Afschaffing van de vaste verminderingsdrempels voor de voorlopige sociale bijdragen

Zelfstandigen betalen eerst voorlopige sociale bijdragen op basis van hun inkomen van drie jaar voordien. Die voorlopige sociale bijdragen worden geregulariseerd naar definitieve sociale bijdragen zodra de inkomsten van het bijdragejaar gekend zijn. De zelfstandige moet dan bijbetalen of krijgt geld terug.

De zelfstandige die verwacht dat zijn inkomen van het bijdragejaar lager zal zijn dan zijn inkomen van drie jaar voordien, kan lagere voorlopige sociale bijdragen betalen.

Vanaf 1 januari 2022 worden de vaste drempels voor de vermindering van de voorlopige sociale bijdragen afgeschaft. De zelfstandige kan voortaan vrij het bedrag bepalen in functie van de geraamde inkomsten. Bij zijn aanvraag tot vermindering moet hij aan zijn socialeverzekeringsfonds een objectieve verantwoording geven.

De minimumbijdrage voor de zelfstandigen in hoofdberoep, primostarters en meewerkende echtgenoten blijft behouden. Zij kunnen nooit minder voorlopige sociale bijdragen betalen dan die minimumbijdrage.

In geval van een onterechte vermindering, blijft het systeem van de verhoging van de sociale bijdragen behouden.

De afschaffing van de vaste verminderingsdrempels is van toepassing op de voorlopige sociale bijdragen die zijn verschuldigd vanaf het eerste kwartaal van 2022.

Hoeveel sociale bijdragen moet ik betalen?

De bijdragen die je moet betalen, zijn een percentage van je beroepsinkomsten. Dit percentage verschilt naargelang je bijdragecategorie en je inkomen.

Het gaat om de brutoberoepsinkomsten, verminderd met de beroepskosten en beroepsverliezen. Die beroepsinkomsten worden vastgesteld door de belastingsadministratie.

Je definitieve bijdragen worden berekend op je inkomsten van het jaar zelf. Je zal dus bijvoorbeeld je bijdragen voor 2022 betalen op basis van je inkomsten van 2022.

Je socialeverzekeringsfonds zal je definitieve bijdragen pas kunnen bepalen als het je inkomsten voor dat jaar kent. En de beroepsinkomsten van dat jaar worden pas een of twee jaar later (in de meeste gevallen) door de fiscus vastgesteld.

Daarom betaal je eerst voorlopige bijdragen op basis van je inkomen van drie jaar voordien. Was je toen nog geen zelfstandige, dan betaal je wettelijk vastgelegde voorlopige bijdragen.

Die voorlopige bijdragen worden geregulariseerd naar je definitieve bijdragen zodra de fiscus je beroepsinkomsten meedeelt aan je socialeverzekeringsfonds. Ofwel moet je dan bijbetalen ofwel krijg je geld terug.

Als je verwacht dat je inkomen van het bijdragejaar hoger zal zijn dan je inkomen van drie jaar voordien, dan kan je hogere voorlopige bijdragen betalen. Zo vermijd je dat je bij de regularisatie veel moet bijbetalen.

Als je verwacht dat je inkomen van het bijdragejaar lager zal zijn dan je inkomen van drie jaar voordien, dan kan je lagere voorlopige bijdragen betalen in functie van je geraamde inkomsten. Dat kan niet zomaar. Je socialeverzekeringsfonds moet akkoord gaan. Je moet aan de hand van objectieve elementen aantonen dat je inkomen lager zal zijn.

Opgelet! Als je werkelijke inkomen van het bijdragejaar toch hoger is dan het bedrag waarop je de verminderde voorlopige bijdragen hebt betaald, dan wordt bij de eindafrekening van de definitieve bijdragen niet alleen een supplement aangerekend, maar ook verhogingen.

Zelfstandigen in hoofdberoep, primostarters en meewerkende echtgenoten betalen altijd een minimumbijdrage, ook al zijn hun beroepsinkomsten lager. Hun eventuele verminderde voorlopige bijdragen kunnen nooit lager zijn dan die minimumbijdrage.

Bovenop de bijdragen komen nog beheerskosten die je socialeverzekeringsfonds mag aanrekenen om haar uitgaven te dekken.

Naar de bedragen van de sociale bijdragen

Mots clés

Articles recommandés

Het autisme van de minister van Financiën ten opzichte van ondernemerschap is bedroevend

Maar wat voor ondernemer ben jij?

Duurzaamheid in het bedrijfsleven: een studiedag om de rapportering te beheersen