logo

Belgen wachten opnieuw langer om vakantiedagen te nemen

Vooral werknemers van 30 tot 45 jaar stellen hun vakantie uit (in vergelijking met een normaal jaar), min 25-jarigen starten inhaalbeweging in juni


Niet iedereen loopt al even warm voor zijn (betaalde) vakantie. Eind juni waren enkel de min 25-jarigen aan een inhaalbeweging begonnen. Alle andere loontrekkende Belgen namen minder vakantie in juni in vergelijking met een normaal jaar als 2019. Quasi alle Belgische werknemers in de privésector kampen met een achterstand in het opnemen van vakantiedagen. Enkel zestigplussers slagen erin hun vakantiedagen mooi te spreiden. Loontrekkenden tussen 30 en 45 jaar stelden hun vakantie het meest uit in de eerste jaarhelft. Dat zijn de resultaten van de berekeningen van hr-specialist SD Worx op basis van de loongegevens van 70.000 werkgevers en bijna een miljoen werknemers in de privésector in België.


Jongeren onder de 25 jaar zijn met vakantie vertrokken

De Belgen hebben nog niet veel van hun vakantiedagen opgenomen, met uitzondering van de -25-jarigen, de enige leeftijdscategorie die in juni meer vakantiedagen opneemt dan de vorige jaren. Afgezien van de 60-plussers lopen alle werknemers achter als we dit vergelijken met 2019. 35-44-jarigen hebben bijvoorbeeld 7 procent minder vakantie opgenomen sinds het begin van het jaar.


Er zijn verschillende redenen voor deze vertraging. Ten eerste zorgde de lockdown in het begin van het jaar ervoor dat er geen vakantie kon worden genomen tijdens de krokus- en paasvakantie. Een andere reden voor deze verschuiving is het wachten op het COVID-certificaat van de EU, waarmee alle Europese burgers gemakkelijkerkunnen reizen binnen de Europese Unie.

Geert Vermeir, expert bij SD Worx, legt uit: "Vooral in januari en maart werden minder vakantiedagen opgenomen dan in een ‘normaal jaar’ (zoals 2019). Het verschil tussen 2020 en 2021 is dan weer kleiner. In april is het verschil ook kleiner door de schoolvakanties (drie weken lang door de pandemie). Opvallend is dat werknemers tussen 30 en 45 jaar het meest uitstellen. Het valt nog af te wachten of ze hun achterstand in juli en augustus zullen inhalen. De eerste helft van het jaar is om, maar we hebben nog meer dan de helft van onze vakantie openstaan; het verschil is groot. De min 25-jarigen hebben vaak nog geen vijf dagen vakantie opgenomen; zij mikken dus echt op de tweede helft van het jaar. Enkel de zestig plussers hebben hun 20 dagen mooi over het jaar verdeeld."


Elke werknemer moet zijn wettelijke vakantiedagen verplicht opnemen vóór 31 december van het lopende jaar. Overdracht van vakantiedagen naar een volgend jaar is niet toegestaan. Een werknemer verliest dus de vakantiedagen die hij niet voor het einde van het jaar heeft opgenomen. De werknemer mag ook de jaarlijkse vakantiedagen waarop hij recht heeft niet laten vallen. Bovendien riskeert de werkever een administratieve boete. Als werkgever zorgt u er dus maar beter voor dat uw werknemers al hun vakantiedagen gebruiken. We moeten ons nog geen zorgen maken over het uitstel, maar het is belangrijk dat bedrijven en werknemers dit in het oog houden.



Spreiding van de 20 wettelijke vakantiedagen naar leeftijd eind juni (eerste helft van het jaar)

Bron: SD Worx Employment Tracker 2021

Bron: SD Worx Employment Tracker 2021
Verschil in wettelijke vakantiedagen in 2021 ten opzichte van 2019, afhankelijk van de leeftijd

Bron: SD Worx Employment Tracker 2021

Balans van de eerste zes maanden van een bijzonder jaar

Dankzij de analyse van de SD Worx Employment Tracker kunnen we de eerste zes maanden van 2020 en 2021 vergelijken. SD Worx stelt vast dat de impact van de pandemie op de tewerkstelling dit jaar toch minder groot was ondanks de vele beperkingen voor bedrijven en werknemers. We merken bijvoorbeeld dat de steunmaatregel ‘tijdelijke werkloosheid – corona’ veel minder werd gebruikt in 2021 dan in 2020. In juni 2020 bedroeg de tijdelijke werkloosheid bijvoorbeeld 6,49%, terwijl ze in 2021 nog maar 1,65% bedroeg. Hetzelfde geldt voor de gepresteerde dagen. In 2021 werkten we relatief gezien zelfs meer dan in 2019. We presteerden in juni immers 82,45% van de dagen tegenover slechts 78,82% twee jaar geleden.

Geert Vermeir van SD Worx analyseert: "De vaccinatiecampagne draait op volle toeren en we zijn positief over het herstel van alle sectoren. We stellen trouwens vast dat we de laatste twee maanden opnieuw aan vergelijkbare gemiddelden zitten als vóór de pandemie. Er zijn zelfs sectoren, zoals gas en elektriciteit, die meer gepresteerde dagen presteren dan in juni van de voorgaande jaren."


Juni: laagste niveau van gebruik van de steunmaatregel ‘tijdelijke werkloosheid-corona’ sinds start van de crisis

Bron: SD Worx Employment Tracker 2021

Over het onderzoek

Hr-dienstenleverancier SD Worx ontwikkelde de Employment Tracker om zicht te krijgen op de impact van COVID-19 op de arbeidsmarkt in België. De tracker biedt een overzicht van het percentage ‘gewerkte dagen’, absenteïsme, tijdelijke werkloosheid en opname van wettelijke vakantiedagen. Op die manier schetst SD Worx, de grootste loonberekenaar van België, een relevant beeld van de meest getroffen en de meest actieve sectoren en regio’s. Dat gebeurt op basis van loongegevens van 70.000 werkgevers en bijna 1 miljoen Belgische werknemers, waarvan één derde arbeiders en twee derde bedienden, actief in allerlei sectoren en bedrijven van verschillende omvang. De resultaten geven een duidelijke trend weer bij de werkgevers in de privésector.

Mots clés

Aanbevolen artikelen

Gepensioneerden in de zorg : laatste kwartaal in 2024!

De Belgische fietssector: bijna een miljard euro waard

Jobcreatie in de private sector valt stil