Op 1 januari 2025 telde de wettelijke Belgische bevolking[1] 11.825.551 inwoners. Tussen 1 januari 2024 en 1 januari 2025 groeide het Belgische bevolkingsaantal met 0,52%, ofwel 61.901 inwoners. Dat blijkt uit de officiële cijfers van Statbel, het Belgische statistiekbureau.
In 2024 kende België een bevolkingsgroei doordat in de loop van dat jaar meer mensen verhuisden naar België dan dat er mensen uit België wegtrokken (positief internationaal migratiesaldo, +66.044). Dat compenseert het negatief natuurlijk saldo (-3.879), als gevolg van een groter aantal overlijdens dan geboorten doorheen 2024. De statistische aanpassing is beperkt[2] (-264).
2024 kende een bevolkingsgroei met 0,52% of 61.901 inwoners.
In 2024 waren er meer overlijdens dan geboortes in België, wat leidt tot een negatief natuurlijk saldo (-3.879). Het natuurlijk saldo daalt al enkele jaren, door een daling in het aantal geboorten, en een stijging in het aantal sterfgevallen door vergrijzing. Het is eerder uitzonderlijk dat er meer overlijdens dan geboortes zijn. Een negatief natuurlijk saldo duikt opnieuw op in 2020 (-13.111). Dat jaar werd gekenmerkt door de COVID-19-pandemie, wat vooral het aantal overlijdens omhoogstuwde. Daarna werd in 2022 opnieuw een negatief natuurlijk saldo waargenomen (-2.787). Daarvoor moeten we teruggaan naar het begin van de jaren ’40 om een negatief natuurlijk saldo terug te vinden.
Net zoals in 2023 immigreerden[3] in 2024 meer mensen naar België (194.212) dan dat er mensen emigreerden[4] (128.168). Hierdoor was het internationaal migratiesaldo, het verschil tussen beiden, in 2024 positief (+66.044).
De bevolkingsgroei in 2024 in België is dus het gevolg van een positief internationaal migratiesaldo, dat het negatief natuurlijk saldo compenseerde en daarnaast zorgde voor een bevolkingsgroei met 0,52% of 61.901 inwoners.
Het bevolkingsaantal in Vlaanderen groeide in 2024 met 0,63% of 42.996 inwoners. Dat is een iets minder sterke groei dan in 2023 (0,69%).
In 2024 werden in Vlaanderen 61.781 geboorten en 65.468 overlijdens geregistreerd. Het natuurlijk saldo was daarom in 2024 negatief (-3.687). Toch kent Vlaanderen een bevolkingsgroei door zowel een sterk positief internationaal migratiesaldo (+32.995), met 94.367 immigraties die 61.372 emigraties compenseerden, als een positief intern migratiesaldo (+13.926), waarbij meer mensen vanuit een ander gewest naar Vlaanderen verhuisden (37.455), dan dat er mensen vanuit Vlaanderen naar een ander gewest zijn verhuisd (23.529).
De positieve bevolkingsgroei in het Vlaams Gewest in 2024 is dus het gevolg van een positief intern migratiesaldo en een positief internationaal migratiesaldo, deze compenseerden een negatief natuurlijk saldo.
Wallonië had in 2024 een bevolkingsgroei van 0,34% of 12.707 inwoners. Dat is een sterkere groei dan in 2023 (0,29%).
Het natuurlijk saldo was in 2024 negatief (-5.522). Er werden dat jaar 32.539 geboorten en 38.061 overlijdens geregistreerd. Daarnaast was er een positief internationaal migratiesaldo (+13.651). Er werden dat jaar 45.578 immigraties en 31.927 emigraties geregistreerd. Ook het intern migratiesaldo was positief (+4.067). In 2024 verhuisden dus meer mensen vanuit een ander gewest naar Wallonië (24.324), dan dat er mensen van Wallonië naar een ander gewest verhuisd zijn (20.257).
De bevolkingsgroei in de loop van 2024 in Wallonië is dus het gevolg van een positief intern migratiesaldo en een positief internationaal migratiesaldo. Die migratiesaldo’s compenseerden een negatief natuurlijk saldo en zorgden daarnaast nog voor een bevolkingsgroei.
Het bevolkingsaantal van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest groeide in 2024 met 0,49% of 6.198 inwoners. Die bevolkingsgroei is minder sterk dan in 2023 (0,68%).
Brussel was het enige gewest waar het natuurlijk saldo in 2024 positief bleef (+5.330), door 13.830 geregistreerde geboorten en 8.500 overlijdens. Toch daalt dit saldo ook in Brussel door een daling in geboortes.
Het internationaal migratiesaldo was in 2024 positief (+19.398). In 2024 werden 54.267 immigraties en 34.869 emigraties geregistreerd in Brussel. Het intern migratiesaldo daarentegen was negatief (-17.993). In 2024 verhuisden dus minder mensen vanuit een ander gewest naar Brussel (25.109), dan er mensen van Brussel naar een ander gewest in België uitweken (43.102).
De bevolkingsgroei in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 2024 is dus het gevolg van een positief natuurlijk saldo en een positief internationaal migratiesaldo. Die saldo’s, compenseerden een negatief intern migratiesaldo.
Doorheen de jaren groeide de bevolking, maar de sterkte van de bevolkingsgroei zelf schommelde. Zeker de laatste jaren waren er enkele uitgesproken schommelingen. Gedurende 2020 kende België een kleine groei met 0,25%, in dat jaar was de COVID-19 pandemie op haar hoogtepunt: wat enerzijds leidde tot een oversterfte, met een negatief natuurlijk saldo tot gevolg. Tegelijk werden ook de grenzen geregeld gesloten, wat internationale migratiebewegingen bemoeilijkte en resulteerde in een lager internationaal migratiesaldo. De impact van de pandemie was kleiner in 2021 (0,54%). Het daaropvolgende jaar kenden we een sterke bevolkingsgroei (0,98%), als gevolg van een toegenomen internationaal migratiesaldo omwille van de oorlog tussen Oekraïne en Rusland. De gemiddelde jaarlijkse bevolkingsgroei de afgelopen 30 jaren (1994-2024) bedroeg 0,51%.
Doorheen de jaren bleef de Belgische bevolking groeien, maar de factoren die leiden tot bevolkingsgroei veranderden. Tussen 1994 en 2000 was stuurde zowel het natuurlijk saldo als het internationaal migratiesaldo de bevolkingsgroei aan, vanaf 2001 was het vooral het internationaal migratiesaldo dat de bevolkingsgroei sterk stimuleerde, en in 2020 en sinds 2022 zelfs een negatief natuurlijk saldo compenseerde.
De provincie met de grootste relatieve groei in 2024 in België was opnieuw Antwerpen met een bevolkingsgroei van 0,75%. De andere vier provincies die de top vijf vervolledigen, bevinden zich allemaal in het Vlaams Gewest. Op de tweede positie staat Oost-Vlaanderen (0,69%) gevolgd door Vlaams-Brabant (0,65%), Limburg (0,54%) en West-Vlaanderen (0,42%).
De vijf provincies met de laagste groei bevinden zich dan weer in het Waalse Gewest. Deze provincies tekenen ook allen een positieve bevolkingsgroei op: Namen (0,29%), Luxemburg (0,29%), Waals-Brabant (0,30%), Luik (0,35%), en hekkensluiter Henegouwen (0,39%).
Woonplaats | Bevolking op 1 januari 2024 | Natuurlijk saldo | Saldo van de interne migratie | Saldo van de internationale migratie | Statistische aanpassing | Totale groei | Bevolking op 1 januari 2025 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
België | 11.763.650 | -3.879 | / | +66.044 | -264 | +61.901 | 11.825.551 |
Vlaams Gewest | 6.821.770 | -3.687 | +13.926 | +32.995 | -238 | +42.996 | 6.864.766 |
Waals Gewest | 3.692.283 | -5.522 | +4.067 | +13.651 | +511 | +12.707 | 3.704.990 |
Brussels Hoofdstedelijk Gewest | 1.249.597 | +5.330 | -17.993 | +19.398 | -537 | +6.198 | 1.255.795 |
Duitstalige Gemeenschap | 79.479 | -51 | -196 | +310 | -5 | +58 | 79.537 |
Provincie Antwerpen | 1.906.942 | +1.590 | +765 | +11.994 | -102 | +14.247 | 1.921.189 |
Provincie Limburg | 900.098 | -1.132 | +1.241 | +4.652 | +60 | +4.821 | 904.919 |
Provincie Oost-Vlaanderen | 1.591.582 | -766 | +4.469 | +7.309 | -62 | +10.950 | 1.602.532 |
Provincie Vlaams-Brabant | 1.196.773 | +25 | +4.239 | +3.692 | -188 | +7.768 | 1.204.541 |
Provincie West-Vlaanderen | 1.226.375 | -3.404 | +3.212 | +5.348 | +54 | +5.210 | 1.231.585 |
Provincie Waals-Brabant | 414.130 | -559 | +1.294 | +617 | -101 | +1.251 | 415.381 |
Provincie Henegouwen | 1.360.074 | -2.388 | +2.982 | +3.998 | +662 | +5.254 | 1.365.328 |
Provincie Luik | 1.119.038 | -1.600 | -13 | +5.525 | -25 | +3.887 | 1.122.925 |
Provincie Luxemburg | 295.146 | -75 | -658 | +1.595 | +0 | +862 | 296.008 |
Provincie Namen | 503.895 | -900 | +462 | +1.916 | -25 | +1.453 | 505.348 |
De wettelijke Belgische bevolking van 11.825.551 inwoners op 1 januari 2025 bestaat uit iets meer vrouwen (5.995.529) dan mannen (5.830.022). Er zijn dus 97 mannen per 100 vrouwen.
Inwoners van België zijn gemiddeld 42 jaar oud. Dit gemiddelde steeg de laatste jaren. In 1995 bedroeg dit bijvoorbeeld 38 jaar. Op 1 januari 2025 waren 60% oftewel 7.099.466 inwoners 18 tot 64 jaar. Er waren 19,6% oftewel 2.320.770 minderjarigen en 20,3% (2.405.315 inwoners van 65 jaar en ouder. In vergelijking met 1995 daalt het aandeel personen jonger dan 18 jaar (21,7%), en stijgt het aandeel personen ouder dan 65 jaar (15,8%). We kunnen dus zeggen dat België vergrijst. Dit is ook zichtbaar in de stijging van de grijze druk.[5] In 2025 was de grijze druk 35,3%. Dit betekent dat voor elke 65-plusser er net geen 3 mensen van 20 tot 64 jaar zijn. In 1995 was dit 26,2%. Toen waren er net geen 4 mensen van 20 tot 64 jaar voor elke persoon van 65 jaar en ouder. De groene druk[6], de verhouding 0 tot 19-jarigen ten opzichte van de groep 20-64-jarigen, is licht gedaald. Deze daalde van 40,0% in 1995 naar 38,1% in 2025.
Oudere personen zelf leven ook langer, en dus groeit het aandeel 80-plussers. In 2025 bedroeg het aandeel van 80-plussers 5,6% van de totale bevolking. In 1995 was dit 3,8%. De intensiteit van de vergrijzing, hier berekend als de verhouding van de 80-plussers op de 65+ plussers, steeg van 24,2% in 1995 naar 27,6% in 2025.
De leeftijdsverdeling verschilt tussen de gewesten zoals aangegeven in de bevolkingspiramide. In het Vlaams en Waals Gewest zien we een smalle basis van de bevolkingspiramide, wat wijst op een lager geboortecijfer. De bevolkingsgrootte blijft relatief stabiel tussen opeenvolgende leeftijdsgroepen, met een smallere basis en een bredere top; wat typisch is voor een vergrijzende bevolking. De leeftijdspiramide van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wijkt hiervan af. Hoewel ook hier de basis smal is, ligt het zwaartepunt van de bevolking bij jongvolwassenen, met name in de leeftijdsgroepen 25-29 en 30-34 jaar. Ook binnen de Belgische bevolking zijn er verschillen zichtbaar. Bij personen zonder de Belgische nationaliteit zien we een smalle basis, een concentratie in de leeftijdsgroep 30-39 jaar, en een relatief smalle top.