CO2-waarde van bedrijfswagens op benzine met 27% gedaald - één op acht nieuwe bedrijfswagens is volledig elektrisch
Ook Belgische kmo’s (tot 250 werknemers) investeren versneld in de vergroening van hun wagenpark. Dat blijkt uit een analyse van SD Worx naar de nieuwe bedrijfswagens van de laatste vijf jaar. De laagste gemiddelde CO2-uitstoot zien we bij de kleinste kmo’s. In 2022 is één op acht nieuwe bedrijfswagens ondertussen volledig elektrisch. De gemiddelde catalogusprijs van elektrische bedrijfswagens is gestegen tot €60.850. De grootste groep (54%) van de nieuw ingeschreven bedrijfswagens zijn (hybride) benzines, met een sterk gedaalde CO2 uitstoot. Het zijn vooral commerciële bedienden die beschikken over een bedrijfswagen. De meerderheid verdient minder dan 4.000 euro bruto per maand.
“Bijna 80% van de bedrijfswagens zijn niet ouder dan vijf jaar. Ook dat is een vergroening. De daling van bedrijfswagens op benzine en diesel zet zich verder door. Sinds 2021 zijn er meer nieuwe (hybride) benzinewagens dan (hybride) dieselwagens. Op vijf jaar tijd daalde de CO2-uitstoot van nieuwe bedrijfswagens op benzine met 27% (van 115 in 2018 tot 84 in 2022). Werkgevers tellen voor deze vergroening wel een hoger bedrag neer: de gemiddelde cataloguswaarde van (hybride) bedrijfswagens op benzine is op 5 jaar tijd met 40% gestegen (tot €43.000 in 2022). Hoe milieuvriendelijker, hoe duurder in aanschaf. De gemiddelde catalogusprijs van een volledige elektrische bedrijfswagen steeg met 10% tot €60.850. In 2022 is een op acht bedrijfswagens volledig elektrisch (12,5%). Bij de kleinste kmo’s (< 20 werknemers) is dit zelfs 15,75%. Ze tellen relatief gezien ook minder dieselwagens (24%). De gemiddelde CO2-waarde van dieselwagens steeg in 2022 van 110 naar 114, na een daling in 2019”, berekende SD Worx.
Annelies Rottiers, kmo-adviseur van SD Worx: “De laagste gemiddelde CO2-uitstoot zien we bij de kleinste kmo’s. Ze tellen relatief gezien meer volledig elektrische wagens (16%) en (hybride) benzinewagens (61%). Werkgevers kiezen versneld voor milieuvriendelijkere wagens, maar daar hangt doorgaans een hoger prijskaartje aan vast. Om te anticiperen op de verminderde aftrekbaarheid - die pas echt geldt voor wagens aangeschaft vanaf 1 juli 2023 - neigen werkgevers nu ook al meer naar "groenere" wagens of het mobiliteitsbudget. In commerciële jobs is de bedrijfswagen vaak nodig voor klantenbezoeken. Daarom gaat het voornamelijk om bedienden. De top vijf sectoren met de meeste bedrijfswagens zijn: groothandel en handelsbemiddeling, softwareontwikkeling en ICT-consultancy, diensten bedrijfsbeheer, architecten en ingenieurs en de bouwsector. Ook zo goed als alle handelsvertegenwoordigers (93%) hebben een bedrijfswagen. Werknemers betalen belastingen op het privé-gebruik, het zogenaamde Voordeel van Alle Aard (VAA).”
64,3% van alle bedrijfswagens komen voor in kmo’s (tot 250 werknemers). Wanneer er rekening gehouden wordt met het aantal werknemers in elke categorie, is de kans op een bedrijfswagen in organisaties met 20-49 werknemers (bijna één op drie werknemers of 30,65%) de laatste vijf jaar gestegen. Dit wordt gevolgd door de kleinste kmo’s (<20 werknemers) waar ongeveer een kwart van de werknemers (25,97%) over een bedrijfswagen beschikt.
Hoewel driekwart van alle bedrijfswagens voor Vlaamse werkgevers rijden, is de kans op een nieuwe bedrijfswagen in Vlaanderen ongeveer één op vijf (21,51%). De meeste bedrijfswagens rijden in Vlaams-Brabant (32,73%), en in Brussel heeft een op vier werknemers een bedrijfswagen (24,77%). West-Vlaanderen eindigt onderaan de lijst met 15,39%.
SD Worx analyseerde, op basis van cijfers van eind november 2022, de bedrijfswagens van meer dan 150.000 loontrekkenden in de privésector. Ze deed dit in de loongegevens van meer dan een miljoen werknemers in de privésector. Dit laat toe de nieuw ingebruiknames van de laatste vijf jaar te vergelijken naar het type voertuig.