1. Kenmerken
- Tarief : 10%
- Betrokken activa : aandelen, obligaties, aandelen van beleggingsfondsen, cryptovaluta, en waarschijnlijk ook verzekeringsproducten (tak 21/23).
- Aftrek van minwaarden : enkel van gerealiseerde belastbare meerwaarden tijdens het jaar (geen verrekening van minwaarden).
- Vrijstelling : meerwaarden tot 10.000 EUR worden niet belast.
- Uitsluiting van vroegere meerwaarden : meerwaarden die werden gerealiseerd voor de inwerkingtreding van de maatregel zijn niet betrokken.
- Vrijstellingsregeling voor meerwaarden op substantiële participaties (>20%) in cascade :
- Meerwaarde steeds vrijgesteld tot 1 miljoen euro.
- Meerwaarde tussen 1 en 2,5 miljoen euro : tarief van 1,25%.
- Meerwaarde tussen 2,5 en 5 miljoen euro : tarief van 2,5%.
- Meerwaarde tussen 5 en 10 miljoen euro : tarief van 5%.
- Meerwaarde boven 10 miljoen euro : standaardtarief van 10%.
2. Het praktische belang van de drempel van 20% minimale participatie
Ik gaf enkele dagen voor het regeringsakkoord een interview in La Libre over deze belasting. De laatste versie van het akkoord brengt verschillende wijzigingen.
- Verhoogd belastingtarief : van 5% naar 10%.
- Verhoogd vrijgesteld bedrag : van 6.000 EUR naar 10.000 EUR.
- Wijzigingen in de vrijstelling van meerwaarden op substantiële participaties :
- Alleen natuurlijke personen die participaties van meer dan 20% bezitten komen in aanmerking (Supernota : 5%).
- Aandeelhouder <20% : meerwaarde onderworpen aan de belasting van 10% (boven de vrijstelling van 10.000 EUR).
3. Co-existentie met andere regelingen voor de belasting van meerwaarden
- Belasting van "abnormale" of "speculatieve" meerwaarden : tarief van 33%, met name voor:
- Meerwaarden die zogenaamd intern zijn.
- Speculatieve meerwaarden op cryptovaluta (art. 90 van het CIR).
- Anti-misbruikbepaling (art. 344, §1er van het CIR) : bepaalde meerwaarden op aandelen zouden kunnen worden belast in aanwezigheid van overtollige liquiditeiten in de afgestoten vennootschap of haar dochterondernemingen (arrest Hof van Beroep Antwerpen van 6/9/2022 - cassatieberoep verworpen - Cass. 11 januari 2024).
- Belasting van meerwaarden op SICAV's van kapitaal (die >10% vorderingen beleggen) (art. 19bis van het CIR), en belasting van meerwaarden op vaste inkomstenwaarden (art. 19, §2 van het CIR).
4. Uitstel van belasting?
Wat als een natuurlijke persoon een belangrijke meerwaarde realiseert bij de inbreng van een participatie in een holdingvennootschap, die zo meer dan 50% van de aandelen verwerft?
- Uitstel van belasting : in principe van toepassing (art. 95 van het CIR - Fusie-richtlijn).
- Beperkte bruikbaarheid : in geval van latere doorverkoop wordt de meerwaarde in principe belastbaar.
De definitieve teksten zullen deze maatregelen en hun praktische toepassing verduidelijken. Wordt vervolgd...