Op 6.1.2023 besliste het Hof van Cassatie dat, voor de toepassing van de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor onderzoek en ontwikkeling, de aanmelding bij Belspo moet gebeuren voorafgaand aan de aanvangsdatum van het O&O-project of -programma. In een circulaire van 27.4.2023 (circ. 2023/c/49) bevestigt de fiscale administratie dat dit strenge standpunt zal worden gevolgd voor O&O-projecten en -programma’s die aanvangen vanaf 1.8.2023.
Om in aanmerking te komen voor de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor onderzoek en ontwikkeling, dienen O&O-projecten of -programma’s te zijn aangemeld bij Belspo met opgave van:
Eén van de grootste discussiepunten met de fiscale administratie betreft het tijdstip van aanmelding bij Belspo. Uit de bewoording “zijn aangemeld” wordt afgeleid dat de aanmelding voorafgaandelijk dient te gebeuren. Er bestaan 3 mogelijke interpretaties:
In antwoord op een parlementaire vraag had Minister Van Peteghem eerder aangegeven dat de fiscale administratie nog conclusies diende te trekken uit het arrest van het Hof van Cassatie (CRIV 55 COM 1022, 24).
Deze conclusies volgden in een circulaire van 27 april 2023 waarin wordt aangegeven dat het vroegere standpunt van de fiscale adminstratie zal worden gevolgd tot 1.8.2023:
Concreet betekent dit dat voor een project of -programma dat slechts in de loop van de 20ste maand werd aangemeld en waarbij de aanmelding met opgave van alle wettelijk verplichte gegevens gebeurde vóór 01.08.2023 de vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor onderzoek en ontwikkeling enkel mag worden toegepast vanaf de 20ste maand en dit voor de resterende looptijd van het project of programma.
Voor O&O-projecten of -programma’s die starten op of na 1.8.2023 geldt (in navolging van de rechtspraak van het Hof van Cassatie) dus voortaan het strenge standpunt:
Concreet betekent dit dat voor een project of -programma dat slechts in de loop van de 20ste maand werd aangemeld en waarbij de aanmelding gebeurde vanaf 01.08.2023 nooit een vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor onderzoek en ontwikkeling kan worden toegepast.'
Het voorgaande betekent dat ondernemingen die duidelijk O&O-werkzaamheden verrichten, hun toestand – door een vergetelheid – niet langer zullen kunnen rechtzetten. Ook niet voor de toekomst. Dit kan ons inziens niet de bedoeling zijn.
Met de eerste fase van de brede fiscale hervorming zou de regering plannen om het regime van de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor onderzoek en ontwikkeling grondig te herschrijven. Het ontwerp van wettekst zou bepalen dat de werkgever het bedoelde project of programma voorafgaandelijk moet hebben gemeld op de door de Koning bepaalde wijze. Dit met opgave van een minimaal aantal elementen waaronder de verwachte of daadwerkelijke aanvangsdatum. Idealiter wordt in de wettekst nog verduidelijkt welke interpretatie wordt gevolgd.
Bij vragen contacteer één van onze gespecialiseerde medewerkers:
Daan Buylaert - Partner (daan.buylaert@tiberghien.com)
Kimberley De Plucker - Senior Associate (kimberley.deplucker@tiberghien.com)
Charlotte Meskens - Senior Associate (charlotte.meskens@tiberghien.com)
Gauthier Vandenbossche - Scientific Advisor (gauthier.vandenbossche@tiberghien.com)
Bron: Tiberghien