Geharmoniseerde consumptieprijsindex - oktober 2022 : inflatie bedraagt 13,1%

  • De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP) bedraagt in oktober 13,1% ten opzichte van 12,1% in september en 10,5% augustus.
  • De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) bedraagt in oktober 6,3% ten opzichte van 5,8% in september.
  • De inflatie volgens de consumptieprijsindex (CPI) voor de maand oktober bedraagt 12,3% ten opzichte van 11,3% in september.
  • De subindices met de grootste positieve impact op de inflatie zijn elektriciteit, gas, huisbrandolie en motorbrandstoffen.
  • De subindices die deze maand de grootste negatieve impact hebben op de inflatie zijn woninghuur, telecommunicatie, restaurants en cafés, kleding, verpleging in ziekenhuis, meubelen en tabak.
  • Eurostat zal op 17 november de geharmoniseerde consumptieprijsindex van oktober voor de EU-landen publiceren.

De inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP)[1] bedroeg in oktober 13,1% ten opzichte van 12,1% in september en 10,5% in augustus. De inflatie volgens de geharmoniseerde consumptieprijsindex met constante belastingvoet (HICP-CT)[2] bedroeg 14,8% in oktober, ten opzichte van 13,2% in september. Het verschil in inflatie tussen de HICP en HICP-CT is grotendeels te wijten aan de tijdelijke btw-verlaging voor elektriciteit en gas. Met deze prijswijzigingen wordt geen rekening gehouden in de HICP-CT.


De kerninflatie, die geen rekening houdt met de prijsevolutie van de energieproducten en de onbewerkte voedingsmiddelen, bedraag 6,3% in oktober, tegenover 5,8% in september en 5,4% in augustus. De inflatie zonder energieproducten stijgt in oktober tot 6,5% tegenover 6,0% in september en 5,5% in augustus.


De inflatie voor voeding bedraagt deze maand 13,2%, tegenover 11,3% vorige maand. Deze inflatie voor voeding is de afgelopen maanden fors toegenomen, in november vorig jaar was ze nog 0,3%. De inflatie van voornamelijk oliën, vis, zuivelproducten, brood en granen en vlees is de afgelopen maanden sterk gestegen. Zo bedraagt de inflatie voor oliën deze maand 25,4%, in november vorig jaar was dit nog 4,2%. Voor zuivelproducten is de inflatie nu 16,7% ten opzichte van 0,8% in november 2021. Vis heeft deze maand een inflatie van 11,1%, in november vorig jaar was dit -1,2%. Voor brood en granen is dit deze maand 14,9% ten opzichte van 1,7% in november 2021. De inflatie van vlees bedraagt deze maand 12,3% ten opzichte van 0,7% in november vorig jaar.


De sterk toegenomen inflatie de afgelopen maanden is voor een groot deel toe te schrijven aan de energieproducten. Energie heeft een bijdrage tot inflatie[3] van 7,2%. Voeding levert een bijdrage van 2,2%.


Elektriciteit is nu 84,7% duurder dan een jaar geleden. Aardgas is 130,6% duurder op jaarbasis. De prijs van huisbrandolie is 62,6% gestegen ten opzichte van vorig jaar.


Inflatie en impact op inflatie voor de 12 hoofdgroepen

Op basis van de opsplitsing in de 12 hoofdgroepen wordt de hoogste inflatie in oktober gemeten voor “huisvesting, water en energie” (42,0%). De laagste inflatie wordt genoteerd voor de groep “communicatie” (0,4%).
De hoofdgroep die in oktober de grootste positieve impact heeft op de inflatie is “huisvesting, water en energie” met 5,9 procentpunt. De groep “gezondheid” heeft de grootste negatieve impact uitgeoefend met -0,9 procentpunt.

Inflatie[4] en impact[5] op de inflatie voor de globale HICP en de 12 hoofdgroepen

Productgroep
Gewicht (‰)
Inflatie op jaarbasis (%)
Impact op inflatie (%-punt)
HICP
HICP-CT
aug/22
sep/22
okt/22
okt/22
aug/22
sep/22
okt/22
0
Totaal bestedingen
1.000,0
10,5
12,1
13,1
14,8



1
Voeding en alcoholvrije dranken
168,6
10,3
11,3
13,2
13,2
-0,1
-0,2
0,0
2
Alcoholhoudende dranken en tabak
53,5
6,6
6,7
6,8
4,3
-0,2
-0,3
-0,4
3
Kleding en schoeisel
58,8
-0,1
3,0
4,3
4,3
-0,6
-0,5
-0,5
4
Huisvesting, water en energie
171,8
31,2
39,3
42,0
51,5
4,2
5,5
5,9
5
Stoffering en huishoudelijke apparaten
83,6
5,5
5,5
5,9
5,9
-0,5
-0,6
-0,7
6
Gezondheid
77,0
2,2
2,4
2,5
2,5
-0,7
-0,8
-0,9
7
Vervoer
107,4
12,6
10,8
11,2
13,6
0,3
-0,2
-0,2
8
Communicatie
40,0
1,6
1,2
0,4
0,4
-0,4
-0,4
-0,5
9
Recreatie en cultuur
82,9
3,4
3,9
4,3
4,3
-0,6
-0,7
-0,8
10
Onderwijs
5,2
1,0
1,0
1,6
1,6
-0,1
-0,1
-0,1
11
Hotels, cafés en restaurants
67,3
5,6
6,4
6,4
6,4
-0,3
-0,4
-0,5
12
Diverse goederen en diensten
84,0
4,4
4,6
4,9
4,9
-0,6
-0,7
-0,8

Inflatie volgens specifieke aggregaten

De globale HICP kan opgesplitst worden in vijf specifieke aggregaten die samen de totale bestedingen vormen.

  • De inflatie voor energieproducten is gestegen ten opzichte van vorige maand. Ze bedraagt in oktober 69,2% ten opzichte van 67,2% in september en 55,3% in augustus. Ten opzichte van de voorgaande maand stegen de prijzen gemiddeld met 14,0%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraagt 61,7% voor de laatste twaalf maanden.
  • De inflatie voor bewerkte levensmiddelen stijgt van 10,5% in september naar 11,6% in oktober. In augustus bedroeg ze 9,6%. Tegenover vorige maand stegen de prijzen met gemiddeld 1,5%. De gemiddelde inflatie bedraagt 6,7% voor de laatste twaalf maanden.
  • De inflatie voor de niet-bewerkte levensmiddelen (fruit, groenten, vlees en vis) bedraagt in oktober 11,8% ten opzichte van 8,9% in september en 8,7% in augustus. Ten opzichte van september stegen de prijzen gemiddeld met 1,9%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraagt 5,2% voor de laatste twaalf maanden.
  • De inflatie voor niet-energetische industriële goederen bedraagt in oktober 5,6%, een stijging ten opzichte van september toen de inflatie voor dit aggregaat 5,1% bedroeg. Ten opzichte van de voorgaande maand stegen de prijzen gemiddeld met 0,9%.
  • Voor diensten (inclusief huur) stijgt de inflatie deze maand licht naar 4,3% ten opzichte van 4,2% in september. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraag 3,4% voor de laatste twaalf maanden.

De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) bedraagt in oktober 6,3, dit is een stijging ten opzichte van de 5,8% in september. De gemiddelde kerninflatie van de laatste 12 maanden is gelijk aan 4,1%. Ten opzichte van vorige maand stegen de prijzen van dit subaggregaat met 0,8%.

Inflatie volgens specifieke aggregaten

Specifieke aggregaten
Gewicht (‰)
Inflatie op jaarbasis (%)
12 maandelijks gemiddelde (%)
Maandelijkse wijziging
aug/22
sep/22
okt/22
okt/22
okt/22
Totaal bestedingen
1.000,0
10,5
12,1
13,1
9,7
2,7
Energiedragers
107,5
55,3
67,2
69,2
61,7
14,0
Bewerkte levensmiddelen
178,0
9,6
10,5
11,6
6,7
1,5
Niet-bewerkte levensmiddelen
44,0
8,7
8,9
11,8
5,2
1,9
Niet-energetische industriële goederen
271,6
4,2
5,1
5,6
3,5
0,9
Diensten
398,9
4,3
4,2
4,3
3,4
0,5
HICP zonder energie en onbewerkte levensmiddelen (kerninflatie)
848,5
5,4
5,8
6,3
4,1
0,8

Impact van subindices op de inflatie

De grootste positieve impact op de inflatie wordt gerealiseerd door elektriciteit met een impact van 2,69 procentpunt. Gas heeft een positieve impact van 2,56 procentpunt. Huisbrandolie heeft een impact van 0,58 procentpunt. Motorbrandstoffen hebben een positieve impact van 0,19 procentpunt.

Subindices met de grootste positieve impact op de inflatie

Subindex
Gewicht (‰)
Impact op inflatie (%-punt)
okt/22
04.5.1
Elektriciteit
38,8
2,69
04.5.2
Gas
24
2,56
04.5.3
Huisbrandolie
11,7
0,58
07.2.2
Motorbrandstoffen
32,1
0,19

De negatieve impact op de inflatie was het grootst voor woninghuur met een impact van -0,70 procentpunt. Telecommunicatie en restaurants en cafés hebben een negatieve impact van respectievelijk -0,47 en -0,44 procentpunt. Kleding heeft een impact van -0,43 procentpunt. Verpleging in het ziekenhuis heeft een negatieve impact van -0,36 procentpunt. Meubelen en tabak hebben tot slot een negatieve impact van respectievelijk -0,25 en -0,21 procentpunt.

Subindices met de grootste negatieve impact op de inflatie

Subindex
Gewicht (‰)
Impact op inflatie (%-punt)
2022
okt/22
04.1
Woninghuur
73,6
-0,7
08.3.0
Telecommunicatie
36,9
-0,47
11.1.1
Restaurants en cafés
58,2
-0,44
03.1.2
Kleding
46,6
-0,43
06.3
Verpleging in ziekenhuis
38,4
-0,36
05.1.1
Meubelen
28,7
-0,25
02.2
Tabak
32,5
-0,21

Vergelijking tussen België en de buurlanden

Aangezien de definitieve HICP voor onze buurlanden pas later wordt bekend gemaakt, kan er slechts een vergelijking gemaakt worden op basis van de eerste snelle inflatieraming van de HICP (HICP flash estimate) van oktober. Deze inflatie bedroeg in oktober in België 13,1%. Nederland tekende een inflatie op van 16,8% in oktober. Dit is een daling ten opzichte van de 17,1% in september. In Frankrijk bedroeg de inflatie in oktober 7,1%, een stijging ten opzichte van 6,2% in september. In oktober bedroeg de inflatie in Duitsland 11,6%, een stijging ten opzichte van 10,9% in september.


Aangezien Eurostat de geharmoniseerde consumptieprijsindexcijfers met constante belastingvoet voor oktober nog niet publiceerde, is september de recentste maand om mee te kunnen vergelijken. De inflatie op basis van de HICP-CT bedroeg in België in september 13,2%, ze steeg daarmee ten opzichte van de 11,5% in augustus. In september bedroeg deze inflatie in Duitsland 11,0%. Dit is een stijging ten opzichte van augustus toen de inflatie 9,5% bedroeg. In Frankrijk bedroeg de inflatie in september 6,7%. Dit is een daling ten opzichte van augustus, toen bedroeg de inflatie op basis van de HICP-CT 7,0%. In Nederland steeg de inflatie in september naar 20,3%, in augustus bedroeg de inflatie 16,6%.



[1] Naast de nationale consumptieprijsindex (CPI) berekent Statbel ook een Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (Harmonized Index of Consumer Prices, HICP). De HICP maakt een vergelijking tussen het inflatiepeil van de lidstaten van de Europese Unie mogelijk. De toegepaste bestedingsoptiek en methoden zijn daartoe zo goed mogelijk gecoördineerd en in Europese regelgeving vastgelegd. De resultaten van de CPI en de HICP zijn niet gelijk. Dat komt vooral door een andere weging en samenstelling van het pakket goederen en diensten waarop deze indices zijn gebaseerd.

Tevens wordt de HICP gebruikt door de Europese Centrale Bank voor haar monetair beleid. Verder wordt de HICP gebruikt om te bepalen in hoeverre een lidstaat voldoet aan de inflatiecriteria bepaald in het Verdrag betreffende de Europese Unie.

Enkele verschilpunten tussen de HICP en de huidige CPI:

  • De weging van het pakket aan goederen en diensten in de HICP is hoofdzakelijk gebaseerd op de nationale rekeningen. Op de lagere gedetailleerde niveaus wordt gebruikt gemaakt van het huishoudbudgetonderzoek. De CPI gebruikt hoofdzakelijk het huishoudbudgetonderzoek op alle niveaus.
  • De referentiepopulatie van de HICP bestaat uit private huishoudens (incl. toeristen in België) en bewoners in institutionele huishoudens (o.a. rusthuizen en instellingen). Voor de CPI is dit momenteel privé huishoudens met een referentiepersoon onder een maximale leeftijd.
  • In de HICP wordt een binnenlands bestedingsconcept gehanteerd, dit zijn bestedingen gedaan in België door de referentiepopulatie. Voor de CPI wordt een nationaal bestedingsconcept gehanteerd, dit zijn bestedingen gedaan door de referentiepopulatie ongeacht de locatie.
  • Voor de HICP wordt geen seizoenscorrectie toegepast, voor de CPI wordt dit gedaan voor buitenlandse reizen en vakantiedorpen.
  • De solden werden in de CPI geneutraliseerd, in de HICP worden deze in de maand opgenomen.
  • Voor huisbrandolie wordt de huidige prijs gebruikt in de berekening van de HICP. In de berekening van de CPI wordt een gewogen 12-maandelijks gemiddelde gehanteerd.

[2] De HICP-CT wordt op dezelfde wijze berekend als de gewone HICP, in deze index worden de prijzen echter berekend op basis van constante belastingtarieven. Deze index geeft dan ook de theoretisch potentiële impact weer van wijzigingen in de indirecte belastingtarieven (zoals de btw of accijnzen) op de gemeten inflatie. Het betreft hier echter een theoretische impact omdat verondersteld wordt dat de belastingwijzigingen meteen en volledig worden doorgerekend in de prijzen die door consumenten betaald worden.

[3] De bijdrage tot inflatie van een bepaalde productgroep geeft weer hoeveel van de verandering van de totale bestedingen te wijten is aan de prijsverandering van deze productgroep.

[4] De inflatie op jaarbasis meet de prijswijziging tussen de huidige maand en dezelfde maand van het voorgaande jaar. Een 12-maandelijks gemiddelde vergelijkt de gemiddelde HICP van de laatste 12 maanden met het gemiddelde van de voorgaande 12 maanden. Een maandelijkse wijziging vergelijkt de prijsniveaus van de laatste twee maanden.

[5] De impact op de inflatie toont de wijziging van de inflatie door het opnemen van de subindex in de HICP. De impact houdt niet alleen rekening met het gewicht van de subindex, maar ook of de inflatie van de subindex hoger of lager is dan deze van het geheel aan bestedingen (globale HICP).

Mots clés

Articles recommandés

Rapport over "Belgisch federalisme in cijfers" : analyse van de openbare tewerkstelling

Welke feestdagen staan voor de deur van 2025?

Toenemende stress: het belang van geestelijk welzijn