De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Personenbelasting publiceerde op 25/09/2019 de circulaire 2019/C/94, een commentaar betreffende de afschaffing van de vrijstellingen van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor overuren en ploegen- of nachtarbeid voor de werknemers die worden tewerkgesteld bij de naamloze vennootschap van publiek recht NMBS en de naamloze vennootschap van publiek recht Infrabel in het kader van hun activiteiten van openbare dienstverlening.
Inhoudstafel
I. Inleiding
II. Wet van 28.04.2019 houdende diverse fiscale bepalingen en tot wijziging van artikel 1, § 1ter, van de wet van 05.04.1955 (BS 06.05.2019)
III. WIB 92 – Gecoördineerde tekst
IV. Commentaar
1. Wat verandert er?
2. Voor wie?
3. Vanaf wanneer?
Tot 01.01.2017 konden binnen de 'NMBS-groep' de drie naamloze vennootschappen van publiek recht NMBS, Infrabel en HR Rail aanspraak maken op zowel de vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor overuren bedoeld in artikel 2751, WIB 92, als op de vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor ploegen- of nachtarbeid bedoeld in artikel 2755, WIB 92.
De wet van 28.04.2019 houdende diverse fiscale bepalingen en tot wijziging van artikel 1, § 1ter, van de wet van 05.04.1955 heeft voormelde artikelen 2751 en 2755, WIB 92, gewijzigd en voortaan zijn de naamloze vennootschappen van publiek recht NMBS en Infrabel uitgesloten van het voordeel van deze vrijstellingen. De naamloze vennootschap van publiek recht HR Rail kan ervan blijven genieten met uitzondering van het personeel dat zij ter beschikking stelt van de NMBS en van Infrabel voor hun activiteiten van openbare dienstverlening.
…
Artikel 4
In artikel 2751, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij de wet van 03.07.2005 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 16.11.2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het derde streepje wordt vervangen als volgt:
'- de volgende autonome overheidsbedrijven: de naamloze vennootschap van publiek recht Proximus en de naamloze vennootschap van publiek recht bpost;';
2° het vierde streepje wordt vervangen als volgt:
'- de naamloze vennootschap van publiek recht HR Rail met uitzondering van het door haar ter beschikking gesteld personeel aan de naamloze vennootschap van publiek recht NMBS en de naamloze vennootschap van publiek recht Infrabel in het kader van hun activiteiten van openbare dienstverlening.'.
Artikel 5
In artikel 2755, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 23.12.2005 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 26.03.2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 2, wordt de bepaling onder 1°, b, vervangen als volgt:
'b. hetzij door statutaire werknemers bij de volgende autonome overheidsbedrijven: de naamloze vennootschap van publiek recht Proximus en de naamloze vennootschap van publiek recht bpost;';
2° in paragraaf 2, wordt de bepaling onder 1°, c, vervangen als volgt:
'c. hetzij door werknemers bij de naamloze vennootschap van publiek recht HR Rail met uitzondering van de door haar ter beschikking gestelde werknemers aan de naamloze vennootschap van publiek recht NMBS en de naamloze vennootschap van publiek recht Infrabel in het kader van hun activiteiten van openbare dienstverlening;';
3° in paragraaf 2, wordt de bepaling onder 2°, b, vervangen als volgt:
'b. hetzij de statutaire werknemers bij de volgende autonome overheidsbedrijven: de naamloze vennootschap van publiek recht Proximus en de naamloze vennootschap van publiek recht bpost;';
4° in paragraaf 2, wordt de bepaling onder 2°, c, vervangen als volgt:
'c. hetzij de werknemers bij de naamloze vennootschap van publiek recht HR Rail met uitzondering van de door haar ter beschikking gestelde werknemers aan de naamloze vennootschap van publiek recht NMBS en de naamloze vennootschap van publiek recht Infrabel in het kader van hun activiteiten van openbare dienstverlening;';
5° tot 11° …
…
Artikel 7
Artikel 4 en artikel 5, 1° tot 4°, zijn van toepassing op de bezoldigingen die vanaf 01.01.2017 zijn betaald of toegekend.
…
Vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor overuren
Artikel 2751, tweede lid, WIB 92
De bepalingen van dit artikel zijn van toepassing op:
- werkgevers onderworpen aan de wet van 05.12.1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités wat de werknemers betreft die zijn onderworpen aan de arbeidswet van 16.03.1971 en die vallen onder categorie 1 zoals bedoeld in artikel 330 van de programmawet van 24.12.2002;
- de ondernemingen die erkend zijn voor uitzendarbeid en die uitzendkrachten ter beschikking stellen van in het eerste streepje bedoelde ondernemingen voor zover de uitzendkrachten worden tewerkgesteld in de functie van een werknemer van categorie 1 en voor zover zij overwerk presteren;
- de volgende autonome overheidsbedrijven: de naamloze vennootschap van publiek recht Proximus en de naamloze vennootschap van publiek recht bpost;
- de naamloze vennootschap van publiek recht HR Rail met uitzondering van het door haar ter beschikking gesteld personeel aan de naamloze vennootschap van publiek recht NMBS en de naamloze vennootschap van publiek recht Infrabel in het kader van hun activiteiten van openbare dienstverlening.
Vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor ploegenarbeid
Artikel 2755, § 2, WIB 92
Voor de toepassing van § 1 wordt verstaan onder:
1° ondernemingen waar ploegenarbeid wordt verricht: de ondernemingen waar het werk wordt verricht in minstens twee ploegen van minstens twee werknemers, die hetzelfde werk doen zowel qua inhoud als qua omvang en die elkaar in de loop van de dag opvolgen zonder dat er een onderbreking is tussen de opeenvolgende ploegen en zonder dat de overlapping meer bedraagt dan een vierde van hun dagtaak:
a. hetzij door werknemers van categorie 1 zoals bedoeld in artikel 330 van de programmawet (I) van 24.12.2002;
b. hetzij door statutaire werknemers bij de volgende autonome overheidsbedrijven: de naamloze vennootschap van publiek recht Proximus en de naamloze vennootschap van publiek recht bpost;
c. hetzij door werknemers bij de naamloze vennootschap van publiek recht HR Rail met uitzondering van de door haar ter beschikking gestelde werknemers aan de naamloze vennootschap van publiek recht NMBS en de naamloze vennootschap van publiek recht Infrabel in het kader van hun activiteiten van openbare dienstverlening;
2° ondernemingen waar nachtarbeid wordt verricht: de ondernemingen waar werknemers overeenkomstig de in de onderneming geldende arbeidsregeling, prestaties verrichten tussen 20 uur en 6 uur, met uitsluiting van de werknemers die enkel prestaties verrichten tussen 6 uur en 24 uur en de werknemers die gewoonlijk beginnen te werken vanaf 5 uur. De hier bedoelde werknemers zijn:
a. hetzij door werknemers van categorie 1 zoals bedoeld in artikel 330 van de programmawet (I) van 24.12.2002;
b. hetzij door statutaire werknemers bij de volgende autonome overheidsbedrijven: de naamloze vennootschap van publiek recht Proximus en de naamloze vennootschap van publiek recht bpost;
c. hetzij door werknemers bij de naamloze vennootschap van publiek recht HR Rail met uitzondering van de door haar ter beschikking gestelde werknemers aan de naamloze vennootschap van publiek recht NMBS en de naamloze vennootschap van publiek recht Infrabel in het kader van hun activiteiten van openbare dienstverlening;
3° …
4° …
Artikel 2 van het koninklijk besluit van 25.12.2016 tot wijziging van het koninklijk besluit van 21.12.2013 tot vaststelling van de voorlopige regels die als beheerscontract van Infrabel en NMBS gelden (BS 06.01.2017), bepaalt dat vanaf 2017 de NMBS en Infrabel zich onthouden van elke aanvraag om een vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing te bekomen voor hun activiteiten van openbare dienstverlening in het kader van het relanceplan dat in 2009 in werking werd gesteld.
De naamloze vennootschap van publiek recht HR Rail wordt niet beoogd door artikel 2 van het voormelde koninklijk besluit zodat zij kan blijven aanspraak maken op de vrijstellingen van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor overuren en voor ploegen- of nachtarbeid.
Maar gegeven dat HR Rail de juridische werkgever is en het voltallige personeel werkzaam in de NMBS en Infrabel bezoldigt, heeft de wetgever beslist dat zij slechts aanspraak kan maken op de vrijstellingen voor haar werknemers op voorwaarde dat zij deze niet ter beschikking stelt van de NMBS en Infrabel in het kader van hun activiteiten van openbare dienstverlening.
Dit betekent concreet dat HR Rail zal blijven aanspraak kunnen maken, binnen de voorwaarden van de artikelen 2751 en 2755, WIB 92, op de vrijstellingen van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor overuren en ploegen- of nachtarbeid voor de werknemers die bij haar zelf tewerkgesteld zijn als voor de werknemers die zij ter beschikking stelt aan de NMBS en aan Infrabel voor de uitoefening van hun commerciële activiteiten.
De nieuwe maatregel betreft de naamloze vennootschappen van publiek recht van de 'NMBS-groep', zijnde Infrabel, NMBS en HR Rail.
De nieuwe maatregel is van toepassing op de bezoldigingen betaald of toegekend vanaf 01.01.2017.
Bron: Fisconetplus