De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Personenbelasting publiceerde op 08/12/2022 de Circulaire 2022/C/113 over de belastingvermindering voor de verwerving van een elektrisch voertuig.
Addendum bij de circulaire nr. Ci.RH.331/604.880 (AAFisc nr. 1/2014) d.d. 07.01.2014.
Inhoudstafel
IV. Wet van 21.01.2022 houdende diverse fiscale bepalingen
V. Wet van 05.07.2022 houdende diverse fiscale bepalingen
VI. Aangepaste bepalingen van het WIB 92
1. De belastingvermindering voor de verwerving van een elektrisch voertuig kan niet worden toegepast wanneer de belastingplichtige tijdens hetzelfde belastbare tijdperk een mobiliteitsbudget ontvangt in toepassing van de wet van 17.03.2019 betreffende de invoering van het mobiliteitsbudget (1).
(1) Artikel 35, van de wet van 21.01.2022 houdende diverse fiscale bepalingen (BS eerste editie, 28.01.2022 - Numac 2022040046) en artikel 13, van de wet van 05.07.2022 houdende diverse fiscale bepalingen (BS 15.07.2022 – Numac 2022032714).
2. Er wordt aan herinnerd dat de belastingvermindering voor elektrische personenauto’s, auto’s voor dubbel gebruik en minibussen enkel van toepassing was op de uitgaven betaald tijdens de jaren 2010 tot 2012.
De anticumulbepaling van de belastingvermindering en het mobiliteitsbudget betreft dus de verwerving van een nieuwe elektrische motorfiets, driewieler of vierwieler:
- die uitsluitend door een elektrische motor wordt aangedreven
- die geschikt is voor het vervoer van ten minste 2 personen
- waarvoor een Belgisch rijbewijs voor voertuigen van categorie A of B of een gelijkwaardig Europees of buitenlands rijbewijs vereist is.
3. Voorbeeld
Een werknemer ontvangt een mobiliteitsbudget. In hetzelfde belastbaar tijdperk koopt hij een nieuwe elektrische motorfiets (al dan niet gefinancierd met zijn mobiliteitsbudget). De uitgaven die de werknemer werkelijk heeft betaald gedurende het belastbaar tijdperk voor die elektrische motorfiets komen niet in aanmerking voor de belastingvermindering voor de verwerving van een elektrisch voertuig.
4. De wijziging heeft uitwerking vanaf 01.01.2022 (2).
(2) Artikel 60, 3de lid, W 21.01.2022 en artikel 71, 2de lid, W 05.07.2022.
- Artikel 14528, WIB 92.
- Artikelen 35 en 60, 3de lid, van de wet van 21.01.2022 houdende diverse fiscale bepalingen (BS eerste editie, 28.01.2022 - Numac 2022040046).
- Artikelen 13 en 71, 2de lid, van de wet van 05.07.2022 houdende diverse fiscale bepalingen (BS 15.07.2022 – Numac 2022032714).
5. De betrokken artikelen van de W 21.01.2022 zijn de volgende:
Artikel 35
In artikel 14528 van hetzelfde Wetboek, hersteld bij de wet van 22 december 2009 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 8 mei 2014, wordt paragraaf 3 vervangen als volgt:
" § 3. De belastingvermindering bedoeld in paragraaf 1 is niet van toepassing indien de belastingplichtige van dezelfde werkgever een mobiliteitsbudget ontvangt in toepassing van de wet van 17 maart 2019 betreffende de invoering van een mobiliteitsbudget, tijdens hetzelfde belastbaar tijdperk.".
Artikel 60, 3de lid
De artikelen 27 en 35 hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2022.
6. De betrokken artikelen van de W 05.07.2022 zijn de volgende:
Artikel 13
In artikel 14528, § 3, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 21 januari 2022, worden de woorden "van dezelfde werkgever" opgeheven.
Artikel 71, 2de lid
De artikelen 8, 13 en 14 hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2022.
7. Na de wijzigingen door de W 21.01.2022 en W 05.07.2022 luidt artikel 14528, § 3, WIB 92, als volgt:
§ 3. De belastingvermindering bedoeld in paragraaf 1 is niet van toepassing indien de belastingplichtige een mobiliteitsbudget ontvangt in toepassing van de wet van 17 maart 2019 betreffende de invoering van een mobiliteitsbudget, tijdens hetzelfde belastbaar tijdperk.
Interne ref.: 734.085
Bron: Fisconetplus