geval indien er grensoverschrijdende elementen zijn. Aarzel niet om ons te contacteren wanneer u geconfronteerd wordt met deze problematiek.
Bron: Tiberghien, januari 2023