Het einde van de bezwaarfase ...

Fiscale procedure: het einde van de bezwaarfase: directoriale beslissing en rechtbank ...


De termijn waarbinnen de fiscus een beslissing moet nemen


In beginsel is de fiscus niet gebonden aan enige termijn om een directoriale beslissing te nemen over het bezwaarschrift. De belastingplichtige heeft wel het recht om ten vroegste 6 maanden vanaf de ontvangst door de fiscus van het bezwaarschrift een rechtsvordering in te stellen voor de rechtbank. Wanneer de aanslag van ambtswege is gevestigd door de fiscus, wordt deze termijn met 3 maanden verlengd tot 9 maanden.


Wanneer de fiscus dus binnen deze termijn geen directoriale beslissing heeft genomen, kan de belastingplichtige ervoor opteren het dossier rechtstreeks aan de rechtbank voor te leggen. Een dergelijke manier van handelen verhinderd een latere subsidiaire aanslag (zie hierover meer in een later artikel).


Wat na de directoriale beslissing ?
  • OFWEL NAAR DE RECHTBANK...

Wanneer de fiscus een directoriale beslissing heeft genomen, heeft de belastingplichtige de mogelijkheid om een rechtsvordering in te stellen voor de rechtbank door een verzoekschrift neer te leggen op de griffie van de bevoegde rechtbank van eerste aanleg binnen een termijn van 3 maanden te rekenen van de derde werkdag volgend op de kennisgeving van die beslissing.

De belastingplichtige kan daarbij de rechtbank niet kiezen. De territoriaal bevoegde rechtbank wordt in principe bepaald door het ontvangkantoor. Volgende rechtbanken kunnen bevoegd zijn : Brugge, Gent, Brussel, Antwerpen, Hasselt, Leuven, Nijvel, Bergen, Namen, Luik of Marche-en-Famenne.


  • OFWEL EEN VERZOEK TOT RECHTZETTING EN DAARNA NAAR DE RECHTBANK

Sedert een tweetal jaar bestaat er ook de mogelijkheid om een verzoek tot rechtzetting te richten aan de bezwaarambtenaar.


Concreet wordt hij verzocht om zijn directoriale beslissing te herzien. Het onderscheid is gelegen in het feit de aanslag zelf het voorwerp van een bezwaarschrift uitmaakt terwijl de directoriale beslissing het voorwerp uitmaakt van het verzoek tot rechtzetting. Bij een verzoek tot rechtzetting kan de belastingplichtige dus geen nieuwe argumenten inroepen tegen de aanslag zelf (Circ. 2018/C/79 dd. 21 juni 2018). Het verzoek tot rechtzetting is beperkt tot de beslissing van de bezwaarambtenaar.


De belastingplichtige moet wel een keuze maken: ofwel een rechtsvordering instellen voor de rechtbank ofwel een verzoek tot rechtzetting richten aan de bezwaarambtenaar.


Wel moet rekening gehouden worden met de toepasselijke termijnen. De termijn om een verzoek tot rechtzetting te formuleren is, net zoals de termijn om naar de rechtbank te gaan, 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de kennisgeving van de directoriale beslissing. De termijn van 3 maanden om naar de rechtbank te gaan, wordt dan “geschorst”.


Wanneer de belastingplichtige kiest voor het verzoek tot rechtzetting, zijn er twee scenario’s mogelijk:

  • De fiscus neemt een (tweede) beslissing : de belastingplichtige beschikt dan over een termijn van één maand na deze beslissing om alsnog een gerechtelijke procedure op te starten, echter zonder dat dit afbreuk mag doen aan de oorspronkelijke termijn van 3 maanden om naar de rechtbank te trekken vanaf de oorspronkelijke beslissing over het bezwaarschrift.
  • De fiscus neemt geen tweede beslissing binnen een termijn van één maand: de belastingplichtige kan opnieuw vrijwillig naar de rechtbank gaan zonder enige beslissing af te wachten. Dit moet ook niet gebeuren binnen de oorspronkelijke termijn van 3 maanden aangezien deze geschorst is en blijft zolang de fiscus geen tweede beslissing heeft getroffen.

Wanneer u dus voor deze optie kiest, is het van belang de termijnen in het oog te houden. Overigens stelt zich de vraag wat er gebeurt als de fiscus het verzoek tot heroverweging onontvankelijk verklaart nadat de initiële termijn om naar de rechtbank te gaan van 3 maanden verstreken is. Was die termijn dan wel geschorst? Daar kan eventueel aan getwijfeld worden gezien het verzoek tot heroverweging onontvankelijk werd verklaard en er dus de facto geen geldig verzoek tot heroverweging heeft bestaan… U weze gewaarschuwd.


Eenmaal de belastingplichtige een rechtsvordering instelt voor de rechtbank, wordt het dossier ontnomen van de fiscus en kan enkel de rechtbank zich nog uitspreken over de zaak.


Tomas Martens

Alexandre Missal


Bron: Cazimir

Mots clés