2022 : slechts beperkt aantal mensen werkt via een digitaal platform

Iedereen kent wel Uber, Airbnb of Vinted. Misschien heb je ook wel eens online een logement geboekt op deze sites, of iets verkocht wat je niet meer nodig had. Maar hoeveel mensen werken er nu via deze digitale platformen? Deze cijfers waren tot nu toe niet bekend. Daarom voerde Statbel een representatieve enquête uit bij 15-64-jarigen om te meten hoeveel mensen via de digitale platformen werkten. Om van tewerkstelling via een platform te spreken moet de werkende minstens 1 uur gewerkt hebben voor één of meerdere klanten en moet de toewijzing van dit werk via een platform (of app) gebeuren.

Uit onze bevraging blijkt dat 84.000 mensen het afgelopen jaar minstens een uur voor digitale platformen werkten, dit is slechts 1,1% van de 15-64-jarigen. Bij 84,5% was dat slechts voor één platform. De meeste mensen werkten via een platform voor het leveren van voeding en andere goederen (Deliveroo, Uber Eats,…), verkochten goederen online (Tweedehands, Vinted, …), werkten als babysit of verzorgden IT-diensten.

Tijd en inkomen

Meer gedetailleerde vragen werden gesteld aan degenen die afgelopen maand voor een platform werkten. Daarvan werkte 19,2% minder dan 1 uur. Deze mensen werden verder niet opgenomen in de volgende cijfers. Het is wel duidelijk dat voor de meeste mensen de platformen iets zijn waar niet intensief voor gewerkt wordt: 39,0 % werkt tussen 1 en 9 uur per maand voor deze platformen en 19,6% 10 tot 19 uur. Slechts 18,2% werkt meer dan 20 uur per maand voor een platform. Ook qua aandeel van het inkomen ligt dit niet zo hoog: 25,7% haalde afgelopen maand geen inkomen uit de platformen, 45,2% minder dan een kwart van hun totale inkomen.

Profiel

Als we dan naar het profiel van deze mensen gaan kijken, dan zien we dat de verdeling tussen mannen en vrouwen (over alle platformen heen) vrij gelijk is. We zien ook een oververtegenwoordiging van hooggeschoolden: 54,2% van de platformwerkers heeft minstens een diploma van het hoger onderwijs, terwijl dat in de totale populatie 36,8% is. Ze zijn gemiddeld iets jonger, en 74,8% geeft zelf aan werkend te zijn, 16,3% is student. Als we gaan kijken naar degene die in de referentieweek platformwerk deden als job, dan zien we dat mensen vooral onder het zelfstandigenstatuut werken via platformen. Uit onze data blijkt dat platformwerk vaker voorkomt in dichtbevolkte plaatsen, en bijgevolg zijn er, verhoudingsgewijs, ook meer mensen die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wonen die platformwerk doen.

Sociale bescherming

Het is onduidelijk in welke mate platformwerkers aanspraak kunnen maken op sociale bescherming en andere arbeidsrechten. We bekeken hier in welke mate platformwerkers recht hebben op een werkloosheidsvergoeding, ziekteverlof en een uitkering bij arbeidsongeval.

Iets meer dan helft van de platformwerkers is niet verzekerd tegen een arbeidsongeval, 65,8% niet tegen ziekte en 72,5% niet tegen werkloosheid. Degene die aangeven toch een werkloosheidsvergoeding te kunnen ontvangen, kunnen dat vooral via het platform zelf, eerder dan via een andere job of een andere verzekering. De verzekering tegen ziekte en arbeidsongevallen daarentegen, verloopt meestal via een andere job of via een extra verzekering. Minder dan 1% weet niet of ze verzekerd zijn. Als we de drie sociale beschermingsmaatregelen samennemen, dan zien we dat 41,6% nergens tegen beschermd is (niet tegen werkloosheid, ziekteverlof en een arbeidsongeval). 15,4% heeft de drie verzekeringen. 43% heeft één of twee verzekeringen.


Arbeidsomstandigheden

De arbeidsomstandigheden op een platform zijn ook niet altijd duidelijk: in welke mate geeft het algoritme iedereen een eerlijke kans om een taak te aanvaarden? Het overgrote deel van onze respondenten geeft aan dat ze de taken zelf kunnen kiezen (58,7%) en dat ze taken kunnen weigeren zonder gevolgen (70,8%). 4,0% geeft aan dat ze geen taken kunnen weigeren omdat ze dan niet meer voor het platform kunnen werken en 20,5% geeft aan dat als ze taken weigeren, ze daarna bijvoorbeeld minder aantrekkelijke taken krijgen. Er is dus een kleine groep voor wie de platformen minder vrijheid geven.

70,0% geeft ook aan dat ze vrij hun werkuren kunnen bepalen en 59,4% geeft aan dat ze zelf hun prijs kunnen bepalen. Aan de andere kant is er ook 9,7% voor wie de werkuren volledig door het platform bepaald worden en 24,2% voor wie de prijs volledig door het platform bepaald wordt.

Mots clés

Articles recommandés

Volgens de najaarsenquête 2024 zou de investeringsdynamiek toenemen in 2025

Update afbraak en heropbouw – Nieuwe Circulaire gepubliceerd

Rapport over "Belgisch federalisme in cijfers" : analyse van de openbare tewerkstelling