Op 4 oktober 2024 nam de Europese Unie een historische beslissing door invoerrechten van maximaal 45% op elektrische auto’s uit China goed te keuren. Deze maatregel, die voortkomt uit een onderzoek waaruit bleek dat Chinese autofabrikanten aanzienlijke subsidies van hun regering ontvangen, is bedoeld om oneerlijke concurrentie tegen te gaan.
Hoewel deze beslissing door een meerderheid van de Europese landen werd gesteund, benadrukt ze ook de diepe verdeeldheid binnen de Unie en vreest men voor een escalatie van de handelsgeschillen met China.
De maatregel houdt in dat er aanvullende invoerrechten van maximaal 45% worden opgelegd op elektrische voertuigen die in China zijn geproduceerd. Uit het onderzoek van de Europese Commissie bleek dat Chinese autofabrikanten aanzienlijke staatssteun krijgen, waardoor zij hun voertuigen tegen zeer concurrerende prijzen op de Europese markt kunnen verkopen, wat een bedreiging vormt voor de lokale auto-industrie. Het doel van deze heffing is om de eerlijkheid op de Europese markt te herstellen, waar lokale fabrikanten moeite hebben om te concurreren tegen gesubsidieerde prijzen.
De invoerrechten, die bovenop de reeds bestaande 10% komen, worden variabel toegepast afhankelijk van de mate van samenwerking van de Chinese fabrikanten tijdens het onderzoek. Zo zal SAIC Motor getroffen worden door een belasting van 35,3%, Geely door 18,8%, BYD door 17%, en Tesla (die sommige van haar modellen in China produceert) door 7%. Andere fabrikanten krijgen een tarief van 20,7% opgelegd.
De nieuwe invoerrechten worden van kracht eind oktober 2024, waardoor Chinese autofabrikanten weinig tijd hebben om hun strategie aan te passen. Deze maatregel is bedoeld om de invoer van Chinese voertuigen te beperken en tegelijk de productie in Europa te stimuleren. Het doel van de Commissie is duidelijk: de 14 miljoen banen in de Europese auto-industrie beschermen.
De stemming onder de lidstaten van de Europese Unie toonde aan dat er aanzienlijke verdeeldheid is:
Het Duitse verzet is te verklaren door verschillende factoren:
De belasting is specifiek gericht op elektrische voertuigen die uit China worden geïmporteerd. Hier zijn enkele van de getroffen fabrikanten en modellen:
Deze heffingen zullen ook van invloed zijn op Europese modellen die in China worden geproduceerd, zoals de BMW iX3 en sommige versies van de Mini.
Peking heeft reeds heftig gereageerd op deze beslissing en deze bestempeld als protectionistisch en in strijd met de internationale handelsregels. Vergeldingsmaatregelen zijn te verwachten, waarbij verschillende Europese sectoren de gevolgen zullen ondervinden:
België onthield zich tijdens de stemming, een weerspiegeling van zijn voorzichtige aanpak in deze complexe situatie. België bevindt zich in een delicate positie, onder meer met de Volvo-fabriek (eigendom van Geely) in Gent en de Audi-fabriek in Brussel, die op zoek is naar een nieuwe eigenaar. Bovendien deden geruchten de ronde dat de Chinese autofabrikant Nio mogelijk geïnteresseerd was in de overname van de Audi-fabriek in Brussel, hoewel deze later werden ontkend.
De Belgische onthouding lijkt dan ook een strategische keuze te zijn, die België enige speelruimte geeft om de ontwikkelingen af te wachten voordat het duidelijk een kant kiest.
De beslissing van de Europese Unie om invoerrechten tot 45% op Chinese elektrische auto’s op te leggen, markeert een keerpunt in de handelsrelaties tussen Europa en China. Hoewel deze maatregel bedoeld is om de Europese auto-industrie te beschermen, legt het ook de breuken binnen de EU bloot en opent het de deur naar een mogelijke escalatie van handelsgeschillen met Peking.
De komende maanden zullen cruciaal zijn om het effect van deze maatregel op de auto-industrie te evalueren en de bredere economische gevolgen in te schatten. Wat duidelijk is, is dat we een periode van verhoogde spanningen en mogelijke vergeldingsmaatregelen tegemoet gaan, wat de Europese economie in verschillende sectoren kan beïnvloeden.