ITAA : was de fusie IAB-BIBF wel een fusie en geen overname?

De grote vraag die vandaag luidt is: Was de fusie wel een fusie en geen overname? En moet er inderdaad veel geld uitgegeven worden

Bij het fusieproces was er sprake van ‘voordelen’ zoals creatie van een gezamenlijke hogere waarde, synergie, schaalvoordelen, kosten-efficiëntie, lagere overheadkosten, gebundelde krachten enz.

Maar bij een fusie zijn er ook ‘nadelen’, zoals de extra kosten die de fusie met zich mee brengt. Normaal matchten de beide instituten goed met elkaar. Er is nog de vraag of dit ook gold voor het personeel. Bij een fusie is er een belangrijk aandachtspunt dat bedrijven nogal eens over het hoofd zien: de werknemers. Ze verdienen alle aandacht, niet alleen tijdens het fusieproces maar ook bij het eindresultaat. We stellen vast dat 80 % van het oude BIBF personeel heeft afgehaakt. Daaruit kunnen we concluderen dat beide instituten toch niet zo goed matchten. Er zijn nu ook reeds een aantal personeelsleden van het oude IDAC die afhaken. Maar als we positief blijven, zou dit de normale gang van zaken zijn. Of zou er toch iets anders achter zitten? Is de leiding wel echt geschikt? Als buitenstaander hoor ik heel wat negatieve reacties dat het personeel alleen maar mag ja knikken en geen inbreng heeft.


Zelf heb ik de indruk dat de fusie een ‘overname’ is geworden en dat het activa en de geldmiddelen van het BIBF stillaan aan het verdwijnen zijn.

--LUDO VAN DEN BOSSCHE, VOORZITTER KVABB - CREECCB

Zelf heb ik de indruk dat de fusie een ‘overname’ is geworden en dat het activa en de geldmiddelen van het BIBF stillaan aan het verdwijnen zijn. Toen ik samen met Jean-Philippe (beiden accountant) het BIBF oprichtte, hadden we, met de toestemming van de inmiddels overleden voorzitter Krockaert en Roger Vandelanotte, de bedoeling een instituut op te richten om een monopolie voor het beroep te verkrijgen. Deze opzet was goed gelukt, daar waar het toenmalige instituut van accountants nog niet in geslaagd was.

Wij hebben ook willen aantonen dat we een instituut konden beheren als een goed huisvader. Als u de laatste balans van het BIBF raadpleegt, zal u zien dat er een onroerend goed ter waarde van 3.107.296 € in de balans stond genoteerd en een geldbelegging van 1.940.575 € en 831.026 € aan liquide middelen beschikbaar was. We stellen nu vast dat er in het nieuwe instituut een ‘verarming’ aan het gebeuren is. Het onroerend goed is verkocht en er zijn veel gelden weggevloeid naar nieuwe computers voor iedereen en programma-ontwikkelingen en werkgroepen. Er zijn een aantal programma’s ontwikkeld die dan verkocht worden aan de leden.

Hierbij moeten we de vraag stellen: moet het instituut programma ‘s laten ontwikkelen en deze dan commercialiseren? Hier hebben de leden dan toch geen voordeel aan. Ik zou zeggen alleen één nadeel, want die ontwikkelingskosten lopen hoog op en de leden moeten daardoor onrechtstreeks hogere lidgelden gaan betalen. Strookt dat met een beheer als goede huisvader? Het instituut is toch geen commerciële instelling.

Hierbij moeten we de vraag stellen: moet het instituut programma ‘s laten ontwikkelen en deze dan commercialiseren? Hier hebben de leden dan toch geen voordeel aan.

--LUDO VAN DEN BOSSCHE, VOORZITTER KVABB - CREECCB


Het is van cruciaal belang dat jullie dit goed beseffen. Daarom is het aan te raden om deel te nemen aan de Algemene Vergadering en jullie stem uit te brengen. Dit is de enige manier om te zeggen of u wel of niet akkoord bent het gevoerde beleid.

Als u niet stemt, gaat u akkoord. We vrezen er echter voor dat het lidgeld zal stijgen en dat bijkomende kosten zullen worden doorgerekend aan de leden. Neem zeker deel aan de algemene vergadering!

Mots clés