Uitzonderingen op het opstellen van een revisoraal verslag inzake inbreng in natura
18 mei 2021 à 17:28
Advies 2021/11 van 2021/11 van de Raad van het Instituut van de Bredrijfsrevisoren heeft tot doel om dieper in te gaan op de praktische toepasbaarheid van de drie uitzonderingen op het verplicht opstellen van een revisoraal controleverslag over de inbreng in natura, zoals geformuleerd in artikel 444, § 2 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (en analoge artikelen 5:7, 5:133, 6:8, 6:110, 7:10 en 7:197).
Het huidig advies schrapt en vervangt advies 2015/01, Analyse van de uitzonderingen op het opstellen van een revisoraal verslag inzake inbreng in natura. Voormeld (opgeheven) advies blijft raadpleegbaar op de website van het Instituut onder het tabblad Regelgeving en publicaties > Rechtsleer > Archieven
Voormelde uitzonderingen zijn de volgende :
Eerste uitzondering: effecten of geldmarktinstrumenten
Tweede uitzondering: andere vermogensbestanddelen die reeds voorafgaand door een bedrijfsrevisor werden gewaardeerd
Derde uitzondering: andere vermogensbestanddelen, waarvan de waarde is afgeleid uit de gecontroleerde jaarrekeningen van het voorgaande boekjaar