Geharmoniseerde consumptieprijsindex - april 2023 : 3.3%

De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP) bedraagt in april 3,3% ten opzichte van 4,9% in maart en 5,4% in februari.

  • De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) bedraagt in april 8,1% ten opzichte van 8,6% in maart.
  • De inflatie volgens de consumptieprijsindex (CPI) voor de maand april bedroeg 5,6% ten opzichte van 6,7% in maart.
  • Subindices met de grootste positieve impact op de inflatie zijn vlees, zuivelproducten, brood en granen, restaurants en cafés, groenten en kleding.
  • De subindices die deze maand de grootste negatieve impact hebben op de inflatie zijn gas, elektriciteit, huisbrandolie, brandstoffen, audio- en videoapparatuur en telecommunicatie.
  • Eurostat zal op 17 mei de geharmoniseerde consumptieprijsindex van april voor de EU-landen publiceren.

De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP)[1] bedraagt in april 3,3% ten opzichte van 4,9% in maart en 5,4% in februari. De inflatie volgens de geharmoniseerde consumptieprijsindex met constante belastingvoet (HICP-CT)[2] bedraagt in april 1,3% tegenover 5,6% in maart. Het verschil in inflatie tussen de HICP en HICP-CT is grotendeels te wijten aan de tijdelijke verhoging van de accijnzen op elektriciteit en gas. Met deze prijswijzigingen wordt geen rekening gehouden in de HICP-CT.


De kerninflatie, die geen rekening houdt met de prijsevolutie van de energieproducten en de onbewerkte voedingsmiddelen, bedraagt 8,1% in april, tegenover 8,6% in maart en 8,5% in februari. De inflatie zonder energieproducten is gedaald tot 8,4% in april ten opzichte van 9,0% in maart en 8,8% februari.


De inflatie voor voeding bedraagt deze maand 17,1%, tegenover 20,3% vorige maand. Deze inflatie is de afgelopen maanden dus fors toegenomen. In april 2022 was ze nog 5,5%. De inflatie van voornamelijk oliën, vis, zuivelproducten, brood en granen, alsook vlees is de afgelopen maanden sterk gestegen. Zo bedraagt de inflatie voor oliën deze maand 25,4%. In april van vorig jaar was ze nog 12,6%. Voor zuivelproducten is de inflatie nu 26,2% ten opzichte van 6,1% in april 2022. Vis heeft deze maand een inflatie van 14,3%. In april van vorig jaar was ze nog 6,4%. Voor brood en granen is ze deze maand 16,7% ten opzichte van 8,4% in april 2022. De inflatie van vlees bedraagt deze maand 14,0% ten opzichte van 4,6% in april vorig jaar.


De terugval van de inflatie kan toegeschreven worden aan de daling van de prijzen van energie. De bijdrage van energie tot de inflatie is nu negatief en bedraagt -4,0%. Voeding levert een bijdrage van 2,8%.


Elektriciteit is nu 20,4% goedkoper dan een jaar geleden. Aardgas is 61,9% goedkoper op jaarbasis. De prijs van huisbrandolie is met 31,3% gedaald ten opzichte van vorig jaar.


Inflatie en impact op inflatie voor de 12 hoofdgroepen

Op basis van de opsplitsing in de 12 hoofdgroepen wordt de hoogste inflatie in april gemeten voor “voeding en alcoholvrije dranken” (17,1%). De laagste inflatie wordt opgemeten voor de groep “Huisvesting, water en energie” (-16,3%). De hoofdgroep die in maart de grootste positieve impact heeft op de inflatie is “voeding en alcoholvrije dranken” met 2,5 procentpunten. De groep “huisvesting, water en energie” heeft de grootste negatieve impact uitgeoefend met -4,8 procentpunten.

Inflatie[3] en impact[4] op de inflatie voor de globale HICP en de 12 hoofdgroepen

Productgroep
Gewicht (‰)
Inflatie op jaarbasis (%)
Impact op inflatie (%-punt)
HICP
HICP-CT
feb/23
mrt/23
apr/23
apr/23
feb/23
mrt/23
apr/23
0
Totaal bestedingen
1.000,0
5,4
4,9
3,3
1,3



1
Voeding en alcoholvrije dranken
168,6
19,4
20,3
17,1
17,1
2,6
2,8
2,5
2
Alcoholhoudende dranken en tabak
53,5
8,9
8,9
9,3
7,4
0,2
0,2
0,3
3
Kleding en schoeisel
58,8
5,3
6,3
7,7
7,7
0,0
0,1
0,3
4
Huisvesting, water en energie
171,8
-8,1
-9,7
-16,3
-25,4
-3,3
-3,6
-4,8
5
Stoffering en huishoudelijke apparaten
83,6
7,5
7,4
6,6
6,6
0,2
0,2
0,2
6
Gezondheid
77,0
4,9
4,8
4,9
4,9
-0,1
0,0
0,1
7
Vervoer
107,4
5,9
2,5
4,0
1,0
0,1
-0,3
0,1
8
Communicatie
40,0
2,4
1,9
3,0
3,0
-0,1
-0,1
0,0
9
Recreatie en cultuur
82,9
5,2
5,4
4,3
4,3
0,0
0,1
0,1
10
Onderwijs
5,2
1,6
1,6
1,6
1,6
0,0
0,0
0,0
11
Hotels, cafés en restaurants
67,3
8,3
8,6
8,3
8,3
0,3
0,3
0,5
12
Diverse goederen en diensten
84,0
7,0
7,1
6,5
6,5
0,1
0,2
0,3

Inflatie volgens specifieke aggregaten

De globale HICP kan opgesplitst worden in vijf specifieke aggregaten die samen de totale bestedingen vormen.

  • De inflatie voor energieproducten is gedaald ten opzichte van vorige maand. Ze bedraagt in april -27,1% ten opzichte van -19,2% in maart en -14,7% in februari. Ten opzichte van de voorgaande maand daalden de prijzen gemiddeld met 11,3%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraagt 32,3% voor de laatste twaalf maanden.
  • De inflatie van bewerkte levensmiddelen daalt van 17,6% in maart naar 15,2% in april. In februari bedroeg ze 16,9%. Tegenover vorige maand daalden de prijzen met gemiddeld 0,9%. De gemiddelde inflatie bedraagt 12,4% voor de laatste twaalf maanden.
  • De inflatie voor de niet-bewerkte levensmiddelen (fruit, groenten, vlees en vis) bedraagt in april 15,4% ten opzichte van 17,5% in maart en 16,6% in februari. Ten opzichte van maart daalden de prijzen gemiddeld met 1,2%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraag 12,0% voor de laatste twaalf maanden.
  • De inflatie voor niet-energetische industriële goederen bedraagt in april 6,5%, dat is een lichte daling ten opzichte van maart. Ten opzichte van vorige maand daalden de prijzen gemiddeld met 0,2%.
  • Voor diensten (inclusief huur) stijgt de inflatie licht van 5,9% in maart naar 6,0% deze maand. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraagt 4,7% voor de laatste twaalf maanden.

De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) bedraagt in april 8,1%. Dat is een lichte daling ten opzichte van de 8,6% die werd geregistreerd in maart. De gemiddelde kerninflatie van de laatste 12 maanden is gelijk aan 6,6%. Ten opzichte van vorige maand stegen de prijzen van dit subaggregaat met 0,1%.

Inflatie volgens specifieke aggregaten

Specifieke aggregaten
Gewicht (‰)
Inflatie op jaarbasis (%)
12 maandelijks gemiddelde (%)
Maandelijkse wijziging
feb/23
mrt/23
apr/23
apr/23
apr/23
Totaal bestedingen
1.000,0
5,4
4,9
3,3
9,0
-1,2
Energiedragers
107,5
-14,7
-19,2
-27,1
32,3
-11,3
Bewerkte levensmiddelen
178,0
16,9
17,6
15,2
12,4
-0,9
Niet-bewerkte levensmiddelen
44,0
16,6
17,5
15,4
12,0
-1,2
Niet-energetische industriële goederen
271,6
6,7
7,0
6,5
5,4
-0,2
Diensten
398,9
5,9
5,9
6,0
4,7
0,7
HICP zonder energie en onbewerkte levensmiddelen (kerninflatie)
848,5
8,5
8,6
8,1
6,6
0,1

Impact van subindices op de inflatie

De grootste positieve impact op de inflatie wordt gerealiseerd door vlees met een impact van 0,45 procentpunt. Zuivelproducten hebben een positieve impact van 0,43 procentpunt. Brood en granen hebben een positieve impact van 0,42 procentpunt. Restaurants en cafés hebben een positieve impact van 0,40 procentpunt. Groenten hebben een impact van 0,29 procentpunt. Kleding heeft een positieve impact van 0,25 procentpunt.

Subindices met de grootste positieve impact op de inflatie

Subindex
Gewicht (‰)
Impact op inflatie (%-punt)
2023
apr/23
01.1.2
Vlees
40,5
0,45
01.1.4
Zuivelproducten
19,2
0,43
01.1.1
Brood en granen
30,4
0,42
11.1.1
Restaurants en cafés
71
0,4
01.1.7
Groenten
14,5
0,29
03.1.2
Kleding
48,9
0,25

De negatieve impact op de inflatie was het grootst voor aardgas, met een impact van -2,60 procentpunten. Elektriciteit heeft een negatieve impact van -1,06 procentpunt. Huisbrandolie heeft een negatieve impact van -0,67 procentpunt. Brandstoffen hebben een negatieve impact van -0,26 procentpunt. Audio- en videoapparatuur hebben een negatieve impact van -0,06 procentpunt. Ten slotte, heeft de telecommunicatie een negatieve impact van -0,05 procentpunt.

Subindices met de grootste negatieve impact op de inflatie

Subindex
Gewicht (‰)
Impact op inflatie (%-punt)
2023
apr/23
04.5.2
Gas
45,9
-2,6
04.5.1
Elektriciteit
48,9
-1,06
04.5.3
Huisbrandolie
17,3
-0,67
07.2.2
Brandstoffen
33,9
-0,26
09.1.1
Audio- en videoapparatuur
4,2
-0,06
08.3.0
Telecommunicatie
29,4
-0,05

Vergelijking tussen België en de buurlanden

Aangezien de definitieve HICP voor onze buurlanden pas later wordt bekend gemaakt, kan er slechts een vergelijking gemaakt worden op basis van de eerste snelle inflatieraming van de HICP (HICP flash estimate) van april. Deze inflatie bedroeg in april in België 3,3%. Nederland tekende een inflatie op van 5,9% in april. Dat is een stijging ten opzichte van de 4,5% in maart. In Frankrijk bedroeg de inflatie in april 6,9%, een lichte stijging ten opzichte van 6,7% in maart. De eerste snelle inflatieraming van de HICP (HICP flash estimate) van april voor Duitsland was 7,6%, een lichte daling ten opzichte van maart toen de inflatie 7,8% bedroeg.


Aangezien Eurostat de geharmoniseerde consumptieprijsindexcijfers met constante belastingvoet voor april nog niet publiceerde, is maart de recentste maand om mee te kunnen vergelijken. De inflatie op basis van de HICP-CT bedroeg in België in maart 5,6%, wat een daling is ten opzichte van de 6,8% inflatie in februari. In maart bedroeg deze inflatie in Duitsland 8,0%. Dat is een daling ten opzichte van februari toen de inflatie 9,6% bedroeg. In maart is de inflatie in Frankrijk licht gedaald van 7,3% in februari tot 6,7%. In Nederland is de inflatie gedaald tot 4,8% in maart. In februari bedroeg deze inflatie 9,1%.



[1] Naast de nationale consumptieprijsindex (CPI) berekent Statbel ook een Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (Harmonized Index of Consumer Prices, HICP). De HICP maakt een vergelijking tussen het inflatiepeil van de lidstaten van de Europese Unie mogelijk. De toegepaste bestedingsoptiek en methoden zijn daartoe zo goed mogelijk gecoördineerd en in Europese regelgeving vastgelegd. De resultaten van de CPI en de HICP zijn niet gelijk. Dat komt vooral door een andere weging en samenstelling van het pakket goederen en diensten waarop deze indices zijn gebaseerd.

Tevens wordt de HICP gebruikt door de Europese Centrale Bank voor haar monetair beleid. Verder wordt de HICP gebruikt om te bepalen in hoeverre een lidstaat voldoet aan de inflatiecriteria bepaald in het Verdrag betreffende de Europese Unie.

Enkele verschilpunten tussen de HICP en de huidige CPI:

  • De weging van het pakket aan goederen en diensten in de HICP is hoofdzakelijk gebaseerd op de nationale rekeningen. Op de lagere gedetailleerde niveaus wordt gebruikt gemaakt van het huishoudbudgetonderzoek. De CPI gebruikt hoofdzakelijk het huishoudbudgetonderzoek op alle niveaus.
  • De referentiepopulatie van de HICP bestaat uit private huishoudens (incl. toeristen in België) en bewoners in institutionele huishoudens (o.a. rusthuizen en instellingen). Voor de CPI is dit momenteel privé huishoudens met een referentiepersoon onder een maximale leeftijd.
  • In de HICP wordt een binnenlands bestedingsconcept gehanteerd, dit zijn bestedingen gedaan in België door de referentiepopulatie. Voor de CPI wordt een nationaal bestedingsconcept gehanteerd, dit zijn bestedingen gedaan door de referentiepopulatie ongeacht de locatie.
  • Voor de HICP wordt geen seizoenscorrectie toegepast, voor de CPI wordt dit gedaan voor buitenlandse reizen en vakantiedorpen.
  • De solden werden in de CPI geneutraliseerd, in de HICP worden deze in de maand opgenomen.
  • Voor huisbrandolie wordt de huidige prijs gebruikt in de berekening van de HICP. In de berekening van de CPI wordt een gewogen 12-maandelijks gemiddelde gehanteerd.

[2] De HICP-CT wordt op dezelfde wijze berekend als de gewone HICP, in deze index worden de prijzen echter berekend op basis van constante belastingtarieven. Deze index geeft dan ook de theoretisch potentiële impact weer van wijzigingen in de indirecte belastingtarieven (zoals de btw of accijnzen) op de gemeten inflatie. Het betreft hier echter een theoretische impact omdat verondersteld wordt dat de belastingwijzigingen meteen en volledig worden doorgerekend in de prijzen die door consumenten betaald worden.

[3] De inflatie op jaarbasis meet de prijswijziging tussen de huidige maand en dezelfde maand van het voorgaande jaar. Een 12-maandelijks gemiddelde vergelijkt de gemiddelde HICP van de laatste 12 maanden met het gemiddelde van de voorgaande 12 maanden. Een maandelijkse wijziging vergelijkt de prijsniveaus van de laatste twee maanden.

[4] De impact op de inflatie toont de wijziging van de inflatie door het opnemen van de subindex in de HICP. De impact houdt niet alleen rekening met het gewicht van de subindex, maar ook of de inflatie van de subindex hoger of lager is dan deze van het geheel aan bestedingen (globale HICP).

Bron: Statbel

Mots clés

Articles recommandés

Dubai’s toenemende aantrekkelijkheid als crypto-vriendelijke bestemming

De complexe maar reddende taak die de ECB wacht!

Algemene oriëntatie over btw in het digitale tijdperk