Statbel publiceert vandaag de transities op de arbeidsmarkt tussen het eerste kwartaal van 2022 en het eerste kwartaal van 2023. Deze resultaten geven aan dat mensen nog vlot aan het werk blijven, maar inactieven vaak inactief blijven. Daarnaast blijkt de uitstroom van werkloosheid naar werk gedaald: de helft van de werkzoekenden is een jaar later nog steeds werk aan het zoeken. Van de bijna 280.000 werklozen zijn één jaar later nog 140.000 mensen op zoek naar werk. Dit is het hoogste cijfer sinds 2017.
Terwijl tussen het eerste kwartaal van 2021 en 2022 35,4% van de werklozen werkloos bleef, is dit tussen het eerste kwartaal van 2022 en 2023 gestegen naar 50,5%. Tegelijk is het percentage werklozen dat de overgang maakte naar het statuut van inactiviteit en werk (zoals gedefinieerd volgens de IAB-definitie) gedaald naar respectievelijk 25,4 en 24,1%.
Een zeer hoog percentage van de mensen die een jaar geleden aan het werk was, is ook nu nog aan het werk. 94,5% van de werkenden die in het eerste kwartaal van 2022 aan het werk was, is dit in het eerste kwartaal van 2023 nog steeds. Daarnaast is 1,3% van de werkenden een jaar later werkloos geworden en 4,1% is inactief. Deze cijfers zijn vrij stabiel gebleven in vergelijking met het vorige kwartaal.
Als we deze cijfers voor verschillende groepen gaan bekijken, dan zien we dat het percentage dat aan het werk blijft overal hoog is: zowel bij mannen als vrouwen, in de drie gewesten en bij mensen met en zonder Belgische nationaliteit. Enkel volgens leeftijd en opleidingsniveau zijn er grotere verschillen. Van de 30- tot 74-jarigen blijft 96,1% aan het werk, in vergelijking met 85,9% van de 15- tot 29-jarigen. Hooggeschoolden (die minstens een diploma hoger onderwijs hebben) blijven makkelijk aan het werk: van de werkenden in het eerste kwartaal van 2022 is een jaar later nog 96,5% aan de slag. Bij laaggeschoolden is het percentage dat aan het werk blijft lager: 91,8% van de laaggeschoolden die in het eerste kwartaal van 2022 aan het werk waren, heeft na een jaar nog een job. De kloof tussen de laaggeschoolden en de hooggeschoolden is nadat die een tijd is toegenomen (tot eind 2020), nu weer aan het afnemen.
Vorig kwartaal viel op dat werklozen het moeilijker leken te hebben om de transitie naar werk te maken en dit kwartaal is dit percentage nog toegenomen. De helft van de werklozen in het eerste kwartaal van 2022 bleek een jaar later nog steeds werkloos (50,5%). In absolute aantallen betekent dit dat van de 279.000 werklozen in het eerste kwartaal van 2022 zijn er een jaar later 141.000 nog steeds werkloos, 67.000 personen zijn aan het werk gegaan en 71.000 personen zijn inactief geworden.
We zien hier grote regionale verschillen: van de Vlaamse werklozen uit het eerste kwartaal van 2022 is 36,4% na een jaar nog werkloos. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in het Waals Gewest zien we nog hogere cijfers: in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest komt het percentage dat werkloos blijft over een tijdspanne van 1 jaar daarmee op 61,0% en voor het Waals Gewest op 55,1%. In alle regio’s namen deze cijfers toe tegenover vorig kwartaal tot recordhoogte.
De overgrote meerderheid van de inactieven is dat een jaar later nog steeds. Van de 3,4 miljoen mensen die in het eerste kwartaal van 2022 inactief was, is 89,3% of 3 miljoen dat een jaar later nog steeds. Het gaat hierbij vooral om studenten en 55-plussers. Slechts 7,9% of 270.000 personen is (opnieuw?) aan de slag gegaan en een klein percentage van 2,7% of 93.000 mensen heeft de overgang gemaakt naar werkloosheid volgens de IAB-definities. Dit betekent dat men nu wel op zoek is naar werk en ook beschikbaar is voor een job, terwijl men dat een jaar eerder niet was.
In het Vlaams Gewest en Waals Gewest blijven mensen vaker inactief dan in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met percentages van respectievelijk 89,6% in het Vlaams Gewest, 89,9% in het Waals Gewest en 86,1% in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest maken inactieven vaker de overgang naar werk met een percentage van 9,5% ten opzichte van 8,8% in Vlaanderen en 6,1% in Wallonië.
Om de situatie van de arbeidsmarkt in te schatten, is het niet alleen belangrijk om te weten hoeveel mensen er werkloos, inactief en werkend zijn, maar ook hoeveel mensen van statuut veranderen binnen een gegeven tijdspanne. Hoeveel van de werklozen in dit kwartaal waren een jaar eerder ook al werkzoekend? Hoeveel van hen zijn aan het werk gegaan? Welk percentage werkenden was een jaar eerder ook al werkend? Vragen die beantwoord kunnen worden met de Enquête naar de Arbeidskrachten omdat dit een enquête is waarbij respondenten meerdere keren bevraagd worden.
We bespreken in dit persbericht de evolutie van het arbeidsmarktstatuut van mensen die een jaar geleden (eerste kwartaal van 2022) werkend, werkloos en inactief waren en vergelijken dat met hun statuut in het huidige kwartaal (eerste kwartaal van 2023). De focus ligt hierbij op de populatie van 15 tot en met 74 jaar. We publiceren daarnaast ook de vergelijking tussen het statuut in het vorige kwartaal (vierde kwartaal van 2022) en het statuut in het huidige kwartaal (eerste kwartaal van 2023). Deze cijfers worden in deze tekst niet besproken, maar zijn wel terug te vinden bij Cijfers op de website.