Circulaire 2021/C/107 over de maximaal aftrekbare bijdrage voor het vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen (VAPZ) voor het jaar 2021

personenbelasting ; zelfstandige ; aanvullend pensioen voor een zelfstandige ; bijdrage voor het aanvullend pensioen voor een zelfstandige ; beroepskosten ; aftrekbare beroepskosten ; maximaal aftrekbaar bedrag

FOD Financiën, 14.12.2021
Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Personenbelasting

De bijdragen voor het vrij aanvullend pensioen van zelfstandigen worden beschouwd als aftrekbare beroepskosten (1):

  • in de mate dat ze de maximale bijdrage (2) niet overschrijden
  • en voor zover de aangeslotene de verschuldigde bijdragen voor het sociaal statuut van de zelfstandigen die tijdens het betrokken jaar opeisbaar zijn geworden, effectief en volledig tijdens datzelfde jaar heeft betaald (3).

(1) Artikel 52, 7°bis, WIB 92 en artikel 45, programmawet (I) 24.12.2002.
(2) In toepassing van de artikelen 44, § 2/3 en § 2/5, en 46, § 1, programmawet (I) 24.12.2002.

(3) In afwijking van die voorwaarde moet echter rekening worden gehouden met de administratieve toleranties als gevolg van de COVID-19-pandemie die zijn besproken in de circulaires 2021/C/50 van 31.05.2021 (nrs. 1 tot 9) en 2021/C/90 van 08.10.2021 (nrs. 1 tot 4).

De maximale bijdrage moet worden vastgesteld op basis van de inkomsten verkregen tijdens het derde jaar vóór dat waarvoor die bijdrage is verschuldigd.

Concreet bedraagt het maximaal aftrekbaar bedrag van de VAPZ-bijdragen van 2021:

  • voor pensioenovereenkomsten waar geen solidariteitsstelsel aan verbonden is: 8,17 % van het inkomen waarop de voorlopige sociale bijdragen worden berekend (4), met een absoluut maximum van 3.302,77 euro
  • voor pensioenovereenkomsten waar wel een solidariteitsstelsel aan verbonden is: 9,4 % van het inkomen waarop de voorlopige sociale bijdragen worden berekend (4), met een absoluut maximum van 3.800,01 euro.

(4) Voor de sociale bijdragen van 2021 is het inkomen waarop de voorlopige sociale bijdragen worden berekend in de regel het netto belastbaar beroepsinkomen van aanslagjaar 2019, vermenigvuldigd met de breuk 546,78/528,46.

De maximaal aftrekbare bijdragen voor 2018 tot 2020 zijn opgenomen in de circulaires 2018/C/126 van 06.12.2018, 2019/C/54 van 27.06.2019 en 2020/C/150 van 25.11.2020.

Interne ref.: 711.848/5

Mots clés

Articles recommandés

Salaris in België : de loonkloof in bruto-uurloon bedraagt 5,0% in België

Arizona en de belasting op roerende inkomsten: analyse en vooruitzichten

Bedrijfsfiets moet verplicht vermeld worden op de fiscale fiche