In de aanloop naar de Internationale dag voor de Rechten van de Vrouw op 8 maart maakt Actiris een balans op van de Brusselse arbeidsmarkt. Die is de laatste jaren sterk vervrouwelijkt, maar ongelijkheden blijven duidelijk aanwezig.
Eerst het goede nieuws: meer en meer Brusselse vrouwen zijn aan het werk. In 2018 waren ze met 213.279. Dat is 65,6% meer dan in 1989, toen ze nog maar met 128.800 waren. Bij de mannen is er een een sterke toename, maar minder spectaculair: +35,9%. Een ander belangrijk cijfer: als je alle jobs binnen Brussel bekijkt, wordt vandaag 47,6% uitgeoefend door een vrouw. In 1992 was dat nog maar 40,2%.
Vrouwen en mannen hebben echter niet dezelfde kansen op de Brusselse arbeidsmarkt, zo tonen de cijfers aan. De tewerkstellingsgraad is 52,4% voor vrouwen en 61,2% voor mannen, terwijl vrouwen gemiddeld hogergeschoold zijn.
De tewerkstellingsgraad bij vrouwen neemt ook een duik na de geboorte van kinderen. Dat speelt extra mee in Brussel, omdat 1 kind op 4 in een eenoudergezin opgroeit. In 9 gevallen op de 10 is het de moeder die alleen aan het hoofd van een gezin staat. Vrouwen werken bovendien opvallend vaak meer part-time dan mannen: respectievelijk 32,6% en 12%.
Bepaalde beroepen worden heel vaak door vrouwen uitgeoefend in Brussel. De top 3 bestaat uit verzorgend personeel, gezondheidsspecialisten en huishoudhulpen, waar meer dan 70% van de jobs door een vrouw uitgeoefend wordt. Andere beroepen zijn dan weer (bijna) uitsluitend weggelegd voor mannen: onder de elektriciens vind je 0% vrouwen en ook in de bouwberoepen (2,2%) en bij de chauffeurs van zware voertuigen (5,9%) werken er nauwelijks vrouwen.
Ook bij managementfuncties zitten de verhoudingen nog altijd scheef: in Brussel zijn er ongeveer 15.000 algemeen directeurs en hogere kaderfuncties. Van hen is 28,6% een vrouw. Van de andere 70.000 managers in de hoofdstad is 38,2% een vrouw.
Discriminatie bij het solliciteren komt vaker voor bij vrouwen, en nog meer als ze buitenlandse roots hebben. Belangrijk om te weten als je ook weet dat drie vierde van de Brusselse vrouwen op arbeidsleeftijd van buitenlandse origine is.
Vrouwen zijn gemiddeld verder verwijderd van de arbeidsmarkt dan mannen en hebben een hoger risico op armoede. Ook het loonverschil blijft, zelfs na jaren verbetering, een probleem in België. Volgens de laatste beschikbare cijfers bedraagt de loonkloof 9,6% voor bruto jaarlonen en stijgt ze zelfs tot 23,7% als je deeltijdse jobs meetelt.
Bron: Actiris