• FR
  • NL
  • EN

Circulaire 2020/C/142 betreffende de niet-preferentiële of economische oorsprong van goederen bij invoer

De Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen publiceerde op 18/11/2020 de Circulaire 2020/C/142 betreffende de niet-preferentiële of economische oorsprong van goederen bij invoer.



Inhoudstabel

Circulaire 2020/C/142 betreffende de niet-preferentiële of economische oorsprong van goederen bij invoer

1. Inleiding

2. Wettelijke basis

2.1. Internationale afspraken

2.2. Europese Wetgeving

2.3. Nationale wetgeving

3. Basisprincipes

3.1. Onderscheid tussen preferentiële en niet-preferentiële oorsprong

3.2. Onderscheid tussen oorsprong en herkomst

3.3. Toepassingsgebied:

3.3.1. Toepassingsgebied zoals voorzien in artikel 59 DWU

3.3.2. Verduidelijking van enkele begrippen binnen het toepassingsgebied

3.4. Verkrijging van de oorsprong:

3.5. Goederen die geheel en al in één enkel land of gebied zijn verkregen

3.6. Goederen waar bij de vervaardiging meer dan één land of gebied is betrokken

3.6.1. De laatste ingrijpende be- of verwerking:

3.6.2. Niet economische verantwoorde be- of verwerking

3.6.3. Plaats van productie

3.6.4. Het resultaat van de be- of verwerking

3.7. Minimale handelingen

3.8. Toebehoren, reserveonderdelen of gereedschappen

3.9. Neutrale elementen en verpakking

4. Bepaling van de oorsprong – praktische bepalingen

4.1. Bepaling van de oorsprong indien slechts één land betrokken is

4.2. Bepaling van de oorsprong indien twee of meer landen betrokken zijn

4.2.1. Goederen die zijn opgenomen in bijlage 22-01 van de DWU DA

4.2.2. Goederen die niet zijn opgenomen in bijlage 22-01 van de DWU DA

5. Bewijs van niet-preferentiële oorsprong bij invoer in de EU

5.1. De controle van niet-preferentiële oorsprong voor goederen die NIET zijn onderworpen aan bijzondere niet-preferentiële invoerregelingen

5.1.1. De controle van een niet-preferentieel certificaat van oorsprong dat werd afgegeven in derde landen?

5.1.2. Wat met een preferentieel certificaat van oorsprong dat werd afgegeven in derde landen?

5.2. De controle van niet-preferentiële oorsprong voor goederen die WEL zijn onderworpen aan bijzondere niet-preferentiële invoerregelingen

5.3. De niet-preferentiële oorsprong is fout aangegeven in de aangifte voor het vrije verkeer

6. Uitvoer van niet-preferentiële goederen

7. Bevoegdheden

7.1. Bij invoer

7.2. Bij uitvoer

BIJLAGEN

Bijlage I: Vragenlijst – bepaling en controle van niet-preferentiële oorsprong

Bijlage II : Vragenlijst – Franse versie

Bijlage III: Vragenlijst – versie in het Engels

Bijlage IV: Certificaat van oorsprong voor bepaalde producten waarvoor bijzondere niet preferentiële invoerregelingen gelden en inleidende aantekeningen

Bijlage V: Voorbeeld van een GN-code waarbij het certificaat van oorsprong uit bijlage 22-14 moet worden gebruikt

Bron: Fisconetplus

Mots clés