Wordt het centraal aanspreekpunt een vermomd vermogensregister?

Op 30 december 2020 werd de eerste programmawet van 20 december 2020 van de regering De Croo gepubliceerd.
Nauwelijks drie maanden na de regeringsverklaring zien we dat een onopvallend regeltje daarin over de communicatie van banksaldi van Belgische rekeningen aan het centraal aanspreekpunt (afgekort ‘CAP’) reeds omgezet werd in de Belgische wetgeving (artikelen 18 tot 22 van de programmawet van 20 december 2020, B.S. 30 december 2020, p. 96077).
Uiterlijk tegen 31 januari 2022 dienen de financiële instellingen de saldi van de betaalrekeningen, alsook de geglobaliseerde bedragen van effectenrekeningen en afkoopwaarden van beleggingsverzekeringen voor de jaren 2020 en 2021 aan het CAP melden. Op verzoek van de NBB kan deze termijn bij Koninklijk besluit 6 maanden ingekort of verlengd worden.
De hoeksteen voor een vermogensregister is hierdoor een feit.


Historiek: bestaansreden en situering van het CAP


Het CAP werd 2011 gecreëerd in het kader van een versoepeling van het Belgische bankgeheim.

Tot 1 juli 2011 had de fiscus beperkte mogelijkheden om bancaire gegevens te raadplegen, namelijk bij vermoeden van de voorbereiding of het bestaan van een fraudemechanisme bij de bank. Dit veronderstelde ook een medeplichtigheid tussen bank en cliënt. Vandaar dat van deze mogelijkheid weinig of nooit gebruikt kon worden.


Vanaf 1 juli 2011 zijn er twee nieuwe bijkomende mogelijkheden voor de fiscus:

  1. als hij zich voorneemt om een aanslag te vestigen op basis van tekenen en indiciën, en
  2. van zodra er ‘aanwijzingen’ zijn dat een belastingplichtige belastingen ontdoken heeft.

In die twee situaties mag de fiscus bij banken inlichtingen gaan vragen over die belastingplichtige.


Het principieel verbod om bij een fiscale controle van de bank zelf informatie in te winnen om klanten te belasten blijft behouden, maar de bank kan in bepaalde situaties en mits respect van een bepaalde procedure, als derde gevraagd worden om financiële inlichtingen te verschaffen over een klant.


Deze regeling heeft zowel betrekking op puur Belgische onderzoeken als voor vragen van de buitenlandse fiscus op grond van een dubbelbelastingverdrag of een Europese richtlijn.


In het kader van deze versoepeling van het fiscaal bankgeheim werd eveneens een wettelijke regeling voorzien voor de creatie van een CAP. De beweegredenen voor de invoering hiervan waren van tweeërlei aard:


  • de administratie toelaten om snel en vlot het rekeningnummer te vinden indien de belastingplichtige hieraan zijn medewerking niet verleent; anders zou de belastingadministratie steeds alle banken moeten aanschrijven (zo'n 200-tal), wat op zich een enorme rompslomp meebrengt, en
  • de privacy van de belastingplichtige beschermen; indien een belastingplichtige bijvoorbeeld klant is bij 2 instellingen, dan is het omwille van de privacyregels onaanvaardbaar dat ook de andere ‘198’ banken kennis krijgen van het feit dat die betrokken persoon een mogelijk probleem heeft met de fiscus. Daar de ondervraging van alle financiële instellingen van het land het bestaan van ernstige - maar niet bewezen - vermoedens van fiscale onregelmatigheden in hoofde van een belastingplichtige aan het licht brengt, kan deze rondvraag immers beschouwd worden als een ernstige inbreuk op het privéleven van de belastingplichtige, op zijn financiële geloofwaardigheid en op zijn reputatie.


Het ging toen dus om een nieuwe unieke elektronische database voor de hele Belgische financiële sector, die toelaat te vernemen bij welke financiële instelling juist men de fiscale informatie kan opvragen m.b.t. een bepaalde belastingplichtige


Het CAP werd opgericht in een neutrale zone, namelijk bij Nationale Bank van België (NBB) (art. 322 § 3 WIB 92).

Het is een functioneel afzonderlijke entiteit in de schoot van de NBB maar zonder eigen rechtspersoonlijkheid. In feite werd dus binnen de NBB een databank gecreëerd waarin alle rekeningnummers en de namen van hun titularissen opgevraagd kunnen worden.


In 2015 werden belastingplichtigen met een rekening in het buitenland zelf verplicht om het betreffende rekeningnummer of nummers rechtstreeks te melden aan het CAP.


In 2018 heeft de vorige regering besloten om de reglementering inzake het CAP uit de fiscale context te lichten en daarvoor een autonoom wetgevend kader uit te werken. Het gaat meer bepaald om de wet van 8 juli 2018 houdende organisatie van een centraal aanspreekpunt van rekeningen en financiële contracten en tot uitbreiding van de toegang tot het centraal bestand van berichten van beslag, delegatie, overdracht, collectieve schuldenregeling en protest.


De toegang van het CAP was immers al een tijdje niet meer exclusief voorbehouden aan de fiscus. Ook het Openbaar Ministerie, onderzoeksrechters, de witwascel en zelfs notarissen konden ondertussen al informatie inwinnen bij het CAP.


Van die aanpassing van het wettelijk kader werd ook gebruik gemaakt om ook nog andere Belgische financiële instellingen informatieplichtig te maken, waaronder de verzekeraars en betalingsinstellingen. Sindsdien moet ook onder meer het bestaan van bepaalde levensverzekeringen van tak 21, 23, 25 of 26 gemeld worden. Daarnaast werd het ook verplicht om de verhuur van kluizen te melden.


Sinds de aanpassing van 2018 dienen ook elke opening of afsluiting van een bank-of betaalrekening onmiddellijk te worden meegedeeld, alsook een wijziging van gegevens (voorbeeld toekenning of intrekking van een volmacht).

Tot hiertoe worden enkel rekeningnummers en contractnummers gemeld, geen saldi of afkoopwaarden.


De aanleg van een vermogensregister is een feit

De basis voor deze recente aanpassing in december 2020 kan teruggevonden worden in het verslag van de formateurs


De Croo en Magnette van 30 september 2020. Meer bepaald werd het volgende voorzien (op blz. 44): “Er worden maatregelen genomen op vlak van transparantie en preventie. Desalniettemin dient de privacy en de rechten van de belastingplichtige gerespecteerd te worden. Daarom zullen de banksaldi van Belgische rekeningnummers overgemaakt worden aan het CAP.”


De uitbreiding van de gegevens die uitgewisseld moeten worden, wordt ingeschreven in de voornoemde kaderwet van 8 juli 2018. Meer in het bijzonder wordt in de verplichting voorzien om het periodieke saldo van de bank- en betaalrekeningen, alsook het geglobaliseerde bedrag van een geheel van bepaalde contracten (contracten vermogensbeheer, bepaalde levensverzekeringscontracten) aan het CAP te melden (gewijzigd artikel 4 van de wet van 8 juli 2018).


Een in ministerraad overlegd KB dient nog enkele modaliteiten daarvan verder te preciseren, waaronder de periodiciteit van de melding van de saldi en de geglobaliseerde bedragen, alsook het minimumbedrag daarvan waaronder de informatieplichtige geen melding zou moeten doen aan het CAP. (art. 20, al. 1, 3) van de programmawet van 20 december 2020).


Vanaf 2022 zal dus de stand of saldi van de rekeningen en van beleggingsverzekeringen in België gekend zijn via het CAP. Via de internationale gegevensuitwisseling (DAC2 of CRS) worden ook de standen van betaal- en effectenrekeningen van Belgische belastingplichtigen aan de Belgische fiscus uitgewisseld. Ook de Belgische onroerende bezittingen zijn bekend via het kadaster en onroerende inkomsten uit buitenlandse onroerende goederen worden doorgaans ook uitgewisseld naar de Belgische fiscus.


Big Brother is watching you


Officieel heet het dat deze nieuwe informatie-uitwisseling een (eventueel) fraudeonderzoek door de fiscus of het gerecht zal vergemakkelijken. Vandaag moeten die, bij een vermoeden van fraude, eerst een onderzoeksbevel opstellen om een banksaldo te kunnen raadplegen. Die stap zal wegvallen. De fiscus zal bijgevolg, wanneer ze bij verdenking van fraude de CAP-databank raadpleegt, ook meteen het saldo van de rekeningen van de betrokken belastingplichtige zien, maar niet de verrichtingen daarop.


Ofschoon deze aanpassingen bijgevolg formeel ingeschreven worden in het kader van de bestrijding van witwasmisdrijven en fiscale fraude, bestaat toch de vrees dat de informatie van het CAP op korte termijn ook voor andere doeleinden zal kunnen worden aangewend en in het bijzonder voor nieuwe taxatiedoeleinden (eventueel mits een bijkomende wetswijziging).


Dit risico voelt bijzonder reëel aan bij het lezen van het advies nr. 122/2020 van 26 november 2020 van de Gegevensbeschermingsautoriteit (de vroegere Privacy commissie) over deze informatie-aanpassing, in combinatie met de volgende vermelding in de Memorie van Toelichting bij deze wetswijziging:


“In overeenstemming met het regeerakkoord wordt de strijd tegen de fraude als een prioriteit ingeschreven gezien fraude de rechtvaardigheid van het belastingstelsel ondermijnt. In het bijzonder in de huidige omstandigheden, met de gezondheidscrisis als gevolg van COVID-19 dient eenieder bij te dragen in de noodzakelijke financiering in onze gezondheidszorg en het relanceplan (eigen benadrukking). Vanuit deze doelstelling is één van de voorgestelde maatregelen inzake transparantie en preventie om binnen de bestaande mogelijkheid voor de belastingadministratie om het Centraal Aanspreekpunt (CAP te raadplegen, deze raadpleging uit te breiden met de gegevens over het saldo van de bank- en betaalrekening en contracten die nu aan het CAP moeten worden gecommuniceerd.” (Doc. 55 – 1662/001, blz. 18).


De Gegevensbeschermingsautoriteit stelt het bestaan van enige link met de huidige gezondheidscrisis sterk in vraag en wijst erop dat – zonder evenwel afbreuk te doen aan de ernst van de situatie – gebeurtenissen van voorbijgaande aard slechts zelden de invoering van permanente maatregelen kunnen verantwoorden (randnr. 24 van het advies).

Bovendien meent zij dat de opgeworpen verantwoordingsgronden – namelijk meer transparantie aangaande de gegevens van de belastingplichtige teneinde een eerlijker belastingstelsel te waarborgen en de verhoging van de efficiëntie inzake de inning van belastingschulden – te vaag zijn geformuleerd (randnr. 25 van het advies).


Noch uit het wetsontwerp, noch uit de memorie van toelichting blijkt op welke wijze de mededeling van het periodieke saldo van bank- en betaalrekeningen en het in euro uitgedrukte, periodieke geglobaliseerde bedrag van bepaalde verzekeringscontracten concreet zal bijdragen aan de verwezenlijking van de bovenstaande doeleinden (eveneens randnr. 25 van het advies).


Bovendien kan men vandaag reeds bij raadpleging van het CAP vernemen bij welke instelling(en) de geviseerde persoon rekeningen of anderszins financiële producten houdt. In het kader van hun onderzoeksbevoegdheid ter zake kunnen de desbetreffende ambtenaren daar steeds de informatie opvragen die ze nodig hebben (randnr. 26 van het advies).


Zij besluit dat het hier gaat om een ‘onnodige, bijzonder verregaande en risicovolle centralisatie van financiële (persoons)gegevens, die niet in verhouding staat tot de beoogde doeleinden’.

Maar het advies van de Gegevensautoriteit is niet bindend en de regeringspartijen hebben het gewoon naast zich neergelegd en doorgezet.


Of hoe het CAP een vermomd vermogensregister van financiële rekeningen kan worden.

Misschien een discrete uitvalsbasis voor plan B, voor mocht de nieuwe jaarlijkse taks op effectenrekeningen aangevochten worden voor het Grondwettelijk Hof.


En met de blockchain technologie kan er ook een vermogensregister van vastgoedbeleggingen met indicatie van huurwaarde gemaakt worden.


Dirk Coveliers - Counsel (dirk.coveliers@tiberghien.com)

Yannick Cools - Associate (yannick.cools@tiberghien.com)


Bron: Tiberghien

Mots clés

Articles recommandés