Studie over de belasting op grote vermogens

Het idee van een belasting op grote vermogens duikt weer op in België. Dit is in tegenstelling tot de trend die de afgelopen jaren elders is waargenomen: in 1990 pasten 12 OESO-landen deze belasting toe, sinds 2018 zijn dat er nog slechts 3.

Een dergelijke belasting roept een reeks vragen op.

In opdracht van het Federaal Planbureau heeft de ULB een studie over deze belasting - de netto vermogensbelasting (NVB) - uitgevoerd om de aard ervan te beschrijven en de uitdagingen beter te begrijpen.



Perscommuniqué : Studie over de belasting op grote vermogens

Publikatie

Het bepalen van het nettovermogen is geen gemakkelijke taak

Uit deze analyse komt onder andere naar voren dat het relatief eenvoudig is om het nettovermogen kwalitatief te definiëren, maar dat een kwantitatieve schatting veel moeilijker is omdat er in België geen vermogenskadaster bestaat. Op geaggregeerd, of macro-economisch niveau, geeft een combinatie van bronnen en correctiemethoden die door andere auteurs zijn toegepast, een idee van de ontvangsten van een potentiële belasting - hieronder de nettovermogensbelasting ('NVB') genoemd - evenals de impact ervan op de verdeling van het nettovermogen.

De zaken worden ingewikkelder als het gaat om het evalueren van het nettovermogen op individueel, of micro-economisch niveau. De oefening toont aan dat sommige componenten van het nettovermogen al bekend zijn bij de FOD Financiën via bestaande belastingen, maar andere niet - met als grootste moeilijkheid de waardering van aandelen in niet-beursgenoteerde bedrijven. Bovendien is de waarde van andere componenten bekend en gecentraliseerd bij het Centraal Aanspreekpunt van de Nationale Bank, maar niet volledig toegankelijk voor de FOD Financiën zonder een wijziging in de wetgeving. Als het de bedoeling is om een NVB in te voeren, zou daarvoor dus eerst ofwel de aangifte van het nettovermogen door de belastingbetalers zelf nodig zijn, ofwel het verzamelen van alle bestaande gegevens bij verschillende instellingen of derden.

Zodra het nettovermogen op individueel niveau bekend is, moeten de modaliteiten van de belasting (tarief, drempel, progressiviteit, enz.) worden gekozen. Ondanks een grote verscheidenheid aan varianten van buitenlandse NVB's, hebben de meeste landen beslist om beroepsactiva en pensioensparen vrij te stellen en een voorkeurstarief toe te kennen voor de eigen woning van belastingbetalers. De definitie van de belastbare basis is een belangrijke uitdaging voor de impact van de NVB. Empirische studies zijn het erover eens dat, naargelang van de definitie, belastingontwijking of -ontduiking kan voorkomen, vooral op korte en middellange termijn. Op de langere termijn zullen er waarschijnlijk andere potentiële effecten tot uiting komen, waaronder effecten op sparen, arbeidsaanbod en migratie. Er moet worden opgemerkt dat deze studies vooral empirisch bewijs leveren voor belastingontwijking en ‑ontduiking, terwijl het bewijs voor significante effecten op sparen, ondernemerschap en migratie beperkt is.

De invoering van een NVB is niet zonder risico's

Naast de bovenstaande effecten zijn er ook risico's verbonden aan de toepassing van de NVB, namelijk aanzienlijke administratieve kosten en het risico op dubbele of zelfs driedubbele belasting van het vermogen van huishoudens. In het geval van België is er nog een derde risico dat verband houdt met de versnippering van de beleidsniveaus die verantwoordelijk zijn voor de vermogensbelastingen.

Een ingewikkelde afweging

De conclusie van de analyse benadrukt de onvermijdelijke afweging tussen rechtvaardigheid en efficiëntie van de NVB. Om de doelgroep van de grote vermogens te bereiken is het nodig om een hoge belastingdrempel in te voeren. Maar omdat hun vermogen meer bestaat uit activa die moeilijk te kwantificeren zijn, genereert dit echter mogelijkheden voor belastingontduiking en -ontwijking. Omgekeerd zou een bredere belastbare basis de mogelijkheden voor belastingconstructies verminderen en de ontvangsten van de belasting verhogen, maar dit zou een deel van de middenklasse kunnen treffen, die niet noodzakelijk de oorspronkelijke doelgroep was in de voorstellen om een dergelijke belasting in te voeren.

Baudouin Regout, commissaris bij het Federaal Planbureau: "In 2019 namen verschillende politieke partijen de invoering van een netto vermogensbelasting op in de lijst van maatregelen die ze door het Federaal Planbureau wilden laten doorrekenen. Het Federaal Planbureau kon echter niet positief reageren op dit verzoek bij gebrek aan betrouwbare gegevens en een beproefde methodologie. Om zich voor te bereiden op nieuwe voorstellen voor de verkiezingen van 2024, heeft het Federaal Planbureau deze studie besteld bij de ULB".

Voor meer informatie: Magali Verdonck, DULBEA - Université Libre de Bruxelles, magali.verdonck@ulb.be

Mots clés

Articles recommandés

Rapport over "Belgisch federalisme in cijfers" : analyse van de openbare tewerkstelling

Welke feestdagen staan voor de deur van 2025?

Toenemende stress: het belang van geestelijk welzijn