Tijdens het tweede kwartaal van 2022 daalde het netto financieel vermogen van de particulieren met € 53,3 miljard tot € 1145,1 miljard op 30 juni 2022. Dit is de sterkste daling sinds het eerste kwartaal van 2020, bij het begin van de COVID-19-crisis.
Deze evolutie is het gevolg van zowel de dalende beurskoersen als de oplopende interestvoeten. Beide factoren samen zorgden voor waardeverminderingen in de participaties in beleggingsfondsen (-€ 24,2 miljard). De baisse op de aandelenmarkten veroorzaakte op haar beurt waardeverminderingen in de genoteerde aandelen (-€ 12,7 miljard). De stijgende rentecurve had een daling van de waarde van de verzekeringsproducten (-€ 23,8 miljard) tot gevolg in het tweede kwartaal van 2022. Deze curve is namelijk een belangrijke factor in de waardering van de technische voorzieningen van levensverzekeringen en pensioenrechten. Bovendien zorgde de stijgende rente ook voor een daling in de waarde van de schuldbewijzen (-€ 0,7 miljard).
De investeringen door de particulieren namen toe met € 11,5 miljard in het tweede trimester van 2022, voornamelijk door een toename van de participaties in beleggingsfondsen (+€ 5,5 miljard). De zichtdeposito’s (+€ 4,5 miljard) en de overige deposito’s (+€ 3,6 miljard) vertoonden eveneens een stijging. Deze is deels te verklaren door het invoeren van een maximumbedrag op de gereglementeerde spaarrekeningen bij een grootbank vanaf april 2022. Hierdoor bleven ook de gereglementeerde spaardeposito’s (+€ 0,1 miljard) nagenoeg stabiel. De particulieren verkochten in het tweede trimester van 2022 verzekeringsproducten (-€ 2,7 miljard) en schuldbewijzen (-€ 0,8 miljard).
De nieuwe financiële verplichtingen van de particulieren stegen met € 5,4 miljard tot een uitstaand bedrag van € 332,5 miljard op 30 juni 2022, voornamelijk door een toename van de hypothecaire kredieten (+€ 3,7 miljard) en de kortlopende leningen (+€ 0,9 miljard).
Evolutie schuldgraad
De Procedure bij Macro-economische Onevenwichtigheden hanteert de “geconsolideerde schuldgraad van de private sector” naast andere indicatoren1. Die schuldgraad stemt overeen met de som van de door niet-financiële ondernemingen en particulieren aangegane kredieten en schuldbewijzen, uitgedrukt in procenten van het bbp.
In 2021 daalde de schuldgraad van de private sector in België van 182,1 tot 167,7 % bbp. Dit valt grotendeels te verklaren door de stijging van het bbp in het jaar 2021. Nominaal was er immers een grotere stijging in het bbp danin de schulden van de niet-financiële ondernemingen en van de particulieren. In nominale termen stegen de schulden van de niet-financiële vennootschappen met 0,5 % (van € 531,9 tot € 534,7 miljard) en die van de particulieren met 4,8 % (van € 299,7 tot € 314,2 miljard). Deze laatste is hoofdzakelijk te wijten aan de groei van de hypothecaire leningen. Sinds 2016 ligt de schuldgraad van de particulieren in België hoger dan het gemiddelde van het eurogebied.
Bron: NBB