Belastingaangifte: waarom krijgen sommige werknemers belasting terug en moeten anderen bijbetalen?

In België verloopt de belasting van de beroepsinkomsten van werknemers in principe in twee fasen. De eerste stap via een inhouding van bedrijfsvoorheffing en de tweede stap via de berekening van de eindbelasting. De werkgevers moeten immers bedrijfsvoorheffing aan de bron inhouden op het belastbare loon (brutoloon verminderd met de aan de RSZ verschuldigde socialezekerheidsbijdragen) dat zij aan hun werknemers betalen of toekennen, en deze aan de Staat doorstorten. Deze bedrijfsvoorheffing wordt dan verrekend in de door de werknemer verschuldigde belasting. Nu de deadline voor het indienen van de belastinbgaangifte nadert, herhaalt Isabelle Caluwaerts, Legal Expert bij Partena Professional, nog ‘s de principes van de bedrijfsvoorheffing.

Waarom verschilt het bedrag van de inhouding van werknemer tot werknemer?

De bedrijfsvoorheffing is een voorschot op de verschuldigde eindbelasting. Deze voorheffing wordt in principe maandelijks door de werkgever aan de bron ingehouden op het belastbare loon (brutoloon minus socialezekerheidsbijdragen) van de werknemers. Het bedrag van deze inhouding hangt af van de hoogte van het belastbare loon, de aard van het loon (maandloon, eindejaarspremie, vakantiegeld, uitzonderlijke vergoeding, enz.), de gezinssamenstelling (alleenstaande of gehuwde werknemer, echtgeno(o)t(e) met of zonder inkomen, enz.) en eventuele verminderingen waarop de werknemer aanspraak kan maken (bijvoorbeeld verminderingen voor gezinslasten).

"De werkgever beslist niet over het bedrag van de inhouding. Elk jaar worden in het Belgisch Staatsblad de officiële schalen van de bedrijfsvoorheffing gepubliceerd. Werkgevers die loon betalen aan werknemers moeten zich houden aan deze schalen en de regels die daarin zijn vastgelegd. De werknemer kan op zijn beurt zijn werkgever altijd vragen om meer in te houden dan wat in de reglementering is bepaald. Nooit minder," legt Isabelle Caluwaerts uit.

We merken op dat de bedrijfsvoorheffing ook moet worden ingehouden op bepaalde andere inkomsten, zoals werkloosheidsuitkeringen, ziekteuitkeringen, pensioenen, vervangingsinkomens, enz.

"Het is bij de berekening van de eindbelasting, na het invullen van zijn jaarlijkse belastingaangifte, dat het bedrag van de voorheffing van de werknemer in mindering gebracht zal worden op de belasting die hij aan de Staat verschuldigd is. Ook hier kunnen verschillende factoren van invloed zijn op de berekening van deze belasting (aftrekbare uitgaven en kosten, gezinssituatie, bestaan van andere belastbare inkomsten, ....). Elke situatie is dus anders," zegt Isabelle Caluwaerts.

Waarom volstaat de voorheffing niet altijd om de eindbelasting te dekken?

De personenbelasting kent progressieve belastingtarieven. Dit betekent dat het belastingtarief stijgt naarmate het inkomen stijgt. Bijgevolg is het mogelijk dat, indien de werknemer verschillende bronnen van beroepsinkomsten heeft (bijvoorbeeld: twee deeltijdse jobs voor twee verschillende werkgevers, de combinatie van een loon en een werkloosheidsuitkering of een vergoeding betaald door het ziekenfonds,...), de aan de bron ingehouden bedrijfsvoorheffing door de verschillende schuldenaars van de beroepsinkomsten ontoereikend is om de eindbelasting optimaal te financieren.

Op bepaalde "sociale" uitkeringen, zoals werkloosheidsuitkeringen, arbeidsongeschiktheids- of invaliditeitsuitkeringen, is het tarief van de bedrijfsvoorheffing betrekkelijk laag, wat eveneens kan leiden tot een toeslag bij de eindberekening als deze inkomsten in het kalenderjaar met andere belastbare inkomsten werden gecombineerd.

“Wanneer we de cijfers van onze klantenportefeuille analyseren, zien we dat 7,7% van de werknemers in 2021, voornamelijk als gevolg van de gezondheidscrisis, tijdelijke werkloosheidsuitkeringen heeft gekregen. Dit kan dus zeker een invloed hebben op het bedrag van de te ontvangen of te betalen belasting wanneer deze werknemers hun belastingaangifte hebben ingevuld en de definitieve berekening is gemaakt,” legt Isabelle Caluwaerts uit

Dit geldt met name ook voor de voorheffing aan de bron op het vakantiegeld van arbeiders die door vakantiefondsen worden uitbetaald, wat in bepaalde situaties ontoereikend kan zijn om de eindbelasting te dekken. En ook voor de voorheffing op de wettelijke uitkeringen van tijdelijkse werkloosheid die werden toegekend aan werknemers die werkloos waren wegens overmacht als gevolg van de gezondheidscrisis of andere gebeurtenissen (bv. in het kader van de crisis in verband met de oorlog in Oekraïne). In 2021 kenden veel werknemers nog periodes van tijdelijke werkloosheid en ontvingen zij uitkeringen waarop 15% bedrijfsvoorheffing werd ingehouden. Deze voorheffing zou in sommige situaties onvoldoende kunnen zijn om de belasting te dekken, vooral wanneer deze vervangingsinkomsten worden gecombineerd met andere beroepsinkomsten. En het zijn deze inkomsten van 2021 die het voorwerp zullen uitmaken van belastingaangiften in de zomer van 2022.

Anderzijds wordt op de inkomsten van sommige categorieën van werknemers (bv. uitzendkrachten) weinig voorheffing ingehouden. Dit is te wijten aan de meer variabele en soms meer onzekere aard van hun arbeidssituatie. Maar voor hetzelfde bedrag aan belastbaar inkomen en dezelfde belastbare situatie zal de uitzendkracht dezelfde belasting betalen als de "gewone" werknemer.

De schalen van de bedrijfsvoorheffing worden geïndexeerd: wat betekent dit concreet?

Elk jaar worden de schalen van de bedrijfsvoorheffing geïndexeerd. Zo blijft men theoretisch in dezelfde belastingschijf als het loon eveneens werd geïndexeerd.

“In principe stemt de inhouding van bedrijfsvoorheffing zo nauw mogelijk overeen met de eindbelasting”, legt Isabelle Caluwaerts uit. Daarom zijn bijvoorbeeld ook bepaalde verminderingen die op fiscaal niveau van toepassing zijn in de berekening van de voorheffing opgenomen.

“Dit betekent echter niet dat de betrokken werknemer in alle situaties, waaronder de hierboven vermelde situaties, door de correcte toepassing van de schalen van de bedrijfsvoorheffing iniet voor een aangename (terugbetaling) of onaangename (toeslag) verrassing zal komen te staan wanneer hij zijn aanslagbiljet met de berekening van de aan de Staat verschuldigde eindbelasting ontvangt", besluit Isabelle Caluwaerts, Legal Expert bij Partena Professional.

Bron: Partena Professional

Mots clés