De EU-lidstaten hebben op 6 oktober 2022 formeel een verordening aangenomen met noodmaatregelen om de hoge energieprijzen aan te pakken.
Het gaat om gemeenschappelijke maatregelen om de vraag naar elektriciteit terug te dringen en de extra inkomsten van de energiesector te verdelen onder huishoudens en kleine en middelgrote ondernemingen.
De EU heeft op 6 oktober 2022 een belangrijke stap gezet richting het beteugelen van de hoge energieprijzen voor burgers en bedrijven. Dit is echter zeker niet de laatste stap. De EU-energieministers zullen zich buigen over de extra maatregelen die de Commissie van plan is voor te stellen. Wij moeten de onderliggende oorzaken van de huidige crisis aanpakken en het bedrijfsleven in de EU ondersteunen. Het voorzitterschap zal onvermoeibaar verder werken aan alle nodige oplossingen.
Jozef Síkela, Tsjechisch minister van Industrie en Handel
De verordening zal via de schriftelijke procedure worden aangenomen. Op 30 september 2022 hadden de EU-ministers van Energie hierover al een politiek akkoord bereikt.
De verordening voorziet in een vrijwillig streefcijfer van 10% voor het verminderen van het totale bruto-elektriciteitsverbruik, en in een bindend streefcijfer van 5% voor het verminderen van het elektriciteitsverbruik tijdens piekuren. Elke lidstaat merkt 10% van alle uren tussen 1 december 2022 en 31 maart 2023 aan als piekuren. Tijdens deze piekuren wordt de vraag verminderd. Het staat de lidstaten vrij voor beide streefcijfers passende maatregelen te treffen om het verbruik in deze periode te verminderen.
De Raad kwam overeen de marktinkomsten te beperken tot € 180 per MWh voor elektriciteitsproducenten, met inbegrip van intermediairs, die gebruikmaken van zogenaamde inframarginale technologieën voor de productie van elektriciteit, zoals hernieuwbare energiebronnen, kernenergie en bruinkool. Dergelijke exploitanten hebben de afgelopen maanden onverwacht grote financiële winsten geboekt, zonder dat hun operationele kosten stijgen. Dit is te wijten aan de rol van steenkool en gas als prijsbepalende marginale bronnen die momenteel de uiteindelijke elektriciteitsprijs opdrijven.
Het plafond is zo bepaald dat de exploitanten hun winstgevendheid behouden zonder investeringen in hernieuwbare energie te belemmeren.
De lidstaten zijn overeengekomen om zelf maatregelen te kiezen voor het innen van de extra inkomsten en voor het herverdelen ervan ter ondersteuning en bescherming van de eindafnemers van elektriciteit. Daarbij werd enige flexibiliteit ingevoerd om rekening te houden met hun nationale omstandigheden en geldende maatregelen. Ze kunnen onder meer een hoger inkomstenplafond vaststellen, maatregelen treffen die de marktinkomsten verder beperken, onderscheid maken tussen technologieën, en de marktinkomsten beperken van andere actoren, waaronder handelaren.
Indien de netto-invoerafhankelijkheid van een lidstaat 100% of meer bedraagt, moet uiterlijk op 1 december 2022 een overeenkomst worden gesloten met de uitvoerende lidstaat om de extra inkomsten adequaat te verdelen. Andere lidstaten wordt ook verzocht dergelijke overeenkomsten te sluiten.
De verordening voorziet in een verplichte tijdelijke solidariteitsbijdrage voor de winsten van bedrijven die actief zijn in de sectoren ruwe aardolie, aardgas, kolen, en raffinage. De bijdrage wordt berekend op de belastbare winst – zoals bepaald volgens de nationale belastingregels in het boekjaar dat begint in 2022 en/of in 2023 – die meer dan 20% hoger ligt dan de gemiddelde jaarlijkse belastbare winst sinds 2018. De solidariteitsbijdrage komt bovenop de reguliere belastingen en heffingen die in de lidstaten van toepassing zijn.
De lidstaten kunnen nationale maatregelen behouden die gelijkwaardig zijn aan de solidariteitsbijdrage, mits deze verenigbaar zijn met de doelstellingen van de verordening en ten minste even hoge opbrengsten genereren.
De opbrengsten uit de solidariteitsbijdrage zullen dienen om huishoudens en bedrijven financieel te ondersteunen en de gevolgen van de hoge detailhandelsprijzen van elektriciteit te beperken.
De Raad kwam overeen dat de lidstaten tijdelijk een prijs kunnen vaststellen voor de levering van elektriciteit aan kleine en middelgrote ondernemingen, om kmo's die te kampen hebben met hoge energieprijzen verder te ondersteunen. Ook kunnen ze uitzonderlijk en tijdelijk een prijs voor de levering van elektriciteit vaststellen die onder de kostprijs ligt.
De maatregelen zijn tijdelijk en uitzonderlijk. Ze zijn van toepassing van 1 december 2022 tot en met 31 december 2023. De streefcijfers voor het verminderen van het energieverbruik gelden tot en met 31 maart 2023. Het verplichte plafond voor marktinkomsten is van toepassing tot en met 30 juni 2023.
De lidstaten hebben specifieke vrijstellingen ingevoerd voor Cyprus en Malta.
De verordening zal nu in het Publicatieblad van de EU worden bekendgemaakt en op de volgende dag in werking treden.
De EU werd geconfronteerd met een ongewone stijging van de energieprijzen, die nog is verergerd door de militaire agressie van Rusland tegen Oekraïne. De EU-landen zijn verenigd en coördineren hun inspanningen in een geest van solidariteit om de energievoorziening van de EU veilig te stellen en de gevolgen van de hoge energieprijzen voor consumenten en de economie te beperken.
Als antwoord op de politieke richtsnoeren van de buitengewone Raad Energie op 9 september, diende de Commissie op 14 september 2022 een voorstel in voor een Raadsverordening betreffende een noodinterventie in verband met de hoge energieprijzen.
Die verordening is nu aangenomen. Ze vormt een aanvulling op andere recente EU-initiatieven en -wetgeving om energie betaalbaar te houden en de energiezekerheid van de EU te waarborgen. Voorbeelden zijn de verordening tot vermindering van de vraag naar gas, de verordening inzake gasopslag, de oprichting van een EU-energieplatform en outreachinitiatieven voor de diversificatie van voorzieningsbronnen. De maatregelen dienen ook als aanvulling op de initiatieven die in mei 2022 in het kader van REPowerEU zijn voorgesteld.
Bron : Europese Raad, persmededeling, 6 oktober 2022