De Europese Commissie heeft op 13 september groen licht gegeven voor een Belgische regeling van 682 miljoen euro ter ondersteuning van hernieuwbare offshorewindenergie om de transitie naar een nettonuleconomie te bevorderen.
De regeling is goedgekeurd binnen het tijdelijke crisis- en transitiekader voor staatssteun, dat op 9 maart 2023 door de Commissie is vastgesteld en op 20 november 2023 en 2 mei 2024 is gewijzigd.
De Commissie heeft op 9 maart 2023 het tijdelijke crisis- en transitiekader goedgekeurd om steunmaatregelen te bevorderen in sectoren die belangrijk zijn voor de transitie naar een nettonuleconomie, in overeenstemming met het industrieel plan voor de Green Deal.
Het tijdelijke crisis- en transitiekader voorziet in de volgende soorten steun, die de lidstaten tot 31 december 2025 kunnen verlenen om de groene transitie te versnellen:
> Maatregelen om de implementatie van hernieuwbare energie te versnellen (afdeling 2.5). De lidstaten kunnen regelingen opzetten voor investeringen in alle hernieuwbare energiebronnen, met vereenvoudigde aanbestedingsprocedures.
> Maatregelen om industriële processen koolstofvrij te maken (afdeling 2.6). De lidstaten kunnen investeringen in het koolstofvrij maken van industriële activiteiten ondersteunen om de afhankelijkheid van ingevoerde fossiele brandstoffen te beperken, met name door elektrificatie, energie-efficiëntie en de overschakeling op hernieuwbare en op elektriciteit gebaseerde waterstof die aan bepaalde voorwaarden voldoet. Zij kunnen de mogelijkheden uitbreiden om steun toe te kennen voor het koolstofvrij maken van industriële processen bij de overschakeling naar van waterstof afgeleide brandstoffen.
> Maatregelen om investeringen in sectoren die van belang zijn voor de transitie naar een nettonuleconomie te versnellen (afdeling 2.8). De lidstaten kunnen investeringssteun toekennen voor de fabricage van strategische componenten, zoals batterijen, zonnepanelen, windturbines, warmtepompen, elektrolyse-installaties en installaties voor koolstofafvang en -opslag, alsmede voor de productie van belangrijke componenten en voor de productie en recycling van daaraan verbonden kritieke grondstoffen. De steun is beperkt tot een bepaald percentage van de investeringskosten of tot een bepaald bedrag, afhankelijk van de locatie van de investering en de omvang van de begunstigde. Kleine en middelgrote ondernemingen en ondernemingen in achterstandsgebieden komen in aanmerking voor hogere steun, zodat afdoende rekening wordt gehouden met cohesiedoelstellingen. Bovendien kunnen de lidstaten in uitzonderlijke gevallen hogere steun toekennen aan individuele ondernemingen, wanneer het risico reëel is dat de investeringen anders buiten Europa worden gedaan. Hiervoor gelden bepaalde waarborgen.
Meer informatie over het tijdelijke crisis- en transitiekader.
Binnen het tijdelijke crisis- en transitiekader heeft België bij de Commissie een steunregeling van 682 miljoen euro aangemeld ter ondersteuning van hernieuwbare offshorewindenergie om de transitie naar een nettonuleconomie te bevorderen.
De maatregel zal de bouw en exploitatie van het eerste offshorewindpark in de Prinses Elisabeth-zone in de Noordzee ondersteunen. Dit windpark zal naar verwachting een capaciteit van 700 MW hebben en jaarlijks ten minste 2,6 TWh hernieuwbare elektriciteit opwekken.
De steun zal op basis van een transparante en niet-discriminerende biedprocedure worden toegekend, in de vorm van een maandelijkse variabele premie in het kader van een tweerichtingscontract ter verrekening van verschillen. De prijspremie, die over een periode van 20 jaar zal worden betaald, wordt toegekend voor de potentiële elektriciteitsproductie van het windpark in plaats van voor de werkelijke elektriciteitsproductie. Het voordeel van deze op capaciteit gebaseerde opzet is dat de werkelijke elektriciteitsproductie wordt blootgesteld aan marktprijzen, aangezien de inkomsten van de hernieuwbare-energieproducent rechtstreeks zullen samenhangen met de elektriciteit die hij verkoopt.
De prijspremie zal door de Belgische regelgevende instantie (CREG) worden berekend door de strike price, vastgesteld in het aanbestedingsbod van de geselecteerde begunstigde, te vergelijken met een referentiemarktprijs voor elektriciteit. Wanneer de strike price hoger is dan de referentiemarktprijs, betaalt de Belgische staat het verschil (prijspremie) aan de begunstigde. Is daarentegen de referentiemarktprijs hoger dan de strike price, dan moet de begunstigde het verschil aan de Belgische autoriteiten betalen.
De Commissie is van oordeel dat de Belgische maatregel in overeenstemming is met de voorwaarden van het tijdelijke crisis- en transitiekader. Met name zal i) de steun worden verleend op basis van een regeling met een geraamd volume en budget; ii) het steunbedrag worden bepaald via een open, duidelijke, transparante en niet-discriminerende concurrerende biedprocedure; en ii) de steun vóór 31 december 2025 worden verleend.
De Commissie heeft geconcludeerd dat de Belgische regeling noodzakelijk, passend en evenredig is om de groene transitie te versnellen en de ontwikkeling te bevorderen van bepaalde economische activiteiten die van belang zijn voor de uitvoering van het industrieel plan voor de Green Deal, in overeenstemming met artikel 107, lid 3, punt c), van het Verdrag betreffende de werking van de EU en de voorwaarden van het tijdelijke crisis- en transitiekader.
Daarom heeft de Commissie de steunmaatregel uit hoofde van de EU-staatssteunregels goedgekeurd.
De niet-vertrouwelijke versie van het besluit van vandaag komt, zodra eventuele vertrouwelijkheidskwesties zijn opgelost, onder zaaknummer SA.107336 beschikbaar in het staatssteunregister op de website van DG Concurrentie van de Commissie. Een overzicht van de recentste staatssteunbesluiten die op het internet en in het EU-Publicatieblad zijn gepubliceerd, is te vinden in de elektronische nieuwsbrief Competition Weekly e-News.
aa