De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Personenbelasting publiceerde op 21/02/2020 de circulaire 2020/C/34. Dit addendum bij de circulaire 2019/C/135 over de notie 'effectief actief' en 'volledige loopbaan volgens de geldende pensioenwetgeving' bespreekt welke stappen er kunnen worden ondernomen wanneer er teveel bedrijfsvoorheffing werd ingehouden en doorgestort.
I. Inleiding
II. Bewijs
III. Afzonderlijke taxatie tegen een aanslagvoet van 10 %
A. De belastingplichtige levert het nodige bewijs aan de onderneming of instelling
Mogelijkheid 1: de onderneming of instelling recupereert de teveel ingehouden en doorgestorte bedrijfsvoorheffing
Mogelijkheid 2: de onderneming of instelling recupereert de teveel ingehouden en doorgestorte bedrijfsvoorheffing NIET
B. De belastingplichtige levert GEEN bewijs aan de onderneming of instelling
Mogelijkheid 1: de belastingplichtige kan al het nodige bewijs leveren op het ogenblik dat hij zijn aangifte in de personenbelasting invult
Mogelijkheid 2: de belastingplichtige kan pas het nodige bewijs leveren na de indiening van zijn aangifte doch voor de inkohiering van zijn belastingaanslag
Mogelijkheid 3: de belastingplichtige kan pas het nodige bewijs leveren na de inkohiering van zijn belastingaanslag
1. Dit addendum bespreekt welke stappen er concreet kunnen worden ondernomen wanneer de verzekeringsonderneming, voorzorgsinstelling of instelling voor bedrijfspensioenvoorziening (1) teveel bedrijfsvoorheffing heeft ingehouden op het aanvullend pensioen en doorgestort, alhoewel de belastingplichtige effectief actief is gebleven tot de leeftijd waarop wordt voldaan aan de voorwaarden voor een volledige loopbaan volgens de geldende pensioenwetgeving.
(1) Hierna 'de onderneming of instelling'.
2. Opdat de onderneming of instelling het gunstig belastingstelsel (2) correct kan toepassen op het vlak van de bedrijfsvoorheffing en de opmaak van de inkomstenfiche 281.11, moet de belastingplichtige aan de onderneming of instelling het bewijs leveren:
- dat hij voldoet aan de voorwaarden van een volledige loopbaan volgens de geldende pensioenwetgeving. Daartoe moet hij een attest van loopbaanoverzicht opvragen bij de Federale Pensioendienst, of, wanneer hij uitsluitend een loopbaan als zelfstandige heeft gepresteerd, aan het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen, waaruit blijkt dat hij een volledige loopbaan volgens de geldende pensioenwetgeving heeft gepresteerd;
- én dat hij effectief actief is gebleven tot op het moment waarop wordt voldaan aan de voorwaarden voor een volledige loopbaan volgens de geldende pensioenwetgeving.
(2) Het gunstig belastingstelsel voor wie effectief actief is gebleven tot de leeftijd waarop wordt voldaan aan de voorwaarden voor een volledige loopbaan volgens de geldende pensioenwetgeving als bedoeld in artikel 169, § 1, derde en vierde lid, 171, 2°, b), derde streepje en 515bis, zevende lid van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92).
3. Enkel het attest volstaat dus niet als bewijs.
4. De belastingplichtige moet een exemplaar van het attest van loopbaanoverzicht ter beschikking houden van de belastingadministratie, alsook het bewijs ter beschikking houden dat hij effectief actief is gebleven.
5. Welke stappen er concreet kunnen worden ondernomen wanneer de onderneming of instelling teveel bedrijfsvoorheffing heeft ingehouden op het aanvullend pensioenkapitaal en doorgestort, alhoewel de belastingplichtige effectief actief is gebleven tot de leeftijd waarop wordt voldaan aan de voorwaarden voor een volledige loopbaan volgens de geldende pensioenwetgeving, wordt hierna besproken aan de hand van het volgende concreet voorbeeld.
Voorbeeld
Een belastingplichtige ontvangt in 2019 een aanvullend pensioenkapitaal n.a.v. zijn pensionering op 63 jaar. Het volledig pensioenkapitaal is gevormd door werkgeversbijdragen.
6. Wanneer de belastingplichtige het bewijs aan de onderneming of instelling levert dat hij recht heeft op het gunsttarief van 10 % voor wie effectief actief is gebleven tot de leeftijd waarop wordt voldaan aan de voorwaarden voor een volledige loopbaan volgens de geldende pensioenwetgeving, dan mag de onderneming of instelling de bestaande middelen (Finprof, bezwaar) gebruiken om de teveel ingehouden en gestorte bedrijfsvoorheffing terug te vragen.
7. De onderneming of instelling kan via de toepassing Finprof, en tot zolang die toepassing dit toelaat, een negatieve aangifte indienen om zo de teveel ingehouden en doorgestorte bedrijfsvoorheffing te recupereren. De onderneming of instelling kan ook binnen de in de wet voorziene termijnen een bezwaarschrift indienen bij de bevoegde Adviseur-generaal van de Algemene Administratie van de Fiscaliteit om de teveel ingehouden en doorgestorte bedrijfsvoorheffing te recupereren.
8. Wanneer de onderneming of instelling die bedrijfsvoorheffing heeft gerecupereerd, moet zij die bedrijfsvoorheffing vervolgens doorstorten aan de betrokken belastingplichtige.
9. In dat geval moet de onderneming of instelling het aanvullend pensioenkapitaal dat is gevormd door werkgeversbijdragen vermelden op de inkomstenfiche 281.11 Pensioenen – jaar 2019, in het vak 11 'Kapitalen, afkoopwaarden en andere toelagen in kapitaal die afzonderlijk belastbaar zijn tegen:', rubriek e) '10 %', eerste streepje 'gevormd door werkgeversbijdragen of bijdragen van de onderneming', tegenover de code 215.
10. De werkelijk gestorte bedrijfsvoorheffing (3) moet dan in het vak 13 'Bedrijfsvoorheffing', rubriek b) 'Bedrijfsvoorheffing', worden ingevuld.
(3) Dat is de bedrijfsvoorheffing die in voorkomend geval overblijft na de hiervoor beoogde recuperatie van een deel ervan door de onderneming of instelling, namelijk een bedrijfsvoorheffing tegen het tarief van 10,09 %.
11. Indien de onderneming of instelling reeds een inkomstenfiche 281.11 zou hebben ingediend waarop zij andere codes heeft ingevuld of andere bedragen heeft vermeld, moet zij een verbeterende fiche, ingevuld zoals hiervoor vermeld, opmaken en indienen (4).
(4) De richtlijnen om een verbeterende fiche op te maken zijn vermeld in het bericht aan de werkgevers en aan de andere schuldenaars van aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen inkomsten (fiche 281.11). Dit bericht kan u raadplegen op de site www.financien.belgium.be > Experten & Partners > Sociale secretariaten en schuldenaars van inkomsten > Bericht aan schuldenaars > Bericht aan schuldenaars (aanslagjaar 2020) > Pensioenen (fiche 281.11 – opgave 325.11).
12. De betrokken belastingplichtigen die hun aangifte in de personenbelasting reeds hebben ingediend op basis van de oorspronkelijke fiche, contacteren best hun taxatiedienst met het oog op de verbetering van hun aangifte.
13. In dat geval moet de onderneming of instelling het aanvullend pensioenkapitaal dat is gevormd door werkgeversbijdragen of bijdragen van de onderneming vermelden op de inkomstenfiche 281.11 Pensioenen – jaar 2019, in het vak 11 'Kapitalen, afkoopwaarden en andere toelagen in kapitaal die afzonderlijk belastbaar zijn tegen:', rubriek e) '10 %', eerste streepje 'gevormd door werkgeversbijdragen of bijdragen van de onderneming', tegenover de code 215.
14. Het volledige bedrag van de ingehouden bedrijfsvoorheffing op het aanvullend pensioenkapitaal dat is gevormd door werkgeversbijdragen (tegen het tarief van 16,66 %) moet dan in het vak 13 'Bedrijfsvoorheffing', rubriek b) 'Bedrijfsvoorheffing', worden ingevuld.
15. Indien de onderneming of instelling reeds een inkomstenfiche 281.11 zou hebben ingediend waarbij het aanvullend pensioenkapitaal werd vermeld tegenover de code 214 (16,5 %), dan moet zij een verbeterende fiche indienen (5) waarbij het betreffende kapitaal tegenover de code 215 (10 %) wordt vermeld. De reeds vermelde bedrijfsvoorheffing (tegen het tarief van 16,66 %) laat zij ongewijzigd.
(5) De richtlijnen om een verbeterende fiche op te maken zijn vermeld in het bericht aan de werkgevers en aan de andere schuldenaars van aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen inkomsten (fiche 281.11). Dit bericht kan u raadplegen op de site www.financien.belgium.be > Experten & Partners > Sociale secretariaten en schuldenaars van inkomsten > Bericht aan schuldenaars > Bericht aan schuldenaars (aanslagjaar 2020) > Pensioenen (fiche 281.11 – opgave 325.11).
16. De betrokken belastingplichtigen die hun aangifte in de personenbelasting reeds hebben ingediend op basis van de oorspronkelijke fiche, contacteren best hun taxatiedienst met het oog op de verbetering van hun aangifte.
17. De teveel ingehouden en doorgestorte bedrijfsvoorheffing zal in dat geval worden verrekend met de uiteindelijk verschuldigde personenbelasting. Wanneer de bedrijfsvoorheffing meer bedraagt dan de uiteindelijk verschuldigde belasting, wordt het verschil terugbetaald aan de belastingplichtige.
18. In dat geval moet de onderneming of instelling het deel van het aanvullend pensioenkapitaal dat is gevormd door werkgeversbijdragen of bijdragen van de onderneming vermelden op de inkomstenfiche 281.11 Pensioenen – jaar 2019, in het vak 11 'Kapitalen, afkoopwaarden en andere toelagen in kapitaal die afzonderlijk belastbaar zijn tegen:', rubriek d) '16,5 %', derde streepje 'andere', tegenover de code 214.
19. De bedrijfsvoorheffing op het aanvullend pensioenkapitaal dat is gevormd door werkgeversbijdragen of bijdragen van de onderneming moet dan in het vak 13 'Bedrijfsvoorheffing', rubriek b) 'Bedrijfsvoorheffing', worden ingevuld tegen het tarief van 16,66 %.
20. De belastingplichtige kan het bedrag van het aanvullend pensioenkapitaal in zijn aangifteformulier alsnog tegenover de 'correcte' code 1215/2215 (kapitalen en afkoopwaarden die afzonderlijk belastbaar zijn tegen 10 %) vermelden.
21. De teveel ingehouden en doorgestorte bedrijfsvoorheffing zal in dat geval worden verrekend met de uiteindelijk verschuldigde personenbelasting. Wanneer de bedrijfsvoorheffing meer bedraagt dan de uiteindelijk verschuldigde belasting, wordt het verschil terugbetaald aan de belastingplichtige.
22. De belastingplichtige moet dan contact opnemen met de bevoegde taxatiedienst met het oog op de verbetering van zijn aangifte.
23. De teveel ingehouden en doorgestorte bedrijfsvoorheffing zal in dat geval worden verrekend met de uiteindelijk verschuldigde personenbelasting. Wanneer de bedrijfsvoorheffing meer bedraagt dan de uiteindelijk verschuldigde belasting, wordt het verschil terugbetaald aan de belastingplichtige.
24. De belastingplichtige kan in dat geval, binnen de in de wet voorziene termijnen, een bezwaarschrift indienen.
25. Het voorgaande geldt mutatis mutandis wanneer het gunstig belastingstelsel bestaat in de verlaging van de in aanmerking te nemen berekeningsgrondslag tot 80 % voor de vaststelling van de fictieve omzettingsrente (6).
(6) Als bedoeld in artikel 169, § 1, derde en vierde lid, WIB 92.
Bron: Fisconetplus