• FR
  • NL
  • EN

In april daalt de inflatie van 2,91% naar 2,55%.

Op weg naar de goede richting ?

Stand van zaken uit de beknopte cijfers van Stabel

De consumptieprijsindex daalt deze maand met 1,12 punt of met 0,83%.

De inflatie op basis van de gezondheidsindex daalt van 3,16% naar 3,00%.

De afgevlakte gezondheidsindex bedraagt in april 132,79 punten.

De kerninflatie, die geen rekening houdt met de prijsevolutie van de energieproducten en de onbewerkte voedingsmiddelen, bedraagt 2,82% in april, tegenover 2,71% in maart.

Welke zijn de belangrijkste prijsstijgingen ?

in april hadden betrekking op vliegtickets en hotelkamers. Aardgas, elektriciteit, buitenlandse reizen en citytrips, zuivelproducten en eieren, motorbrandstoffen, vis en zeevruchten, brood en granen, fruit en vlees hadden daarentegen een verlagend effect op de index​


De inflatie bedraagt in april 2,55% tegenover 2,91% in maart en 3,55% in februari. De inflatie op basis van de gezondheidsindex bedraagt deze maand 3,00%, tegenover 3,16% in maart en 3,70% in februari. De inflatie zonder energieproducten bedraagt in april 2,71% tegenover 2,57% in maart en 2,29% in februari. De kerninflatie, die geen rekening houdt met de prijsevolutie van de energieproducten en de onbewerkte voedingsmiddelen, bedraagt 2,82% in april, tegenover 2,71% in maart en 3,10% in februari.

Toelichting over de inflatie

Wat energie betreft, bedraagt de inflatie deze maand 0,95% tegenover 5,48% in februari en 8,17% in februari. Voor elektriciteit bedraagt de inflatie momenteel 17,4% tegenover 20,2% vorige maand. Voor aardgas daalt de inflatie van 25,4% vorige maand naar 20,8% deze maand. De prijs van aardgas is ten opzichte van vorige maand met 5,9% gedaald en die van elektriciteit met 4,6%. De prijs van huisbrandolie is, afgevlakt over 12 maanden, met 11,2% gedaald in één jaar tijd. De motorbrandstofprijzen lagen 11,6% lager dan in april vorig jaar en daalden deze maand met 1,4% ten opzichte van vorige maand.

De inflatie voor diensten stijgt van 3,88% naar 3,96%. De inflatie voor huur is gestegen van 3,27% naar 3,51%. De inflatie voor voeding (inclusief alcoholische dranken) bedraagt deze maand 2,48% tegenover 2,45% vorige maand.

De inflatie van energie gaat van 5,48% in maart naar 0,95% in april en draagt 0,09 procentpunt bij aan de totale inflatie. Voedingsmiddelen, met een inflatie van 2,48%, leveren een bijdrage van 0,49 procentpunt.


De prijs voor aardgas daalde in april met 5,9% ten opzichte van de voorgaande maand. De prijs van elektriciteit is deze maand eveneens gedaald, met gemiddeld met 4,6%.


Enkele producten en diensten waarvan de prijs sterk is gestegen ten opzichte van april vorig jaar, zijn:

Stijgend:
Inflatie
Sigaretten
25,1%
Huishoudelijke diensten
22,6%
Aardgas
20,8%
Elektriciteit
17,4%
Fruitsap en groentesap
17%
Juwelen
15,8%
Andere tabakswaren (roltabak)
14,8%
Bijdrage voor riolering en afvalwaterzuivering
13,4%

Enkele producten en diensten waarvan de prijs sterk is gedaald ten opzichte van april vorig jaar, zijn:

Dalend:
Inflatie
Mobiele telefoondiensten
-20,5%
Videoapparatuur (televisie)
-20,1%
Smartphones
-16,5%
Benzine
-12,2%
Computers
-11,7%
Huisbrandolie
-11,2%
Diesel
-10,8%
Andere eetbare oliën (frituurolie, ...)
-8,3%

De hoofdgroep die in april de grootste positieve impact[i] heeft op de inflatie is “huisvesting, water en energie” met 0,65 procentpunt. De groep “vervoer” heeft de grootste negatieve impact uitgeoefend met -0,58 procentpunt.


De hoofdgroep met de grootste bijdrage[ii] tot de inflatie is huisvesting, water en energie met 0,95 procentpunt. De groep “kleding en schoeisel” leverde de kleinste bijdrage met -0,12 procentpunt.


De eerste inflatieraming volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP flash estimate) bedraagt 3,1% in april 2025.

Toelichting over de indexniveaus


In april is de consumptieprijsindex met 1,12 punt of met 0,83% gedaald tot 134,44 punten, tegenover 135,56 punten in maart (2013 = 100). De gezondheidsindex daalt in april met 1,14 punt en bedraagt 134,77 punten tegenover 135,91 punten in maart. De afgevlakte gezondheidsindex bedraagt in april 132,79 punten. De volgende spilindex voor het openbaar ambt en de sociale uitkeringen is vastgelegd op 133,28 punten.

De belangrijkste prijsstijgingen in april betroffen vliegtickets en hotelkamers. Aardgas, elektriciteit, buitenlandse reizen en citytrips, zuivelproducten en eieren, motorbrandstoffen, vis en zeevruchten, brood en granen, fruit en vlees hadden daarentegen een verlagend effect op de index.

De belangrijkste schommelingen deze maand waren:

Stijgend:
Invloed:
Dalend:
Invloed:
Vliegtuigticket
+0,070 punt
Aardgas
-0,320 punt
Hotelkamer
+0,055 punt
Elektriciteit
-0,210 punt


Buitenlandse reizen en citytrips
-0,135 punt


Zuivelproducten en eieren
-0,080 punt


Brandstoffen
-0,060 punt


Vis en schaal-en schelpdieren
-0,060 punt


Brood en granen
-0,055 punt


Fruit
-0,050 punt


Vlees
-0,050 punt

De prijs van vliegtickets steeg deze maand gemiddeld met 11,1%. Hotelkamers werden gemiddeld 5,4% duurder.

Aardgas werd gemiddeld 5,9% goedkoper ten opzichte van vorige maand. De prijs van elektriciteit en buitenlandse reizen en citytrips daalden beiden met gemiddeld 4,6% ten opzichte van vorige maand. Zuivelproducten en eierendaalden gemiddeld 2,8% in prijs. De prijzen van motorbrandstoffen en brood en graan daalden beide met gemiddeld 1,4%, terwijl die van vis en zeevruchtenmet 3,8% daalden. Tot slot waren de fruitprijzen gemiddeld 2,9% lager dan vorige maand, terwijl de prijs voor vlees gemiddeld 1,0% lager was.

2013 = 100
Januari
Februari
Maart
April
Consumptieprijsindex
135,39
135,66
135,56
134,44
Inflatie
4,08%
3,55%
2,91%
2,55%
Gezondheidsindex
135,52
135,79
135,91
134,77
Afgevlakte gezondheidsindex*
131,18
131,87
132,53
132,79
* bepaald in de wet van 23.04.2015 tot verbetering van de werkgelegenheid (Belgisch Staatsblad van 27.04.2015)

[i] De impact op de inflatie toont de wijziging van de inflatie door het opnemen van die productgroep in de berekening van de CPI. De impact houdt niet alleen rekening met het gewicht van de productgroep, maar ook met het feit of de inflatie van de productgroep hoger of lager is dan deze van het geheel aan bestedingen (globale CPI).

[ii] De bijdrage tot de inflatie van een bepaalde productgroep geeft weer hoeveel van de verandering van de totale bestedingen te wijten is aan de prijsverandering van deze productgroep.


Mots clés

Articles recommandés

Federale staatsschuld per eind maart 2025: relevant cijfers !

Waarom de staking van maandag ondoordacht en onverantwoord is ?