Cassatie bevestigt: verlenging van vruchtgebruik is niet onderworpen aan het verkooprecht

De conventionele verlenging van een recht van vruchtgebruik maakt slechts het algemeen vast recht opeisbaar en dus niet het verkooprecht, bevestigt nu ook het Hof van Cassatie.

Deze visie die al op 30 november 2021 bevestigd werd in een beslissing van het beroep te Gent, wordt nu ook bijgetreden door het Hof van Cassatie in een (langverwacht) arrest van 24 januari 2025.

JURIDISCH GETOUWTREK TUSSEN VLABEL EN DE BELASTINGPLICHTIGE

De vestiging van een zakelijk recht van vruchtgebruik ten bezwarende titel met betrekking tot een onroerend goed is in principe onderworpen aan het verkooprecht (12% in het Vlaams Gewest). Vlabel meende evenwel dat het verkooprecht ook verschuldigd was bij de latere conventionele verlenging van datzelfde recht van vruchtgebruik.(1)

Op 30 november 2021 wijst het hof van beroep te Gent deze visie van Vlabel uitdrukkelijk af. (2) Het hof herhaalt in eerste instantie in haar arrest de vier cumulatieve voorwaarden van artikel 2.9.1.0.1. VCF die vervuld moeten zijn, opdat het verkooprecht verschuldigd is:

  1. het betreft een overeenkomst onder bezwarende titel;
  2. het betreft een overdragende overeenkomst;
  3. het betreft een overdracht van eigendom of vruchtgebruik; en
  4. de overdracht heeft betrekking op onroerende goederen.

Het hof komt tot het besluit dat er geen sprake is van een overdragende overeenkomst. Een overdracht veronderstelt namelijk dat het recht van vruchtgebruik op het moment van overdracht toebehoort aan de overdrager, hetgeen bij een verlenging van zulk recht niet aan de orde is. De blote eigenaar is eenvoudigweg akkoord gegaan om de aanwas van het vruchtgebruik uit te stellen met de periode van de verlenging. Dergelijk akkoord maakt volgens het hof geen overdragende overeenkomst uit. Vlabel heeft dus ten onrechte het verkooprecht geheven.

CASSATIE 24 JANUARI 2025: DE BELASTINGPLICHTIGE TREKT AAN HET LANGSTE EIND!

Vlabel weigerde zich neer te leggen bij de uitspraak van het hof van beroep te Gent en diende een cassatieberoep in tegen deze beslissing.

In afwachting van dit cassatiearrest, stelden we in de praktijk vast dat Vlabel de verlenging van een vruchtgebruik bleef belasten met het verkooprecht. Voor de belastingplichtige zat er bijgevolg niets anders op dan een bezwaarschrift in te dienen tegen het aanslagbiljet. In de meeste gevallen werd de beslissing omtrent het bezwaarschrift evenwel uitgesteld tot er een uitspraak van het Hof van Cassatie zou zijn.

Maar die uitspraak liet enige tijd op zich wachten. Tot nu. In een arrest van 24 januari 2025 veegt het Hof van Cassatie de zienswijze van Vlabel opnieuw van tafel en wordt het arrest van het hof van beroep te Gent bevestigd: “Een overeenkomst tot verlenging van vruchtgebruik wijzigt enkel de duurtijd van het oorspronkelijke vruchtgebruik en heeft aldus geen bijkomende overdracht van een zakelijk recht tot gevolg.

BESLUIT

Hiermee lijkt de discussie nu eindelijk beslecht in het voordeel van de belastingplichtige. Bij de registratie van een akte houdende verlenging van een zakelijk recht van vruchtgebruik zal voortaan slechts het algemeen vast recht verschuldigd zijn.

Wij zijn er al langer van overtuigd dat het mutatierecht niet kan worden geheven n.a.v. de loutere verlenging van het vruchtgebruik, en dit zowel onder het oude goederenrecht (waarop huidig arrest betrekking heeft) als onder het nieuwe goederenrecht.

Voor een meer uitgebreide bespreking verwijzen wij graag naar ons eerder artikel hierover in de Nieuwsbrief Registratierechten: A. CEULEMANS en T. MELIS, “Geen heffing verkooprecht bij verlenging vruchtgebruik”, Nieuwsbrief Registratierechten 2022/3, 12-17.

Voetnoten
(1) Voorafgaande Beslissing nr. 16045, dd. 5 september 2016; Voorafgaande Beslissing nr. 17005, dd. 20 maart 2017.
(2) Gent 30 november 2021, nr. 2020/AR/1541.

Mots clés

Articles recommandés