Elk jaar publiceert het BS de percentages vast van de voordelen van alle aard die in aanmerking moeten genomen worden bij het opmaken van het belastbaar inkomen van de belastingplichtige. Deze percentages worden elk jaar geïndexeerd. Het desbetreffende KB dat het koninklijk besluit KB/WIB 92 (Art. 18) wijzigt is nu gepubliceerd : 2019 AJ 2020 - KB van 17 februari 2020 - BS van 21/02/2020 - p. 13035
Het betreft de bepaling van de waarde van de voordelen die in 2019 (en 2020 in afwachting van de publicatie van de rentevoeten 2020) werden toegekend onder de vorm van diverse leningen.
Een werkgever of onderneming kan een lening aan voordelige voorwaarden toekennen (zonder rente of aan een verminderde rente) aan een werknemer of bedrijfsleider. Wanneer die geen of slechts een erg lage rente moet betalen op de ontleende bedragen, dan wordt dit beschouwd als een belastbaar voordeel van alle aard.
Het belastbaar voordeel van alle aard is gelijk aan het verschil tussen:
Voor renteloze of goedkope leningen van de vennootschap aan de bedrijfsleider het belastbare voordeel berekend op basis van het verschil tussen de rentevoet die jaarlijks voor elk soort lening officieel wordt vastgesteld en de rentevoet die de ontlener effectief betaalt.
Het voordeel wordt verondersteld verkregen te zijn bij elke aflossing. Het voordeel wordt dan systematisch berekend op het nog terug te betalen kapitaal vóór de aflossing.
Het voordeel wordt verondersteld verkregen te zijn bij elke rentevervaldag als de lening tegen verminderde rentevoet is toegestaan en bij het einde van elke kalendermaand als de lening renteloos is toegestaan. Het voordeel wordt telkens berekend op het aanvangsbedrag van de lening.
Het voordeel wordt verondersteld verkregen te zijn bij het einde van elke kalendermaand waarin de ontlener over de geleende bedragen heeft beschikt. Het voordeel wordt dan per maand berekend volgens de gemiddelde stand van de lening.
Bron 17 FEBRUARI 2020. - Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92, op het stuk van de voordelen van alle aard in geval van toekenning van een renteloze lening of een lening tegen verminderde rentevoet (1)