Ontslagintenties opnieuw hoog - aanwervingintenties stijgen licht – verlaging RSZ bijdragen heeft positief effect bij één op drie kmo’s.
Bijna één op zes (15,3%) Belgische kmo’s zal ontslaan in het eerste kwartaal van 2023. Minder dan één op vijf van de kmo’s (17,4%) plant deze ontslagen nadien te vervangen. Deze negatieve trend startte vorig kwartaal en houdt aan: ze is vergelijkbaar met de situatie aan het begin van de coronacrisis. In Vlaams-Brabant en Limburg zijn het ontslagplannen het grootst (nl bij 18,8% en 17,4% van de kmo’s), in West-Vlaanderen het laagst (9,3%).
Voor 36,2% van de kmo’s brengt de automatische loonindexering de eigen concurrentiepositie van de kmo t.o.v. de buurlanden “eerder wel” tot “zeker en vast” in gevaar. Kmo’s met arbeiders zijn significant negatiever omtrent hun eigen concurrentiepositie (47,6% eerder wel of zeker en vast) dan kmo’s met vooral bedienden (33,4% eerder wel of zeker en vast).
Toch een lichtpuntje: ongeveer een op de drie kmo’s (34,2%) wil begin 2023 aanwerven, al zijn er wel regionale verschillen. Limburg (29,3%) en West-Vlaanderen (29,4%) hebben de laagste aanwervingsplannen. Antwerpen (41,0%) en Vlaams-Brabant (40,9%) de hoogste. In vergelijking met december vorig jaar liggen de intenties wel een pak lager. Wie aanwerft, doet dat in bijna de helft van de gevallen omwille van vervanging. Bij ongeveer zes op tien van de kmo’s die aanwerven, betreft het een uitbreiding.
Kmo’s in West-Vlaanderen hebben de laagste ontslagintentie, maar ook de laagste aanwervingsintenties. Kmo’s in Limburg staan er het minst goed voor: ze hebben dezelfde lage aanwervingsintentie maar een hoge ontslagintentie. In de provincie Antwerpen geldt het omgekeerde: 41% van de kmo’s wil daar rekruteren. Ontslagen blijven beperkt tot ongeveer één op tien kmo’s die aan ontslag denkt in het eerste kwartaal (12,6%).