Ook al is het misschien een cliché: om relevant en correct advies te kunnen verlenen, is continu bijscholing een conditio sine qua none. Zeker als het gaat om bepaalde regelingen inzake fiscaliteit. De toekenning ervan is immers strikt gebonden aan het naleven van specifieke regels, waarvan de reikwijdte regelmatig wijzigt.
Dat is zeker ook het geval voor de forfaitaire btw-regeling, waarvoor bepaalde belastingplichtigen in aanmerking komen, mits zij voldoen aan een aantal voorwaarden (de vorm van de onderneming, de aard van de handelingen, en de maximumomzet) en ook in regel zijn met een aantal administratieve verplichtingen. Elk jaar publiceert de overheid de specifieke bepalingen op de website, evenals de rekenbladen die voor de specifieke regeling moeten worden gebruikt.
Naast een jaarlijkse raadpleging van de refertedocumenten, is het ook belangrijk om de wijzigingen door te nemen die voortvloeien uit de btw-besluiten en -wetgeving, omdat deze vaak een impact hebben op de begunstigden en op de toekenningsvoorwaarden. De data voor inwerkingtreding van de wijzigingen lopen vaak niet gelijk met de publicatiedata, zonder het nog maar te hebben over de overgangsmaatregelen... wat het allemaal niet eenvoudiger maakt!
Deze 2 recente voorbeelden ter illustratie:
Voor het jaar 2018 werd het aantal begunstigden van deze regeling herzien. De overzichtslijst, die tot dan toe ook volgende beroepen opnam: slagers en spekslagers, bakkers en brood-en banketbakkers, caféhouders, herenkappers, dameskappers, heren- en dameskappers, schoenherstellers, kleinhandelaars in zuivelproducten en melkventers, kleinhandelaars in levensmiddelen, frituurexploitanten, foornijveraars, consumptie-ijsbereiders, kleinhandelaars in diverse textiel- en lederwaren, kleinhandelaars in kranten en tijdschriften en apothekers, voorzag in een aantal beroepen die ondertussen niet meer genieten van de forfaitaire btw-regeling.
Door btw-beslissing nr. E.T. 130.768 dd. 28/11/2016 werd de forfaitaire btw-regeling opgeheven voor volgende beroepen, en dit vanaf 1 januari 2018: kleinhandelaars in wild en gevogelte, kleinhandelaars in vis, visventers, kleinhandelaars in schoeisel, geneesheren met geneesmiddelendepot, drogisten, kleinhandelaars in ijzerwaren en gereedschappen, kleinhandelaars in tabaksproducten en kleinhandelaars in boeken.
Sinds 1 januari 2019 is een tweede substantiële wijziging van kracht wat betreft de toepassingscriteria:
In hoofdstuk 8 van de Wet van 30 juli 2018 houdende diverse bepalingen inzake belasting over de toegevoegde waarde, worden de criteria voor de toepassing van de aanslag beperkt. Belastingplichtigen moeten voldoen aan volgende voorwaarden:
- een fysieke persoon zijn;
- beroepswerkzaamheden uitoefenen die voor ten minste 75 pct. van de omzet bestaan uit handelingen waarvoor geen verplichting bestaat tot uitreiking van een factuur voor de heffing van de belasting over de toegevoegde waarde;
- een jaaromzet hebben die niet meer bedraagt dan 750 000 euro, exclusief belasting over de toegevoegde waarde;
- geen leveringen van goederen en diensten verrichten waarvoor zij gehouden zijn aan de klant het kasticket uit te reiken bedoeld in het koninklijk besluit van 30 december 2009 tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen.
Opgelet: deze bepalingen zijn van toepassing tot 31 december 2019 voor vennootschappen onder firma, gewone commanditaire vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid.