Pas afgestudeerden die voor het eerst op de arbeidsmarkt aan een voltijdse job beginnen, verdienen gemiddeld 2.510 euro bruto. Dat is zo’n 14% meer in vergelijking met drie jaar geleden. Opvallend: de loonkloof tussen de verschillende opleidingsniveaus wordt de laatste jaren kleiner. Waar het gemiddeld loon van starters met een universitair diploma de voorbije jaren met zo’n 11% is toegenomen, is dat bij starters met een diploma secundair onderwijs over dezelfde periode met bijna 30% gestegen.
Dat blijkt uit onderzoek van hr-expert Acerta op basis van de gegevens van meer dan een half miljoen werknemers.
De komende weken stromen veel pas afgestudeerden de arbeidsmarkt in. Maar wat verdient een starter gemiddeld? Om die vraag te beantwoorden, analyseerde Acerta de lonen van meer dan een half miljoen werknemers. Wat blijkt: het gemiddelde bruto maandloon van nieuwkomers op de arbeidsmarkt in 2025 is 2.510 euro voor een voltijdse job. Dat is 376,4 euro (+18,4%) meer dan in 2019 en 208 euro meer dan in 2022 (+14%).
Zo is er een duidelijke kloof tussen pas afgestudeerden met een diploma hoger onderwijs en starters op de arbeidsmarkt met enkel een diploma secundair onderwijs op zak. Gemiddeld verdient iemand met een universitair diploma bij de start 2.982 euro bruto, een jongere met een diploma hoger onderwijs (HUBO) 2.820 euro, met een diploma hoger secundair (HSO) 2.568 euro en met een diploma lager secundair onderwijs (LSO) 2.227 euro. Opvallend is wel dat die loonkloof de voorbije jaren sterk geslonken is. In de voorbije zes jaar is het startersloon van universitairen het minst gestegen, nl. + 10,86%. Voor jongeren met een diploma hoger secundair onderwijs is het startersloon over diezelfde periode met 28,79% toegenomen. Voor wie enkel een diploma lager secundair onderwijs bezit, is de gemiddelde loonstijging zelfs nog groter: +36,12%.
Figuur 1: Gemiddeld startersloon, bruto maandloon, 2019-2025, alle en volgens opleiding – cijfers Acerta
* Rekening houdend met index
Florence Cordonnier, legal experte bij Acerta Consult: “We zien bevestigd dat jobs waarvoor een langere opleiding vereist is, klassiek met een hoger startersloon de arbeidsmarkt betreden. Een universitair die in 2025 is ingestroomd op de arbeidsmarkt, verdient ruim 750 euro meer dan iemand met een diploma lager secundair onderwijs, om de twee uitersten tegenover elkaar te plaatsen. Wel is het zo dat niet iedereen effectief het startersloon opstrijkt dat overeenkomt met diens opleidingsniveau, al was het maar omdat niet iedereen meteen een job uitoefent die overeenkomt met diens opleidingsniveau. Langs de andere kant bekijken we hier de lonen van min-25-jarigen om een beeld te krijgen van feitelijke starterslonen, maar er zijn natuurlijk ook mensen die langer studeren en pas na hun 25e instromen waarbij hun eigenlijke startersloon nog wat hoger ligt. We kunnen wel stellen dat de loonkloof tussen opleidingsniveaus kleiner wordt en dat strookt met de toenemende aandacht voor talent in de Belgische ondernemingen. Een universitair diploma heeft niet meer het absolute monopolie op het beste loon, en een diploma is niet langer een garantie voor de hele verdere loopbaan. Werkgevers kijken dezer dagen steeds vaker naar competenties en naar opleidings- en groeimogelijkheden wanneer ze werknemers een contract en loonsvoorstel voorleggen.”
Florence Cordonnier: “We moeten bij deze cijfers ook wel een kanttekening maken: het brutoloon is niet het volledige loonpakket en het startersloon voorspelt ook niet alles voor de toekomst. In de social profit bijvoorbeeld, een sector die veel vrouwen tewerkstelt, zijn de lonen aan barema’s gebonden die gelinkt zijn aan het opleidingsniveau. De startlonen in die sector liggen relatief hoog, maar daar staat tegenover dat de sector nauwelijks extralegale voordelen kent. Het is belangrijk om naar het volledige plaatje te kijken, dat bij de start én dat van de mogelijkheden daarna. Uiteraard is het startloon niet onbelangrijk voor jonge mensen, maar even belangrijk is het te beseffen dat een loopbaan daarna nog veel kanten uit kan, afhankelijk van je talent en wat je ermee doet, van de keuzes die je maakt.”
Over de cijfers
Acerta kan zich baseren op een subset van 560.000 werknemers, in dienst bij meer dan 34.000 werkgevers uit de private sector. Voor deze analyse kijkt Acerta naar het gemiddelde bruto maandloon voor een voltijds regime bij min 25-jarigen die in de aangegeven jaren op de arbeidsmarkt zijn ingestroomd. Er wordt geen rekening gehouden met voordelen zoals maaltijdcheques, een mobiliteitsbudget, groepsverzekering...