Circulaire 2020/C/9 over het vrij aanvullend pensioen voor de werknemers (VAPW) – taks op de verzekeringsverrichtingen van 4,4 % – belastingvermindering bij overschrijding maximale bijdrage

De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Personenbelasting publiceerde op 17/01/2019 de circulaire 2020/C/9. Dit addendum bij de circulaire 2019/C/67 over het vrij aanvullend pensioen voor de werknemers (VAPW) bespreekt de vraag of de taks van 4,4 % al dan niet begrepen is in de maximale bijdrage voor het aanvullend pensioen voor de werknemers, en bespreekt ook de gevolgen op het vlak van de belastingvermindering wanneer de maximale bijdrage wordt overschreden.


Inhoudstafel

I. Inleiding
II. Commentaar

1. Taks op de verzekeringsverrichtingen tegen het tarief van 4,4 %
2. Belastingvermindering bij overschrijding van de maximale bijdrage voor het VAPW

III. Inwerkingtreding


I. Inleiding

1. Dit addendum neemt de volgende onduidelijkheden weg die momenteel nog op het terrein heersen:

- Is de taks op de verzekeringsverrichtingen tegen het tarief van 4,4 % wel of niet begrepen in de maximale jaarlijkse bijdrage voor het vrij aanvullend pensioen voor werknemers (1) die in aanmerking komt voor een belastingvermindering?

- Wordt de belastingvermindering VAPW volledig geweigerd bij een overschrijding van de maximale jaarlijkse bijdrage voor het VAPW, of slechts ten belope van de overschrijding?


(1) Als bedoeld in de wet van 06.12.2018 tot instelling van een vrij aanvullend pensioen voor de werknemers en houdende diverse bepalingen inzake aanvullende pensioenen (BS van 27.12.2018).


II. Commentaar
1. Taks op de verzekeringsverrichtingen tegen het tarief van 4,4 %

2. De taks op de verzekeringsverrichtingen tegen het tarief van 4,4 % (2) is niet begrepen in de maximale jaarlijkse VAPW-bijdrage (3).

(2) Als bedoeld in artikel 1751, § 2, 6° van het Wetboek van diverse rechten en taksen.


(3) Als bedoeld in artikel 3, § 2, tweede lid, en § 3, VAPW.


3. Dat jaarlijks maximumbedrag wordt immers vastgesteld op het niveau van de bijdrage en niet op het niveau van de storting aan de pensioeninstelling.


4. De betekenis van het begrip 'storting' is niet dezelfde als die van het begrip 'bijdrage'. De storting duidt op het bedrag dat effectief betaald wordt aan de pensioeninstelling. De pensioeninstelling houdt op dit bedrag de verschuldigde taks op de verzekeringsverrichtingen in. De storting min de verschuldigde taks op de verzekeringsverrichtingen geeft de bijdrage. Het is dit laatste bedrag dat uiteindelijk bijdraagt aan de pensioenopbouw (en dus niet het bedrag van de storting).


5. Het voorgaande wordt geïllustreerd aan de hand van het volgende voorbeeld.


Voorbeeld:

De maximale jaarlijkse VAPW-bijdrage, berekend volgens artikel 3, § 2, tweede lid en § 3, VAPW bedraagt 2.000 euro.

Indien de werknemer zijn VAPW maximaal wil opbouwen, moet hij zelf die taks op de verzekeringsverrichtingen bijtellen bij zijn maximale jaarlijkse VAPW-bijdrage van 2.000 euro.


De taks op de verzekeringsverrichtingen van 4,4 % wordt geheven op de bijdrage:

- taks op de verzekeringsverrichtingen: 2.000 euro x 4,4 % = 88 euro.


In dat geval moet de werknemer meedelen dat de werkgever 2.088 euro (2.000 euro VAPW-bijdrage + 88 euro taks) op jaarbasis moet inhouden op zijn bezoldiging en moet doorstorten naar de pensioeninstelling.

De belastingvermindering wordt in beginsel (4) verleend op 2.088 euro, namelijk op de uitgaven die door de belastingplichtige tijdens het belastbare tijdperk werkelijk zijn betaald (5), dus met inbegrip van de taks op de verzekeringsverrichtingen.


(4) De bijdragen en premies zullen immers slechts in aanmerking worden genomen voor een belastingvermindering in de mate dat de 80 %-grens wordt gerespecteerd (zie nr. 7 tot en met 9). Het kan bijvoorbeeld ook zijn dat de belastingvermindering niet voor het volledige bedrag kan worden verleend omdat het bedrag van de belasting te laag is. In dat geval wordt de belastingvermindering beperkt tot dat bedrag van de belasting.


(5) Zie artikel 1451 aanhef, WIB 92.


Indien de werknemer daarentegen de taks op de verzekeringsverrichtingen van 88 euro niet zelf zou bijtellen bij zijn maximale jaarlijkse VAPW-bijdrage, en de werkgever houdt 2.000 euro op jaarbasis in op zijn bezoldiging en stort dit vervolgens door naar de pensioeninstelling, geeft dit het volgende resultaat:

De taks op de verzekeringsverrichtingen van 4,4 % wordt geheven op de bijdrage:

- berekening bijdrage: 2.000 euro : 1,044 = 1.915,71 euro

- taks op de verzekeringsverrichtingen: 1.915,71 euro x 4,4 % = 84,29 euro.


Op de storting van 2.000 euro houdt de pensioeninstelling dus een taks op de verzekeringsverrichtingen in van 84,29 euro waardoor hier de bijdrage voor de pensioenopbouw lager is, namelijk 1.915,71 euro i.p.v. 2.000 euro.

Ook de belastingvermindering wordt in dit geval in beginsel verleend op een lager bedrag, namelijk op 2.000 euro i.p.v. 2.088 euro.


6. Het is dus van belang dat de werknemer geïnformeerd wordt over het feit dat de taks op de verzekeringsverrichtingen niet begrepen is in de maximale jaarlijkse VAPW-bijdrage, en dat hij dus – wil hij zijn VAPW maximaal opbouwen – die taks zelf moet bijtellen bij zijn VAPW-bijdrage om het bedrag te bepalen dat zijn werkgever moet inhouden en doorstorten.


2. Belastingvermindering bij overschrijding van de maximale bijdrage voor het VAPW

7. De bijdragen en premies die betrekking hebben op een vrij aanvullend pensioen voor werknemers komen slechts in aanmerking voor een (federale) belastingvermindering in de mate dat de jaarlijkse bijdragen:

- het overeenkomstig artikel 3, § 2, tweede lid en § 3, VAPW vastgestelde maximumbedrag niet overschrijden;

en

- de 80 %-grens respecteren (6).


(6) Zie in dat verband ook het nr. 19 van de circulaire 2019/C/67.


8. Wanneer dus de jaarlijkse bijdragen of premies in het kader van het VAPW de hiervoor bedoelde maximale jaarlijkse VAPW-bijdrage zouden overschrijden, dan komt het deel dat dit maximumbedrag overschrijdt, niet in aanmerking voor enigerlei belastingvermindering. De belastingvermindering VAPW wordt in dat geval dus niet volledig geweigerd, maar slechts ten belope van de overschrijding.


Voorbeeld:

De maximale jaarlijkse VAPW-bijdrage, berekend volgens artikel 3, § 2, tweede lid en § 3, VAPW bedraagt 2.000 euro, maar de werknemer heeft de werkgever 2.500 euro op jaarbasis laten inhouden en doorstorten naar de pensioeninstelling. Aan de 80 %-regel is voldaan.


In dat geval wordt de belastingvermindering VAPW niet volledig geweigerd, maar slechts ten belope van de overschrijding van de maximale jaarlijkse VAPW-bijdrage.


Rekening houdende met de taks op de verzekeringsverrichtingen tegen het tarief van 4,4 % komt in dit geval slechts 2.088 euro (namelijk de maximale jaarlijkse VAPW-bijdrage van 2.000 euro verhoogd met 88 euro taks op de verzekeringsverrichtingen) in aanmerking voor de belastingvermindering VAPW. Het saldo van 412 euro (namelijk de aan de pensioeninstelling gestorte 2.500 euro – 2.088 euro) geeft geen recht op enigerlei belastingvermindering.


9. Het aanvullend pensioen dat is gevormd met het deel van de bijdragen en premies dat het maximumbedrag heeft overschreden, wordt daarentegen wel op dezelfde wijze belast als het aanvullend pensioen dat is gevormd met bijdragen en premies die niet meer bedragen dan het maximumbedrag.


III. Inwerkingtreding

10. Deze circulaire is onmiddellijk van toepassing en dit in alle stadia van de procedure.


Bron: Fisconetplus

Mots clés

Articles recommandés

Welke feestdagen staan voor de deur van 2025?

Federal Learning Account: uitstel of blijvende verplichtingen?

Ziek tijdens vakantie? Amper 1 op 3.722 werknemers recupereren wettelijke vakantie. Waarom ?