Er is al heel wat om te doen geweest: de minister van Financiën had al verschillende keren aangekondigd dat er inzake btw een nieuw boetebeleid moest worden uitgewerkt. De bestaande regels waren volgens de minister immers vaak veel te streng: niet alleen waren de boetebedragen heel hoog, er werd ook geen rekening gehouden met de aard van de overtreding. Onder de nieuwe regeling zal, in uitvoering van het federale regeerakkoord, worden uitgegaan van de goede trouw van de ondernemer en niet langer enkel van de kwade trouw. Deze ‘Richtlijnen voor de toepassing van de proportionele en niet-proportionele btw-geldboeten’ (54 p.!) werden recent door de fiscus gepubliceerd. Hierna vindt u een overzicht van dit nieuwe ‘beleid’.
‘The word is out’, de fiscus heeft zijn langverwachte, door de minister aangekondigde, nieuwe beleid inzake de toepassing van de btw-boetes gepubliceerd. Een lijvig document van 54 pagina’s waarin de btw-administratie toelicht hoe ze vanaf nu zal omgaan met het opleggen van de proportionele en niet-proportionele btw-boetes. Eén van de belangrijkste uitgangspunten hiervan is dat volgens het Federaal Regeerakkoord van 9 oktober 2014 bij het opleggen van btw-boetes moet worden uitgegaan van de goede trouw van de betrokken btw-belastingplichtige en niet langer enkel van de kwade trouw. In de Algemene Beleidsnota Financiën van 12 november 2015 pleitte de minister er tevens voor dat bij een eerste inbreuk de boete in principe niet wordt opgelegd als de betrokken btw-belastingplichtige binnen een vooropgezette termijn een spontane rechtzetting doet.
De administratieve btw-boeten (er bestaan ook nog strafrechtelijke sancties) worden traditioneel onderverdeeld in twee soorten, de proportionele boetes en de niet-proportionele boetes. Zoals de naam het al aangeeft worden proportionele boetes vastgesteld als een percentage van de verschuldigde btw (‘dubbel van de belasting’ – 200 %), terwijl de niet-proportionele boetes gevormd worden door een vast bedrag (sinds 1 juli 2012 tussen de 50 en 5.000 euro). Beide soorten boetes worden dan nog eens onderverdeeld in de ‘wettelijke boetes’ en de ‘verminderde boetes’. De verminderde proportionele en niet-proportionele btw-boetes – die worden vastgelegd in ‘schalen’ van twee KB’s – kunnen enkel worden opgelegd als de overtreding niet werd begaan met het doel de btw te ontduiken of de ontduiking ervan mogelijk te maken.
Schema
Administratieve btw-boetes (art. 70-72 W.Btw)
Proportionele boetes
Niet-proportionele boetes
De verplichting tot de betaling van een administratieve btw-boete vindt haar oorsprong in de wet. Ze vloeit voort uit het loutere materiële feit van de overtreding. De taxatie-ambtenaar oefent hierbij een gebonden bevoegdheid uit; de bevoegdheid om de boete al dan niet op te leggen of een administratieve boete te verminderen in functie van de omstandigheden eigen aan elk geval komt dan ook niet toe aan de verbaliserende ambtenaar.
Als algemene regel is het op voorhand niet sanctioneren van een (eerste) inbreuk als dusdanig niet mogelijk. Om die reden wordt een (beperkt) systeem ingevoerd waarbij onder bepaalde voorwaarden volledige kwijtschelding van de opgelopen boetes kan worden verleend. De voorwaarden die hiervoor – cumulatief – moeten worden vervuld, zijn de volgende:
Het is dus belangrijk te noteren dat de ‘automatische kwijtschelding’ nog steeds afhankelijk is van bovenstaande voorwaarden én het indienen van een ‘individueel en gemotiveerd verzoekschrift’!
Deze nieuwe benadering van de ‘pseudo’-automatische kwijtschelding van boetes voor overtredingen die ‘te goeder trouw’ werden begaan, geldt niet voor alle administratieve btw-boetes, maar slechts voor een beperkte, wel omschreven lijst van overtredingen.
Het gaat hier in essentie over de volgende overtredingen:
- facturen die niet voldoen aan één of andere vormvereiste;
- inbreuken vastgesteld naar aanleiding van een controle die geen impact hebben op rooster 71 of 72.
Het nieuwe boetebeleid moet worden toegepast voor alle verzoekschriften die behandeld worden na 1 april 2018, voor boeten die werden opgelegd na 1 januari 2018. Echter, op beslissingen die in het verleden werden genomen en die niet in lijn liggen met de nieuwe richtlijnen, wordt niet meer teruggekomen.
Sven Reynders, Belastingconsulent, Senior Manager SD Worx
Dit artikel is verschenen in “Accountancy en fiscaliteit” terug te vinden in onze vernieuwde databank Taxwin Expert.