De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Personenbelasting publiceerde op 22/10/2020 de Circulaire 2020/C/131 over de consumptiecheque.
Deze circulaire bespreekt de artikelen 7 en 8, van de wet van 15.07.2020 houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19 pandemie (CORONA III) (BS 23.07.2020). Die wettelijke bepalingen voorzien de mogelijkheid voor werkgevers om consumptiecheques aan te bieden aan hun werknemers die, onder bepaalde voorwaarden, vrijgesteld zijn van inkomstenbelastingen en aftrekbaar zijn als beroepskosten.
1. Vrijstelling (bij de werknemer)
2. Aftrekbaarheid als beroepskost (bij de werkgever)
1. Aard
2. Toekenningsprocedure
3. Niet-inwisselbaar karakter
4. Op naam
5. Geldigheid
6. Vorm
7. Grenzen
C. Worden bedrijfsleiders ook beoogd?
III. Inwerkingtreding
IV. Wetgeving
1. Om de sectoren te steunen die zwaar werden getroffen door de lockdown, stelt de regering voor om werkgevers toe te staan om consumptiecheques aan te bieden aan hun werknemers.
Deze tijdelijke maatregel beoogt enerzijds de economische situatie te ondersteunen van werknemers die mogelijks getroffen zijn door de COVID-19 crisis en anderzijds de activiteit en werkgelegenheid te ondersteunen in de horeca-, culturele of sportieve sector evenals in de kleinhandel.
2. Indien aan alle voorwaarden is voldaan, zijn deze consumptiecheques voordelen die zijn vrijgesteld van inkomstenbelasting bij de verkrijger en aftrekbare beroepskosten bij de werkgever.
3. De consumptiecheque die werkgevers aanbieden aan hun werknemers wordt in principe beschouwd als een bezoldiging.
4. Dit voordeel van alle aard wordt vrijgesteld van inkomstenbelasting (1) indien is voldaan aan alle voorwaarden die worden uiteengezet in de sociale reglementering (2).
(1) Art. 7, van de wet van 15.07.2020 houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19 pandemie (CORONA III) (hierna, W 15.07.2020).
(2) Art. 19quinquies, § 2, van het koninklijk besluit van 28.11.1969 tot uitvoering van de wet van 27.06.1969 tot herziening van de besluitwet van 28.12.1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders (hierna, KB 28.11.1969).
5. Wanneer daarentegen niet is voldaan aan alle voorwaarden die gelden voor de vrijstelling, is de consumptiecheque belastbaar als bezoldiging bij de verkrijger.
6. In tegenstelling tot de cheques bedoeld in art. 38, § 1, 25°, WIB 92, (elektronische maaltijdcheques, sportcheques, cultuurcheques en eco-cheques die aan de in art. 38/1, WIB 92, vermelde voorwaarden beantwoorden), is de consumptiecheque die aan alle in art. 19quinquies, § 2, KB 28.11.1969 vermelde voorwaarden voldoet, in hoofde van de werkgever volledig aftrekbaar als beroepskost in de zin van art. 49, WIB 92 (3).
(3) Art. 8, W 15.07.2020.
Als aan een van de in art. 19quinquies, § 2, KB 28.11.1969 vermelde voorwaarden niet is voldaan, moet de consumptiecheque – die dan voor zijn volledige bedrag als een voordeel van alle aard belastbaar is in hoofde van de werknemer – volgens art. 57, 2°, WIB 92, op de passende individuele fiche (281.10 of 281.20) onder de belastbare bezoldigingen worden opgenomen om aftrekbaar te zijn in hoofde van de werkgever.
7. De cumulatieve voorwaarden waaronder de vrijstelling wordt toegekend, worden hieronder uiteengezet (4):
(4) Art. 19quinquies, § 2, KB 28.11.1969.
8. De consumptiecheque mag niet worden toegekend ter vervanging of ter omzetting van loon, premies, voordelen in natura of van enig ander voordeel of van een aanvulling bij het voorgaande, al dan niet bijdrageplichtig voor de sociale zekerheid.
9. Wat de privésector betreft, moet de toekenning van de consumptiecheque vervat zijn in:
- een collectieve arbeidsovereenkomst op sectorieel vlak of op ondernemingsvlak;
- of, in elk geval, een schriftelijke individuele overeenkomst wanneer een collectieve arbeidsovereenkomst niet kan worden gesloten bij gebrek aan een syndicale delegatie of wanneer het gaat om een personeelscategorie waarvoor het niet de gewoonte is dat deze door een dergelijke overeenkomst wordt beoogd.
10. Wat de openbare sector betreft, moet de toekenning van de consumptiecheque zijn voorzien in een reglementaire handeling die het voorwerp heeft uitgemaakt van een onderhandeling in het daarvoor bevoegde onderhandelingscomité.
11. De consumptiecheque mag noch geheel noch gedeeltelijk voor geld worden omgeruild.
12. De consumptiecheque wordt op naam van de werknemer afgeleverd.
13. Deze voorwaarde wordt geacht te zijn vervuld als de toekenning ervan en het totale bedrag aan consumptiecheques voorkomen op de individuele rekening van de werknemer, overeenkomstig de reglementering betreffende het bijhouden van de sociale documenten.
14. De consumptiecheque moet uiterlijk op 31.12.2020 worden uitgereikt en is geldig tot 07.06.2021. Wanneer de consumptiecheque op papier wordt uitgereikt, moet hij zijn uitgiftedatum vermelden.
15. De consumptiecheque die op papier wordt uitgereikt, moet duidelijk vermelden dat hij geldig is tot 07.06.2021.
16. De consumptiecheque mag enkel worden besteed in:
- de inrichtingen die ressorteren onder de horecasector of de kleinhandelszaken die verplicht langer dan één maand gesloten zijn geweest en die, in de gelijktijdige fysieke aanwezigheid van de consument in de vestigingseenheid, goederen of diensten aanbieden aan de consument en voldoen aan de voorwaarden gesteld in artikel 15/1, § 1, van het Wetboek van vennootschappen;
- de inrichtingen die behoren tot de culturele sector die zijn erkend, goedgekeurd of gesubsidieerd door de bevoegde overheid;
- de sportverenigingen voor wie een federatie, erkend of gesubsidieerd door de gemeenschappen, bestaat of behorend tot een van de nationale federaties.
De consumptiecheque die op papier wordt uitgereikt, moet duidelijk vermelden in welke inrichtingen of verenigingen hij mag worden besteed.
17. De consumptiecheque kan op papier of elektronisch worden uitgereikt (8).
(8) KB 28.11.1969 zoals gewijzigd door art. 2, van de wet van 31.07.2020 tot wijziging van diverse bepalingen met het oog op de invoering van de elektronische consumptiecheque (BS 17.08.2020).
18. De consumptiecheques in elektronische vorm worden geacht te zijn toegekend aan de werknemer op het moment waarop zijn consumptiechequerekening wordt gecrediteerd. De consumptiechequerekening is een databank waarin voor een werknemer een bepaald aantal consumptiecheques zullen worden opgeslagen en die beheerd wordt door een uitgever erkend volgens de modaliteiten voorzien in het koninklijk besluit van 12.10.2010 tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden en erkenningsprocedure voor uitgevers van maaltijd- of ecocheques in een elektronische vorm, tot uitvoering van de artikelen 183 tot 185, van de wet van 30.12.2009 houdende diverse bepalingen.
19. Bovenop de hiervoor vermelde voorwaarden, moet de consumptiecheque in elektronische vorm eveneens aan volgende cumulatieve voorwaarden voldoen:
- het aantal consumptiecheques in een elektronische vorm en het brutobedrag ervan worden vermeld op de afrekening, bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de wet van 12.04.1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers;
- vóór het gebruik van de consumptiecheques in een elektronische vorm kan de werknemer op eenvoudige wijze het saldo en de geldigheidsduur nagaan van de consumptiecheques die hem werden toegekend en die nog niet gebruikt werden;
- de keuze voor consumptiecheques in een elektronische vorm wordt geregeld volgens dezelfde procedure als beschreven in de nummers 9 en 10 van deze circulaire;
- de consumptiecheques in een elektronische vorm kunnen enkel ter beschikking worden gesteld door een uitgever gezamenlijk erkend door de minister bevoegd voor sociale zaken, de minister bevoegd voor zelfstandigen en de minister bevoegd voor economische zaken, zoals bepaald in bovenvermeld koninklijk besluit van 12.10.2010 (9);
- het gebruik van de consumptiecheques in een elektronische vorm mag geen kosten voor de werknemer teweegbrengen, behalve in geval van diefstal of verlies onder de voorwaarden vast te stellen bij collectieve arbeidsovereenkomst op sectoraal of ondernemingsvlak, of in het arbeidsreglement wanneer de keuze voor consumptiecheques in een elektronische vorm geregeld is door een individuele schriftelijke overeenkomst. In ieder geval kan de kost van de vervangende drager in geval van diefstal of verlies de nominale waarde van één maaltijdcheque niet overschrijden indien in de onderneming zowel elektronische maaltijdcheques als elektronische consumptiecheques worden toegekend. Indien in de onderneming echter enkel elektronische consumptiecheques worden toegekend, mag de kost van de vervangende drager niet meer bedragen dan 5 euro.
(9) Consumptiecheques in een elektronische vorm, uitgegeven door een uitgever wiens erkenning werd ingetrokken of vervallen is overeenkomstig de bepalingen van voormeld koninklijk besluit van 12.10.2010, blijven geldig tot de vervaldag van hun geldigheidsduur.
20. Wat de waarde van de consumptiecheques betreft, heeft de wetgever twee verschillende grenzen voorzien:
- enerzijds mag de waarde van een consumptiecheque niet meer bedragen dan de maximale nominale waarde bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst, de individuele overeenkomst of de reglementaire handeling, met een maximum van 10 euro;
- anderzijds mag een werkgever niet meer dan 300 euro aan consumptiecheques toekennen aan eenzelfde werknemer.
21. Een consumptiecheque met een nominale waarde van meer dan 10 euro, zal dus geen recht geven op de vrijstelling.
22. Bovendien zal een consumptiecheque die wordt toegekend aan een werknemer die reeds consumptiecheques voor een totaal bedrag van 300 euro van diezelfde werkgever heeft ontvangen, evenmin recht geven op de vrijstelling. De consumptiecheques zijn in dat geval belastbaar bij de werknemer voor hun totaliteit en niet enkel voor het deel dat de grens van 300 euro overschrijdt.
23. Hetzelfde geldt wanneer er geen maximale nominale waarde per consumptiecheque is bepaald, naargelang het geval, in de collectieve arbeidsovereenkomst, de individuele overeenkomst of de reglementaire handeling.
Voorbeelden
Vb. 1: een werknemer ontvangt 31 consumptiecheques van 10 euro van zijn werkgever, zijnde 310 euro in totaal. Dit voordeel met een waarde van 310 euro is voor de totaliteit een belastbaar inkomen. Het maximumbedrag van 300 euro per werkgever is immers overschreden.
Vb. 2: een werknemer ontvangt 20 consumptiecheques van 10 euro van zijn werkgever, zijnde 200 euro in totaal. Deze cheques voldoen aan alle voorwaarden. Dit voordeel met een waarde van 200 euro is een vrijgesteld inkomen. Als de werknemer daarenboven nog één of meerdere andere consumptiecheques ontvangt met een waarde van 100 euro, die niet voldoen aan de voorwaarden, vormen die bijkomende cheques een belastbaar inkomen. In dit geval wordt het maximumbedrag van 300 euro per werkgever immers niet overschreden, zodat de consumptiecheques die voldoen aan de voorwaarden vrijgesteld zijn en deze die niet voldoen aan de voorwaarden belastbaar zijn.
Vb. 3: een werknemer ontvangt 30 consumptiecheques van 10 euro van werkgever A en 30 consumptiecheques van 10 euro van werkgever B. Indien aan alle andere voorwaarden is voldaan, is de totaliteit van de ontvangen consumptiecheques, zijnde 600 euro, een vrijgesteld inkomen voor die werknemer. De grens van 300 euro wordt immers per werkgever afzonderlijk beoordeeld.
24. Aangezien de voorwaarden voor de vrijstelling van consumptiecheques zijn voorzien in een sociale bepaling die enkel van toepassing is op werknemers, vallen de zelfstandige bedrijfsleiders (zonder arbeidsovereenkomst) buiten het toepassingsgebied van deze vrijstelling. De consumptiecheques die zij ontvangen zijn dus niet vrijgesteld.
25. Bedrijfsleiders die eveneens werknemer zijn (met arbeidsovereenkomst) worden wel beoogd door de maatregel, onder dezelfde voorwaarden als andere werknemers. Als aan alle voorwaarden is voldaan, zijn de consumptiecheques die zij ontvangen dus vrijgesteld.
26. De wet van 15.07.2020 treedt in werking op de dag van haar publicatie in het Belgisch Staatsblad, namelijk 23.07.2020 (10). Die besproken bepalingen zijn tijdelijke maatregelen die enkel van toepassing zijn op de consumptiecheques uitgegeven uiterlijk op 31.12.2020. Zij zijn geldig tot 07.06.2010.
(10) Art. 31, W 15.07.2020.
27. Art. 7, 8 en 31, van de wet van 15.07.2020 houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19 pandemie (CORONA III) (BS 23.07.2020).
Art. 2, van de wet van 31.07.2020 tot wijziging van diverse bepalingen met het oog op de invoering van de elektronische consumptiecheque (BS 17.08.2020).
Art. 19quinquies, van het koninklijk besluit van 28.11.1969 tot uitvoering van de wet van 27.06.1969 tot herziening van de besluitwet van 28.12.1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.
Interne ref. : 725.591 3: een werknemer ontvangt 30 consumptiecheques van 10 euro van werkgever A en 30 consumptiecheques van 10 euro van werkgever B. Indien aan alle andere voorwaarden is voldaan, is de totaliteit van de ontvangen consumptiecheques, zijnde 600 euro, een vrijgesteld inkomen voor die werknemer. De grens van 300 euro wordt immers per werkgever afzonderlijk beoordeeld.
Bron: FIsconetplus