Belastingverhoging wegens laattijdige aangifte: hof van beroep bevestigt motiveringsplicht

Belastingplichtigen die een fiscale controle ondergaan, worden vaak geconfronteerd met belastingverhogingen en administratieve sancties. Indien de fiscus een belastingverhoging wenst op te leggen, dient zij dit steeds in concreto te motiveren. Een gestandaardiseerde argumentatie die geen acht slaat op de concrete feiten in het dossier, zoals in de praktijk vaak wordt aangewend, is dan ook uit den boze. Indien de fiscus een belastingverhoging niet of onvoldoende motiveert, moet deze belastingverhoging nietig worden verklaard omwille van een motiveringsgebrek.

In een recente zaak voor het Luikse hof van beroep kwam de motiveringsvereiste aan bod (Luik 12 oktober 2022, 2020/RG/659, www.taxwin.be).

De fiscus had een belastingverhoging opgelegd aan een belastingplichtige die haar aangifte laattijdig had ingediend. De fiscus had zich in zijn motivering beperkt tot de vermelding dat het om de vierde overtreding ging en dat de belastingverhoging bijgevolg ‘automatisch’ van toepassing is. In de kennisgeving van beslissing tot taxatie ging de controleur evenwel niet in op de argumenten van de belastingplichtige over o.a. de onevenredigheid van de sanctie.

Een gedragswijze die niet door de beugel kan, zo oordeelt het Luikse hof van beroep. Volgens het hof van beroep werd de kennisgeving van beslissing tot taxatie gebrekkig en laconiek gemotiveerd. Bijgevolg vernietigt het hof de aanslag, en bevestigt het daarmee het vonnis in eerste aanleg.

Het hof bevestigt hiermee dat een louter algemene vermelding als bijvoorbeeld “eerste overtreding zonder het opzet de belasting te ontduiken” niet voldoet aan de motiveringsvereiste indien de belastingplichtige concrete argumenten inbrengt tegen de belastingverhoging.

Deze rechtspraak bevestigt nogmaals het belang van een concrete en gedegen motivering bij de toepassing van een belastingverhoging. Ook de fiscus is gebonden door zijn wettelijke verplichtingen tot adequate motivering en behoorlijk bestuur.

Quid wettelijke basis van een belastingverhoging wegens laattijdige aangifte?

Klaarblijkelijk had de belastingplichtige in deze zaak niet opgeworpen dat een belastingverhoging wegens een laattijdige aangifte (op het moment van de laattijdige indiening) überhaupt niet wettelijk voorzien was (noch in artikel 444 WIB92, noch in het KB/WIB92). De belastingplichtige had namelijk ook met dit argument haar slag kunnen thuishalen.

Het is immers verdedigbaar dat een belastingverhoging wegens een laattijdige aangifte maar kan worden opgelegd voor de laattijdig ingediende aangiftes vanaf 23 oktober 2022. Vóór deze datum waren er geen schalen van belastingverhogingen voorzien in het KB/WIB92 om een laattijdige aangifte te sanctioneren. Deze schalen werden pas ingevoerd bij KB van 13 september 2022, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 13 oktober 2022, en zijn aldus 10 dagen later in werking getreden op 23 oktober 2022 (Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 225, 228 en 229 en tot invoeging van een artikel 228/1 in het KB/WIB92, BS 13 oktober 2022, p. 72951).

Bovendien blijkt uit recente rechtspraak dat bepaalde rechters het aandurven om een belastingverhoging, opgelegd wegens het laattijdig karakter van de aangifte, te verminderen.

Gewoonlijk neemt de fiscus de inhoud van een laattijdige aangifte één op één over en voegt men daar, in het kader van de ambtshalve taxatie die volgt op een laattijdige aangifte, een belastingverhoging aan toe. M.a.w., vaak worden laattijdige aangiftes inhoudelijk niet gewijzigd. De (automatisch toegepaste) belastingverhoging bij een laattijdige aangifte kan echter verstrekkende financiële gevolgen hebben voor de belastingplichtige, zeker in combinatie met het aftrekverbod van (oud) artikel 207, 7e lid WIB92 dat speelt vanaf een belastingverhoging van 10%.1

In die omstandigheden kan een vermindering van de belastingverhoging (bv. van 10% naar 9,90%) gerechtvaardigd zijn (zie Rb. Oost-Vl. (afd. Gent) 13 september 2022, 21/655/A, www.taxwin.be).

De belastingplichtige die geconfronteerd wordt met een belastingverhoging (en desgevallend ook met het aftrekverbod) wegens een laattijdige aangifte, zal dus steeds op zijn hoede moeten zijn.

Mocht u hieromtrent vragen hebben, aarzel dan niet om ons te contacteren.

Vincent Vercauteren – Partner (vincent.vercauteren@tiberghien.com)

Christophe Dillen – Partner (christophe.dillen@tiberghien.com)

Tayfun Anil – Associate (tayfun.anil@tiberghien.com)

Bron: Tiberghien

Mots clés

Articles recommandés

De niet-aflevering van het tax shelter-attest: een fiscaal betreurenswaardige eindgeneriek

Bijzondere accijns op gasolie gebruikt als motorbrandstof

Een laattijdige aangifte leidt in principe tot een aftrekverbod