Om de verzending en uitvoer van humanitair materiaal naar Oekraïne te vergemakkelijken door personen die buiten de Europese Unie zijn gevestigd (personen die bijvoorbeeld in het Verenigd Koninkrijk zijn gevestigd en België oversteken om de Oekraïense grens te bereiken), beschouwen de Belgische douaneautoriteiten dit humanitair materiaal als niet- handelsgoederen die door reizigers in hun bagage worden vervoerd.
Op basis van de artikelen 136, 137 en 139, 140 en 141 van de DWU-DA is er geen andere formaliteit nodig dan het eenvoudige overschrijden van de grens of een eenvoudige mondelinge aangifte om via België het Europese grondgebied binnen te komen.
Goederen met een waarde van meer dan 1000 EUR worden onder de regeling tijdelijke invoer of doorvoer geplaatst na een eenvoudige mondelinge aangifte, op voorwaarde van het voorleggen van het bewijs van hun humanitaire karakter (bijvoorbeeld een beknopte inventaris met een beschrijving van de goederen).
In geval van ernstige twijfel over de humanitaire of werkelijke bestemming van de goederen, kan een zekerheid/borg worden geëist om een vast bedrag aan rechten en btw op de totale waarde van de goederen te dekken: deze zekerheid/borg gesteld bij het eerste kantoor van binnenkomst wordt vrijgegeven bij de terugkeer van de reizigers via België.
De Belgische douane acht het nutteloos om voor goederen die bestemd zijn om buiten de EU te worden uitgevoerd de vrijstelling van het vrije verkeer bij rampen toe te passen: bij humanitaire noodsituatie moeten administratieve stappen die leiden tot overbodige procedures vermeden worden, zowel voor burgers als voor onze douanediensten.
Bron : Fod Financïen, nieuws, 8 maart 2002