Het afgelopen academiejaar schreef ik mijn masterproef over een van de meest actuele fiscale thema's van het moment: de vergoeding in auteursrechten. Aan de hand van wetgeving, rechtspraak, rechtsleer en de rulingpraktijk maakte ik een analyse van de fiscale behandeling van auteursrechten in de personenbelasting na de wet van 16 juli 2008.
Het fiscaal regime voor auteursrechten ontstond in 2008 vanuit de noodzaak van een fiscaal statuut voor inkomsten uit artistieke activiteiten, zoals deze van schrijvers en kunstenaars. Vanwege de zeer gunstige behandeling, is de belastingregeling op vandaag populairder dan ooit. De voorwaarden zijn dermate algemeen gehouden, dat het regime bedoeld voor artistieke beroepen intussen al goed ingeburgerd is in de bedrijfswereld als een onmisbare tool in de war for talent binnen de huidige kenniseconomie.
De vraag is dan ook of er niet moet teruggekeerd worden naar de kern van het regime, maar dan deze keer mét een duidelijke wetgeving: een fiscaal gunstregime voor kunstenaars die te maken krijgen met wisselende inkomsten en daardoor fiscaal benadeeld worden.
Dank aan iedereen die bij het 'schrijfproces' betrokken was.
Gauthier Vandenbossche,
Masterstudent aan UGent: Handelswetenschappen - Fiscaliteit
Bron: Linkedin