De Vlaamse Regering kondigde in haar Regeerakkoord 2019-2024 reeds aan belangrijke belastinghervormingen door te voeren.
Dit voornemen is nu geconcretiseerd in een voorontwerp van decreet dat op 18 september 2020 door de Vlaamse Ministerraad goedgekeurd werd.1 De wijzigingen treden normaal in werking op 1 juli 2021. Ze hebben in essentie betrekking op het volgende:
Een klassiek duolegaat komt neer op – de naam verraadt het al – twee legaten: één legaat aan een familielid, vriend of verwant en één legaat aan een goed doel (bijvoorbeeld een vzw of stichting). Over het eerste worden de doorgaans hoge, progressieve tarieven in de erfbelasting geheven (25% over de eerste schijf tot 35.000 euro, 45% in de schijf van 35.000 euro tot 75.000 euro en 55% over het surplus)2, het tweede wordt thans belast aan een vlak tarief van 8,5%.
De techniek van het duolegaat was dankbaar: ze liet de testator immers toe 1) aan filantropie te doen, 2) naasten, vrienden of kennissen te bevoordelen en 3) de nalatenschap fiscaal te optimaliseren. Het goede doel werd namelijk de last opgelegd om de erfbelasting over het andere legaat te betalen. Aangezien het goede doel aan een lager tarief in de erfbelasting werd belast, kwam dit er concreet op neer dat er netto meer overbleef voor de andere legataris.
De praktijk wees echter uit dat het voordeel voor de eigenlijke begunstigde zo groot en dat van het goede doel zo klein mogelijk werd gehouden, zo stelt minister Diependaele althans vast in zijn nota aan de Vlaamse Regering.3 Mede om die reden wordt de techniek nu een stok in de wielen gestoken.
Het nieuwe art. 2.7.3.2.15 bepaalt immers dat wanneer er legatarissen zijn die van het verlaagd tarief van 0% of 8.5% genieten (de “goede doelen”), de rechten als volgt zullen worden berekend:
Het komt er dus op neer dat het gebruteerde bedrag van de tenlastelegging ook als legaat beschouwd wordt, en als dusdanig zal worden belast.
Het ontwerp van memorie van toelichting geeft als voorbeeld een nalatenschap van 500.000 euro, een legaat aan een neef van 280.000 euro en een legaat aan een goed doel van 220.000 euro, met de last om ook de erfbelasting voor de neef te betalen.4
Het goede doel – dat deze belasting zou moeten dragen volgens het testament – zal dus zeer waarschijnlijk het legaat verwerpen, wat ook de bedoeling van de Vlaamse regering was.
Wie thans nog aan filantropie wil doen, vrienden of kennissen wil bevoordelen en daarmee zijn nalatenschap optimaliseren, blijft evenwel niet in de kou staan.
De afschaffing van het duolegaat en daarmee de fiscaal gunstige bevoordeling van een verwant, kennis of vriend wordt ondervangen met de zogenaamde vriendenerfenis.
Deze houdt in dat een of meerdere vrienden5 een legaat zal kunnen worden vermaakt aan een gunstig tarief van 3% (in plaats van 25%). Let op: de waarde die aan dit gunstige tarief kan worden gelegateerd is ‘in globo’ begrensd op 15.000 euro. Op die manier kan in totaal een besparing tot 3.300 euro worden gerealiseerd, nl. het verschil tussen 25%, het tarief tussen andere personen, op 15.000 euro (= 3.750 euro) en 3% op 15.000 euro (= 450 euro).
Vereist is wel dat in een authentiek testament duidelijk bepaald wordt welke personen om de vermindering mogen vragen (een internationaal of eigenhandig testament volstaat dus blijkbaar niet). Tenzij de testator zelf in een verhouding heeft voorzien, genieten de als zodanig benoemde legatarissen de vermindering pro rata van hun legaat.
Wie als ‘vrienden’ aangeduid werden zal ook in de aangifte van nalatenschap vermeld moeten worden.
Om het eventuele inkomstenverlies in hoofde van goede doelen op te vangen, zullen giften in hun voordeel, zowel schenkingen als legaten, voortaan belast worden tegen het tarief van 0%. Deze tariefverlaging dient de bevolking te stimuleren een goed doel te begiftigen.
Hoewel private stichtingen evenzeer een belangeloos doel (kunnen) behartigen, vallen deze toch uit de boot. Er dient immers over gewaakt te worden geen oneigenlijk gebruik van een private stichting te faciliteren, aldus de minister. Schenkingen en legaten in het voordeel van private stichtingen blijven bijgevolg onderworpen aan het tarief van 5,5%, respectievelijk 8,5%, hetzelfde geldt voor ziekenfondsen, landsbonden van ziekenfondsen en beroepsverenigingen.
Schenkingen van roerende goederen kunnen plaatsvinden bij notariële akte, bij hand- of bankgift. De notariële akte houdende schenking kan ook voor een buitenlandse notaris worden verleden. Dergelijke schenkingen zijn tot op heden niet verplicht registreerbaar. Bij gebreke van registratie is geen schenkbelasting verschuldigd. Op voorwaarde dat de schenker na de schenking in principe nog drie jaar leeft, is er bij zijn overlijden ook geen erfbelasting verschuldigd.
Deze periode van drie jaar wordt nu verlengd tot vier jaar. Overlijdt de schenker dus binnen een periode van vier jaar na de schenking, en werd de akte van schenking voordien niet ter registratie aangeboden, dan zal alsnog erfbelasting verschuldigd zijn over de geschonken goederen (tegen de doorgaans hogere tarieven in de erfbelasting). De verlenging zal allicht meer mensen ertoe aanzetten de schenking voor een Belgische notaris te laten verlijden of de in het buitenland verleden akte of pacte adjoint ter registratie aan te bieden.
Hetzelfde zal, logischerwijze, gelden voor kosteloze beschikkingen via levensverzekering: ook daar zal de uitkering nog belast worden als zij plaatsvond in de laatste vier jaar voor het overlijden, in plaats van drie jaar.
Zoals bekend, zullen vanaf 1 december 2020, naar verwachting, ook schenkingsakten met als voorwerp roerende goederen die voor een buitenlandse notaris worden verleden, verplicht in België geregistreerd moeten worden. De zogenaamde Kaasroute zal mogelijk worden gesloten door een initiatief van het federaal Parlement. Als deze wijziging inderdaad doorgang vindt, zal de verlenging van de driejaarsperiode dan ook voornamelijk schenkingen treffen die bij hand- of bankgift worden voltrokken.
De nieuwe regeling treedt in werking op 1 juli 2021, met dien verstande dat:
1 Voorontwerp van decreet tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, wat betreft de verlenging van de verdachte periode, de tariefverlaging voor non-profitlegaten en non-profitschenkingen, en de invoering van de vriendenerfenis (VR 2020 1809 DOC.1016/2TER), https://beslissingenvlaamseregering.vlaanderen.be/document-view/5F648BE30379AD0008000820 (22 september 2020).
2 Tarieven van toepassing op ‘andere personen’.
3 M. Diependaele, Nota aan de Vlaamse Regering (VR 2020 1809 DOC.1016/1TER), p.5, https://beslissingenvlaamseregering.vlaanderen.be/document-view/5F648BBB0379AD000800081F (22 september 2020).
4 Ontwerp MvT (VR 2020 1809 DOC.1016/3TER), p. 13-14, https://beslissingenvlaamseregering.vlaanderen.be/document-view/5F648C120379AD0008000821 (22 september 2020).
5 Andere personen dan degenen die onderworpen zijn aan het tarief in rechte lijn en tussen partners.
Rik Deblauwe - Scientific Advisor (rik.deblauwe@tiberghien.com)
Alain Van Geel - Partner (alain.vangeel@tiberghien.com)
Laura Goossens - Associate (laura.goossens@tiberghien.com)
Bron: Tiberghien