De Raad heeft een herziene EU-lijst van rechtsgebieden die niet coöperatief zijn op belastinggebied aangenomen.
Naast de 5 rechtsgebieden die al waren opgenomen, bevat de nieuwe lijst nu ook de volgende 10 rechtsgebieden: Aruba, Barbados, Belize, Bermuda, Dominica, Fiji, de Marshalleilanden, Oman, de Verenigde Arabische Emiraten en Vanuatu.
Die rechtsgebieden zijn hun toezeggingen aan de EU niet nagekomen binnen de overeengekomen termijn.
Uit bijlage II bij de conclusies – met betrekking tot rechtsgebieden met lopende toezeggingen – blijkt ook dat bepaalde rechtsgebieden een termijnverlenging kregen om de hervormingen door te voeren om hun toezeggingen na te komen.
Vandaag hebben we onze eerste uitgebreide herziening van de EU-lijst van niet-coöperatieve rechtsgebieden afgerond. De lijst bestaat sinds 2017 en is belangrijk gebleken bij het uitvoeren, via samenwerking, van de EU-agenda voor het verbeteren van wereldwijde belastingpraktijken, het bestrijden van belastingontwijking en het bevorderen van goed bestuur en transparantie. Meer dan 30 rechtsgebieden zijn hun toezeggingen om belastinghervormingen door te voeren al nagekomen.
Eugen Teodorovici, Minister van Financiën van Roemenië
De lijst is onderdeel van de door de Raad bepaalde externe EU-strategie voor belastingheffing. Hij moet belastingontwijking door ondernemingen helpen te voorkomen en goed fiscaal bestuur wereldwijd stimuleren.
Midden 2016 werd begonnen aan de lijst, door de Raadswerkgroep die verantwoordelijk is voor het uitvoeren van een EU-Gedragscode inzake de belastingregeling voor ondernemingen. In november 2016 bereikte de Raad overeenstemming over de te volgen procedure en bepaalde hij de criteria voor het screenen van rechtsgebieden van derde landen, namelijk:
Op basis daarvan nam de Raad in december 2017 conclusies aan met een EU-lijst van niet-coöperatieve rechtsgebieden, die werden gepubliceerd. Hij maakte ook afspraken over het verdere proces, met een aanbeveling voor "defensieve maatregelen" ten aanzien van de betrokken rechtsgebieden.
De eerste lijst kwam tot stand na een screening in 2017 van de 92 betrokken rechtsgebieden van derde landen, en bestond uit rechtsgebieden die geen wezenlijke toezeggingen deden om de door de EU gesignaleerde tekortkomingen aan te pakken.
De termijn voor de door de rechtsgebieden van derde landen gedane toezeggingen was eind 2018. De omzetting ervan in nationaal recht werd tot begin dit jaar zorgvuldig gevolgd op technisch niveau door de Groep gedragscode (belastingregeling ondernemingen). De Raad nam de daaruit resulterende herziene EU-lijst van niet-coöperatieve rechtsgebieden aan en bekrachtigde een nieuwe stand van zaken met betrekking tot lopende toezeggingen.
Het werk aan de EU-lijst van niet-coöperatieve rechtsgebieden is een dynamisch proces. De Raad zal deze lijst de komende jaren regelmatig herzien, rekening houdend met de veranderende termijnen voor rechtsgebieden om hun toezeggingen na te komen en met de evolutie van de criteria voor plaatsing op de lijst die de EU hanteert.
Bron: Europese Raad / Raad van de Europese Unie