Belgische belastingbetaler krijgt onvoldoende kwaliteit

Met de verkiezingen achter de rug, en ook dankzij de vingerwijzing door de Europese Commissie, is ondertussen toch snel duidelijk geworden dat de opkuis van de overheidsfinanciën een cruciaal thema wordt bij de regeringsonderhandelingen. Daarbij lijkt het al meteen neer te komen op een discussie over extra belastingen (Vooruit en Les Engagés) versus besparingen (N-VA en MR), wat dan allicht tot een compromis moet leiden met een beetje van beide. De voor de hand liggende vraag over de efficiëntie van onze overheid komt daarbij nauwelijks aan bod.



Stijgende overheidsuitgaven

Sinds midden jaren 90 zijn de overheidsuitgaven (exclusief de rentelasten) in ons land met zo’n 10% van het bbp toegenomen. In euro’s van vandaag komt dat overeen met 60 miljard aan extra jaarlijkse uitgaven. De werkgelegenheid in de publieke sector in ruime zin (inclusief onderwijs en zorg) is in die periode toegenomen van 1 miljoen naar 1,6 miljoen mensen. Tegelijkertijd kwamen de voorbije jaren uit allerlei takken van de overheid, onder meer de zorg, het onderwijs, politie en justitie, alarmkreten over een tekort aan middelen en mensen. En wordt in discussies over onze overheidsfinanciën vlot verwezen naar (vermeende) keiharde besparingen. Daar klopt iets niet.


Ondermaatse prijs/kwaliteit

Een groot deel van onze budgettaire problemen zit in de ondermaatse prijs/kwaliteitsverhouding van het overheidsbeleid. In een eigen analyse evalueren we de kwaliteit van het overheidsbeleid op basis van 60 indicatoren die een breed beeld geven van de impact van de overheid. Die kwaliteit zetten we dan af tegen de overheidsuitgaven. Uit een vergelijking met andere Europese landen blijkt dat België de tweede hoogste overheidsuitgaven heeft (na Frankrijk), maar daar staat pas de zeventiende kwaliteit van beleid tegenover. De Belgische belastingbetaler krijgt eenvoudigweg niet de kwaliteit van beleid waarvoor zij/hij betaalt. Dat geldt zowel op het niveau van de totale overheidsuitgaven, maar evengoed op specifieke takken van het beleid zoals het onderwijs, de gezondheidszorg of de infrastructuur. Telkens betalen we relatief veel voor middelmatige kwaliteit (of erger). Eerdere analyses door de Nationale Bank schetsen een gelijkaardig beeld.


Meer kwaliteit voor minder uitgaven

De ondermaatse prijs/kwaliteit van het beleid impliceert een dubbele handicap voor onze economie: zowel het ondermaatse beleid als de te zware belastingdruk (nodig om de hoge uitgaven te financieren) wegen op het economische potentieel. Anderzijds vormt een verbeterde prijs/kwaliteit een dubbele win voor de economie. Voor het budgettaire luik van de regeringsonderhandelingen moet de focus dan ook vooral daarop: hoe komen we tot een beleid dat meer kwaliteit levert voor minder uitgaven. En dat op alle beleidsniveaus. Die oefening start met een volledige doorlichting van de overheidsuitgaven. Op z’n minst tonen zestien andere Europese landen aan dat het vandaag mogelijk is meer te doen met minder uitgaven. Dat moet ook bij ons kunnen.

Mots clés

Articles recommandés

Volgens de najaarsenquête 2024 zou de investeringsdynamiek toenemen in 2025

Rapport over "Belgisch federalisme in cijfers" : analyse van de openbare tewerkstelling

Jongeren zijn vertrouwd met AI, maar slechts 3 op de 10 gebruiken het in een professionele context