Het koninklijk besluit strekt ertoe de inhoud en de vorm van de inkomensverklaring vast te leggen waarmee wordt aangetoond dat de belastingplichtige en, desgevallend, de echtgenoot van de belastingplichtige de aftrek van onderhoudsuitkeringen vermeld in artikel 104 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 in de woonstaat niet kunnen genieten omwille van de geringe omvang van hun in die staat belastbare inkomsten en die aftrek niet kan worden overgedragen naar een volgend belastbaar tijdperk. Die inkomensverklaring wordt overeenkomstig artikel 242, § 1/1, van het WIB 92 opgemaakt door de belastingautoriteit van de woonstaat van de belastingplichtige.
De wet van 21 december 2022 houdende diverse fiscale bepalingen heeft in artikel 242 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) een paragraaf 1/1 ingevoegd om de aftrek van onderhoudsuitkeringen onder bepaalde voorwaarden ook mogelijk te maken voor inwoners van een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte die niet voldoen aan de 75 pct.-regel maar in hun woonstaat omwille van de geringe omvang van inkomsten die in de woonstaat belastbaar zijn, geen of slechts een beperkt fiscaal voordeel kunnen genieten voor die onderhoudsuitkeringen. De belastingplichtige moet aantonen dat dit het geval is aan de hand van een inkomensverklaring van de belastingautoriteit van zijn woonstaat. Dit besluit legt de inhoud van die inkomensverklaring vast. De vorm van de verklaring zal worden vastgelegd door de Minister van Financiën of zijn afgevaardigde.
Eerst en vooral moet de inkomensverklaring aangeven voor welk inkomstenjaar ze wordt afgeleverd. De inkomensverklaring geldt enkel voor dat inkomstenjaar. De inkomenssituatie van de belastingplichtige kan immers van jaar tot jaar verschillen.
De inkomensverklaring moet ook de gegevens vermelden die toelaten om de belastingplichtige te identificeren. Het gaat hierbij om de naam en voornamen, de geboortedatum en het volledige adres van de belastingplichtige in zijn fiscale woonstaat evenals zijn fiscaal identificatienummer in de woonstaat. Als de onderhoudsuitkeringen door beide echtgenoten verschuldigd zijn, moeten de identificatiegegevens van beide echtgenoten vermeld worden.
Daarnaast wordt gevraagd om de verkrijger van de onderhoudsgelden te identificeren aan de hand van zijn naam en voornaam en zijn adresgegevens. Deze gegevens maken dat de belastingautoriteit van de woonstaat kan verklaren dat voor de betrokken onderhoudsuitkeringen in beginsel een belastingvoordeel kan worden verleend in de woonstaat (zie hierna). De gegevens met betrekking tot de verkrijger van de onderhoudsgelden die de belastingplichtige zal moeten verstrekken wanneer de Belgische belastingadministratie hem vraagt om de aftrek te rechtvaardigen van de onderhoudsgelden die hij in zijn aangifte (of in zijn bezwaarschrift) heeft gevraagd, en die die administratie moeten toelaten om na te gaan of de in artikel 104, WIB 92 vermelde basisvoorwaarden voldaan zijn, zullen moeten overeenstemmen met de gegevens die in de inkomensverklaring vermeld zijn.
De verklaring moet ook preciseren welke dienst van de belastingautoriteit van de woonstaat de verklaring aflevert en op welke datum dit gebeurt. De gegevens van de dienst kunnen ook blijken uit een stempel. Ook de naam en voornaam van de persoon die de verklaring namens die dienst ondertekent, moeten worden vermeld.
De belastingautoriteit van de woonstaat moet een aantal elementen attesteren die de Belgische belastingadministratie moeten in staat stellen om na te gaan of aan bepaalde voorwaarden voor de toepassing voor artikel 242, § 1/1, WIB 92 is voldaan.
Het gaat om : de bevestiging dat de belastingplichtige fiscaal inwoner is van de betrokken staat;
Naast de officiële Nederlandstalige en Franstalige versie van de inkomensverklaring, zal ook een Engelstalige modelverklaring ter beschikking worden gesteld door de fiscale administratie.
Wanneer de belastingplichtige de aftrek van onderhoudsuitkeringen onmiddellijk in zijn aangifte in de belasting van niet-inwoners aanvraagt, moet hij de inkomensverklaring ter beschikking houden van de belastingadministratie. Wanneer hij de aftrek aanvraagt via een bezwaarschrift, moet de inkomensverklaring bij het bezwaarschrift worden gevoegd.
Dit besluit is, net als artikel 242, § 1/1, WIB 92, van toepassing vanaf aanslagjaar 2023.