Zoals al bijna 20 jaar het geval is, blijft het aantal zelfstandigen stijgen in 2022. België telde 1.257.356 zelfstandigen op 31 december 2022, dit is 2,19 % meer dan het jaar ervóór. Die stijgende tendens geldt voor alle categorieën van aangeslotenen en de activiteitssectoren van de nijverheid, vrije beroepen en diensten. Terugblik op de andere grote tendensen in 2022.
Het aantal zelfstandigen in hoofdberoep stijgt met 1,08 % (van 786.772 naar 795.282). Deze stijging is het gevolg van de toename van het aantal activiteiten in hoofdberoep zowel van mannen (+ 1,18 %) als van vrouwen (+ 0,88%).
Ook het aantal zelfstandigen in bijberoep stijgt in 2022: 323.494 tegenover 313.530 in 2021. Het aantal mannelijke zelfstandigen stijgt met 2,26 % (van 178.398 naar 182.433) terwijl het aantal vrouwelijke zelfstandigen in die categorie een iets sterkere stijging kent, namelijk van 4,39 % (van 135.132 naar 141.061).
Het jaar 2022 wordt bovendien gekenmerkt door een stijging van 6,5 % van het aantal zelfstandigen die na de pensioenleeftijd blijven werken (van 130.117 naar 138.580). De stijging bij de mannelijke populatie bedraagt 5,96 % (van 97.304 naar 103.106) en 8,11 % bij de vrouwelijke populatie (van 32.813 naar 35.474).
Sinds 1 januari 2017 kunnen de studenten die een zelfstandige activiteit uitoefenen, het statuut van student-zelfstandige genieten. Op 31 december 2022 telde men 8.690 studenten-zelfstandigen tegenover 9.114 op 31 december 2021 (dus - 4,65 %). Het is de eerste keer dat een daling wordt waargenomen sinds de invoering van dit statuut.
De top 3 van de bedrijfstakken binnen deze groep is dezelfde als bij de volledige populatie van aangeslotenen. De vrije beroepen zijn bijzonder goed vertegenwoordigd, met 3.528 studenten-zelfstandigen, dit is 40,60 %. De handel volgt op de 2e plaats, met 2.549 eenheden (29,33 %) en de nijverheid op de 3e plaats, met 1.408 studenten-zelfstandigen (16,20 %).
Uit de uitsplitsing per leeftijd blijkt dat hoofdzakelijk de studenten vanaf 20 jaar gebruik maken van dit specifiek statuut.
Het begrip "starter" omvat de nieuwe aansluitingen, de hervattingen van activiteit en de ambtshalve aansluitingen. In 2022 waren er 124.048 starters, dit is 3,07 % minder dan in 2021. Op dit totale aantal zijn 34.631 personen van vreemde nationaliteit. Dit aantal stijgt ten opzichte van 2021 en vertegenwoordigt 27,92 %, dus meer dan 1/4, van alle starters (26,71 % in 2020 en 26,05 % in 2021).
Onder de starters met een niet-Belgische nationaliteit van buiten de Europese Unie wordt de grootste verandering waargenomen in het aantal starters met de Oekraïense nationaliteit. Hun aantal neemt toe van 138 starters in 2021 naar 1.141 starters in 2022, waardoor ze nu de top 3 aanvoeren. Ze worden gevolgd door de starters met een Marokkaanse en Turkse nationaliteit, waarvan de aantallen stabiel blijven ten opzichte van 2021 (van 903 naar 906 en van 767 naar 747 starters).
Bron : Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ), juni 2023