Terugbetaling van elektriciteitskosten door de werkgever voor het thuis opladen van een bedrijfswagen

In de praktijk hebben we lang gewacht op een verduidelijking die de controversiële vraag zou vereenvoudigen hoeveel en hoe goed een werkgever de kosten kan vergoeden van de elektriciteit die een werknemer gebruikt om zijn bedrijfswagen thuis op te laden. Dit is nu (voorlopig) gebeurd.


FiscaliteitF.F.F.Circulaire 2024/C/77 over de terugbetaling van elektriciteitskosten door de werkgever voor het thuis opladen van een bedrijfswagen


Minister van Financïen

De circulaire gaat uit van werkelijke laadkosten terugbetaald door de werkgever, maar biedt een oplossing voor de administratieve last die vandaag nog gepaard gaat bij het bepalen van die werkelijke kost. Uitgaan van werkelijke laadkosten is het basisprincipe voor terugbetaling van kosten eigen aan de werkgever. Zo wordt ongelijke behandeling en nieuwe fiscale optimalisatie vermeden.

“Met deze circulaire nemen we elke onzekerheid weg die zou bestaan bij werkgevers en werknemers over de fiscale behandeling van thuisladen van elektrische bedrijfswagens. Ons bedrijfswagenpark is razendsnel aan het verduurzamen, dat is goed nieuws en dat zullen we blijven aanmoedigen.”

Vincent VAN PETEGHEM, Vice-eersteminister en minister van Financiën, bevoegd voor de Coördinatie van de Fraudebestrijding en de Nationale Loterij

Minister Van Peteghem erkent dat de huidige beschikbare technieken nog niet altijd op eenvoudige wijze toelaten om werkelijke elektriciteitskosten bij werknemers nauwkeurig te meten. Daarom wordt deze tijdelijke administratieve tolerantie toegestaan. De ontwikkeling van nieuwe technologische hulpmiddelen moet deze tolerantie op termijn overbodig maken. We zien nu al dat nieuwe technologieën op de markt komen, maar dat ze nog volop in gebruik moeten worden genomen.

De circulaire verduidelijkt dat voor het berekenen van de werkelijke elektriciteitskosten gebruik mag worden gemaakt van een vast bedrag per kWh, op voorwaarde dat dit vast bedrag per kWh niet meer bedraagt dan het toepasselijk CREG-tarief m.b.t. een huishouden met digitale teller en een verbruik van 8.000 kWh. Het maximaal vast bedrag per kWh wordt voor elk betrokken kwartaal bepaald per Gewest aan de hand van de woonplaats van de werknemer, zodat er slechts 4 keer per jaar een aangepast maximumtarief geldt.


In concreto

Vanaf 1 januari 2025 zullen elektrische of hybride auto's in aanmerking komen voor een forfaitaire terugbetaling op basis van een vergoeding per kw/uur, waarvan het maximumbedrag per kwartaal zal worden bepaald en per Gewest zal verschillen.

Als aan de voorwaarden is voldaan, zijn hier de vastgestelde bedragen per kw/uur voor het eerste kwartaal van 2025, in eurocent: Vlaams Gewest: 28,22; - Brussels Hoofdstedelijk Gewest: 32,94; - Waals Gewest: 32,56.

Opgelet: hoewel deze methode, die volgens de minister deel uitmaakt van een tijdelijke administratieve tolerantie, geldig is voor het hele jaar 2025, is het nu al de bedoeling dat ze zal worden geëvalueerd en, indien nodig, op lange termijn overbodig zal worden gemaakt door de ontwikkeling van nieuwe technologische instrumenten, die het mogelijk en haalbaar zullen maken om te vergoeden op basis van de reële kosten van elektriciteit.

De richtlijn treedt in werking op 1 januari 2025 en loopt af op 31 december 2025, maar kan indien nodig daarna worden verlengd.

Wordt



Mots clés

Articles recommandés

Gemoderniseerde versie van de AC4-toepassing: informatie en belangrijke deadlines

Bedienden privésector (PC 200) loonindexering 1 januari 2025: prognose is 3,56%

Federal Learning Account: uitstel of blijvende verplichtingen?