Vorige week 1 mei, en de zin voor economische realiteit was weer ver te zoeken. De vakbonden, de PS, de PVDA, Groen, veertig (niet-economie) professoren (in een opiniestuk in De Morgen) kwamen allemaal met een gelijkaardig verhaal: met onze overheidsfinanciën valt het allemaal wel mee, besparingen zijn niet nodig en de budgettaire uitdagingen die er zijn kunnen we makkelijk ‘oplossen’ met extra belastingen.
Voor die extra belastingen wordt dan vooral gekeken naar de ‘sterkste schouders’. Maar ook naar hogere belastingen op arbeid door het terugdraaien van de taxshift van de regering Michel en het schrappen van bepaalde kortingen op sociale bijdragen. Dat verhaal is evenwel weinig meer dan een economisch sprookje.
Vorige week werd ook duidelijk dat we dit jaar op koers liggen voor een begrotingstekort van 5,5% van het bbp. Dat komt overeen met 35 miljard euro, de combinatie van 319 miljard aan inkomsten en 354 miljard aan uitgaven. En zonder ingrijpen loopt dat tekort de volgende jaren gewoon verder op. Ramingen van het IMF suggereren dat we met ongewijzigd beleid tegen 2030 op weg zijn naar een tekort van 8% van het bbp, met ruime voorsprong het grootste van alle industrielanden. In euro’s van vandaag zou dat overeen komen met 51 miljard.
Door het enorme tekort zal onze overheidsschuld de volgende jaren fors oplopen. Van nu tot 2030 zou onze overheidsschuld het sterkst stijgen van alle industrielanden. En zonder ingrijpen zal die toename van de schuld daarna alleen nog maar versnellen. Nog volgens de ramingen van het IMF steken we in 2030 zelfs Griekenland voorbij met onze overheidsschuld. Er bestaat geen absoluut niveau waarop de schuld onhoudbaar wordt, maar het zou duidelijk moeten zijn dat een continu toenemende schuld op langere termijn niet houdbaar is. Het valt dus helemaal niet mee met onze overheidsfinanciën en ingrepen zijn dringend nodig.
In bepaalde hoeken wordt telkens naar extra belastingen gekeken als een soort mirakeloplossing voor onze budgettaire problemen. Maar dat gaat voorbij aan de realiteit van onze overheidsfinanciën. In vergelijking met 2007, de laatste keer dat we een begroting in evenwicht hadden, zullen de totale overheidsinkomsten tegen 2030 7 miljard hoger liggen in euro’s van vandaag. De totale overheidsuitgaven zouden 56 miljard hoger liggen. De ontsporing van onze begroting zit dus volledig aan de uitgavenkant.
In 2024 hadden we de vijfde zwaarste totale belastingdruk in Europa. Meer in detail (maar dan voor 2023) haalden we de tweede hoogste inkomsten uit belastingen op kapitaal in Europa. We hebben veruit de zwaarste belastingdruk op arbeid, maar doordat er in België relatief weinig mensen aan het werk zijn, vertaalt dat zich ‘maar’ in de zesde hoogste inkomsten uit belastingen op arbeid. Enkel voor belastingen op consumptie zitten we relatief laag, met een 23e plaats qua inkomsten. Ondanks die verdeling met al de tweede hoogste inkomsten uit belastingen op kapitaal in Europa wordt toch vooral in die richting gekeken voor extra inkomsten. Maar dat is economisch een erg riskante strategie (die de economische activiteit nog meer dreigt te ondermijnen), en bovendien kloppen de cijfers niet.
Om het begrotingstekort tegen 2030 volledig ‘op te lossen’ met extra belastingen zouden we naar veruit de zwaarste belastingdruk van Europa moeten. Daarvoor zouden alle huidige belastingen 19% hoger moeten. Dat zou een catastrofe zijn voor onze economie. En wat een vermogensbelasting betreft, wat sommigen blijven aanbrengen als dé oplossing, ook daar zijn de mogelijkheden beperkt. Eerdere pogingen daartoe in andere Europese landen leverden gemiddelde inkomsten op die op Belgisch niveau overeen zouden komen met 1 miljard euro. Dan blijft er dus nog een gat van 50 miljard over.
De weg uit het budgettaire moeras loopt via besparingen, langer werken en vooral veel sterkere economische groei. Wat de nieuwe federale regering vandaag probeert te realiseren, en waartegen de vakbonden en linkse oppositie nu campagne voeren, is nog maar het begin. Er zal de komende jaren nog meer nodig zijn om onze overheidsfinanciën terug op de rails te krijgen. De ernst van het probleem negeren of blijven terugvallen op belastingsprookjes waarvan de cijfers totaal niet kloppen, maakt de budgettaire uitdaging op langere termijn alleen maar groter.