De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Personenbelasting publiceerde op 04/07/2022 de Circulaire 2022/C/64 over de wijzigingen in de aangifte in de personenbelasting van aanslagjaar 2022.
Bespreking van de wijzigingen in de (papieren) aangifte en de voorbereiding van de aangifte in de personenbelasting van aanslagjaar 2022.
I. Inleiding
II. Samenstelling, formaat en aantal bladzijden van de aangifte
III. Voorbereiding van de aangifte
1. Deze circulaire bespreekt de wijzigingen in de papieren aangifte en de voorbereiding van de aangifte in de personenbelasting van aanslagjaar 2022. De wijzigingen in de toelichting worden hier niet besproken, maar zijn in de toelichting zelf met een rode verticale stippellijn in de linkermarge aangeduid. De meeste van die wijzigingen hebben betrekking op de hierna besproken wijzigingen in de voorbereiding van de aangifte.
2. De aangifte in de PB (nr. 276.1) van aj. 2022 (inkomsten van het jaar 2021) bestaat uit:
- de eigenlijke 'Aangifte in de personenbelasting' (terug te bezorgen aan de belastingdienst als de belastingplichtige zijn aangifte indient op papier)
- de 'Voorbereiding van de aangifte' (te bewaren door de belastingplichtige die zijn aangifte indient op papier en te gebruiken als aangifte door de belastingplichtige die zijn aangifte elektronisch indient via MyMinfin (tax-on-web)).
Het formaat en het aantal bladzijden van de bovenvermelde documenten is niet veranderd.
3. Vak II, A, 1 en A, 3: de bedragen van 3.410 en 11.170 euro zijn geïndexeerd (volgens art. 178, § 2, respectievelijk § 3, eerste lid, 2°, WIB 92) (1).
(1) De in vak VII, A, 1, b en A, 2, a vermelde bedragen van 800 en 980 euro zijn daarentegen niet geïndexeerd als gevolg van de bevriezing van de indexering van die bedragen voor de aanslagjaren 2021 tot 2024 op het indexeringspeil van aanslagjaar 2020 (zie art. 178, § 3, tweede lid, 3°, WIB 92).
4. Vak II, B, 4: aanpassing van de rubriek door de invoering van een nieuwe regeling voor belastingplichtigen met een ascendent, broer of zus van 65 jaar of ouder ten laste. In die nieuwe regeling wordt de toeslag op de belastingvrije som voor zo'n persoon ten laste:
- verhoogd van 1.740 naar 2.610 euro (vóór indexering), maar niet meer verdubbeld als die persoon zwaar gehandicapt is
- verbonden aan de voorwaarde dat die persoon zorgbehoevend is.
Voor belastingplichtigen die voor aj. 2021 al een ascendent, broer of zus van 65 jaar of ouder ten laste hadden, heeft de wetgever daarnaast ook een overgangsregeling ingevoerd waardoor de oude regeling voor de aanslagjaren 2022 tot 2025 van toepassing blijft, behalve als de nieuwe regeling voordeliger is (zie de art. 7 en 11 van de programmawet van 20.12.2020 – BS 30.12.2020 – en de circulaire 2021/C/82 van 03.09.2021).
5. Vak III: diverse aanpassingen als gevolg van de wijzigingen die de wet van 17.02.2021 (2) heeft ingevoerd op het vlak van de inkomsten van onroerende goederen gelegen in het buitenland.
(2) Wet van 17.02.2021 houdende wijziging van het WIB 92 op het vlak van de in het buitenland gelegen onroerende goederen (BS 25.02.2021).
Door die wet worden de inkomsten van onroerende goederen gelegen in het buitenland vanaf aj. 2022 net zoals de inkomsten van in België gelegen onroerende goederen vastgesteld aan de hand van het kadastraal inkomen (zie ook de circulaire 2021/C/21 van 01.03.2021).
Daardoor moeten voortaan zowel de inkomsten van in het buitenland gelegen als de inkomsten van in België gelegen onroerende goederen worden vermeld in rubriek A.
Als de belastingplichtige voor de inkomsten van zijn onroerende goederen gelegen in het buitenland aanspraak maakt op de vrijstelling met progressievoorbehoud (art. 155, WIB 92) of op de vermindering van de belasting tot de helft (art. 156, eerste lid, 1°, WIB 92), moet hij die inkomsten (samen met het land en de code) herhalen in rubriek B, 1, respectievelijk in rubriek B, 2.
6. Vak IV, A, 11, a en vak XVI, 6, a: nieuwe rubrieken voor de toepassing van de vrijstelling van de bezoldigingen voor 120 bijkomende vrijwillige overuren gepresteerd in de eerste twee kwartalen van 2021 bij werkgevers in cruciale sectoren in de strijd tegen de COVID-19-pandemie (zie art. 15 van de wet van 20.12.2020 (3) en art. 6 van de wet van 02.04.2021 (4) en zie ook de circulaire 2021/C/38 van 30.04.2021) en/of in de laatste twee kwartalen van 2021 in het kader van de relance (zie de art. 15 en 16 van de wet van 12.12.2021 (5) en zie ook de circulaire 2022/C/37 van 01.04.2022).
(3) Wet van 20.12.2020 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie (BS 30.12.2020).
(4) Wet van 02.04.2021 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie (BS 13.04.2021) (hierna W 02.04.2021).
(5) Wet van 12.12.2021 tot uitvoering van het sociaal akkoord in het kader van de interprofessionele onderhandelingen voor de periode 2021-2022 (BS 31.12.2021) (hierna W 12.12.2021).
7. Vak IV, D, 4: nieuwe rubriek voor de eenmalige premie van 598,81 euro voor bepaalde (zelfstandige) begunstigden van een COVID-19-overbruggingsrecht (zie de art. 43 en 44 van de wet van 18.07.2021 (6) en zie ook de circulaire 2022/C/27 van 16.03.2022).
(6) Wet van 18.07.2021 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie (BS 29.07.2021) (hierna W 18.07.2021).
8. Vak IV, G, 1, a: onderverdeling van de rubriek van de overuren die recht geven op een overwerktoeslag en in aanmerking komen voor de begrenzing tot 180 uren, als gevolg van de vanaf 01.07.2021 ingevoerde verhoging van het aantal overuren (van 130 naar 180 uren) dat voor de belastingvermindering voor overwerk in aanmerking komt in de andere sectoren dan de bouwsector met registratiesysteem en de horecasector (zie art. 18 van de W 12.12.2021).
9. Vak IV, O, 2, vak V, C, vak XV, B, 5, c, vak XVI, 18, vak XVII, 19, vak XVIII, 18 en vak XXI, 9: tekstaanpassingen in de rubrieken voor het vermelden van de inkomsten van buitenlandse oorsprong als gevolg van de invoering van de afzonderlijke belasting tegen de aanslagvoet van 0 % voor de inkomsten van buitenlandse oorsprong die volgens het intern recht afzonderlijk belastbaar zijn, maar bij verdrag zijn vrijgesteld (zie art. 171, 8°, WIB 92, ingevoegd door art. 5 van de wet van 21.01.2022 (7).
(7) Wet van 21.01.2022 houdende diverse fiscale bepalingen (BS 28.01.2022).
10. Vak VII, A, 1, a en 2, b en vak XV, A, 1, b en 2, e: schrapping van de rubrieken met het tarief van 10 % als gevolg van de uitdoving van dat tarief, dat voorheen van toepassing was op dividenden bedoeld in art. 537, zesde lid, 2°, WIB 92.
11. Vak IX, I, 2, a (Brussels Hoofdstedelijk Gewest) en vak IX, I, 3, a (Vlaams Gewest en Waals Gewest): schrapping van de rubriek voor de gegevens over het vrijgestelde inkomen van de 'eigen woning' gelegen in het buitenland als gevolg van de afschaffing van het onderscheid in de vaststelling van de inkomsten van onroerende goederen tussen de onroerende goederen gelegen in België en die gelegen in het buitenland (zie ook nr. 5 hiervoor).
12. Vak IX, II, B: verduidelijking dat de bijkomende vragen die in die rubriek worden gesteld, alleen betrekking hebben op leningen gesloten in 2012 of 2013.
13. Vak X, II, I: onderverdeling van de rubriek in drie subrubrieken:
'1) betalingen gedaan in 2021' voor het vermelden van de betalingen gedaan van 01.01 tot 31.08.2021 voor het verwerven van nieuwe aandelen van kleine vennootschappen waarvan de omzet in de periode van 02.11 tot 31.12.2020 met minstens 30 % was gedaald t.o.v. dezelfde periode in 2019 (zie art. 12 van de W 02.04.2021, het koninklijk besluit van 06.06.2021 (8), het Bericht in het BS van 01.02.2022 (9) en de circulaire 2021/C/70 van 23.07.2021)
'2) overgedragen belastingvermindering voor betalingen gedaan in 2020' voor het vermelden van het gedeelte van de belastingvermindering waarop de belastingplichtige recht had voor aanslagjaar 2021, maar dat in dat aanslagjaar niet volledig kon worden verleend bij gebrek aan voldoende verschuldigde belasting (zie art. 15, § 6, van de wet van 15.07.2020 (10) en nr. 14 van de circulaire 2020/C/140 van 16.11.2020)
'3) de terugname van de voorheen werkelijk verkregen belastingvermindering' voor het vermelden van het gedeelte van de belastingvermindering die de belastingplichtige voor aanslagjaar 2021 werkelijk heeft verkregen, maar dat moet worden teruggenomen omdat de voorwaarden voor het behoud van die vermindering in de loop van 2021 niet langer waren vervuld (zie art. 15, § 5, van de W 15.07.2020 en de nrs. 16 tot 21 van de circulaire 2020/C/140 van 16.11.2020).
(8) Koninklijk besluit van 06.06.2021 houdende uitvoering van artikel 12, § 10, van de wet van 2 april 2021 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie en betreffende de belastingvermindering voor de verwerving van nieuwe aandelen van ondernemingen die hun omzet ingevolgde de COVID-19-pandemie sterk hebben zien dalen (BS 14.06.2021).
(9) Bericht tot vaststelling van een model van attest nr. 281.83 dat toelaat de vereiste bewijzen te leveren inzake de belastingvermindering voor de verwerving van nieuwe aandelen van ondernemingen die hun omzet ingevolge de COVID-19-pandemie sterk hebben zien dalen (de belastingvermindering tweede tax shelter 'COVID-19'), overeenkomstig art. 12, § 10, van de wet van 02.04.2021 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie (BS 13.04.2021) en het koninklijk besluit van 06.06.2021 houdende uitvoering van art. 12, § 10, W 02.04.2021 (BS 14.06.2021, ed. 1).
(10) Wet van 15.07.2020 houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19-pandemie (CORONA III) (BS 23.07.2020) (hierna W 15.07.2020).
14. Vak X, II, K: nieuwe rubriek voor de belastingvermindering voor de vanaf 01.09.2021 gedane uitgaven voor de plaatsing van een vast laadstation voor elektrische wagens in of bij de woning (zie art. 14550, WIB 92, ingevoegd door art. 16 van de wet van 25.11.2021 (11), en nr. 4 van de circulaire 2021/C/115 van 22.12.2021).
(11) Wet van 25.11.2021 houdende fiscale en sociale vergroening van de mobiliteit (BS 03.12.2021).
15. Vak X, II, M: nieuwe rubriek voor de belastingvermindering voor de kwijtgescholden huurprijs en huurvoordelen van een pand verhuurd aan een onderneming die verplicht heeft moeten sluiten in het kader van de COVID-19-pandemie:
- voor de maanden maart, april en/of mei 2021 (zie art. 13 van de W 02.04.2021 en de circulaire 2021/C/54 van 09.06.2021)
- voor de maanden juni, juli, augustus en/of september 2021 (zie art. 7 van de W 18.07.2021 en de circulaire 2021/C/83 van 13.09.2021).
16. Vak XI, 1, a (Brussels Hoofdstedelijk Gewest): nieuwe rubriek voor het vermelden van het op 1.1.2021 uitstaande saldo van de uitgeleende of ter beschikking gestelde bedragen die in aanmerking komen voor het jaarlijks belastingkrediet voor Proxi-leningen (zie de art. 6 van het bijzondere machtenbesluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19.06.2020 (12), art. 21, § 1, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 01.10.2020 (13) en nr. 35 van de circulaire 2021/C/10 van 10.02.2021).
(12) Bijzondere machtenbesluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering nr. 2020/045 van 19.06.2020 betreffende de Proxi-lening (BS 30.07.2020).
(13) Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot uitvoering van de Proxi-lening (BS 08.10.2020).
17. Vak XI, 1, b (Vlaams Gewest): nieuwe rubriek voor het vermelden van het bedrag dat in aanmerking komt voor het jaarlijks belastingkrediet voor Vriendenaandelen (zie het Vlaams decreet van 27.11.2020 (14) en het besluit van de Vlaamse Regering van 22.01.2021 (15)).
(14) Vlaams decreet van 27.11.2020 tot wijziging van het decreet van 19 mei 2006 betreffende de Winwinlening, wat betreft het Vriendenaandeel (BS 23.12.2020).
(15) Besluit van de Vlaamse Regering van 22.01.2021 tot wijziging van het Winwinleningbesluit van 20 juli 2006, wat betreft het Vriendenaandeel (BS 01.02.2021).
18. Vak XI, 2 (Waals Gewest): nieuwe rubriek als gevolg van de invoering van een eenmalig belastingkrediet voor 'coup de pouce'-leningen gesloten vanaf 2021 (zie art. 8 van het Waals decreet van 17.12.2020 (16) en art. art. 10, § 2, van het besluit van de Waalse Regering van 04.02.2021 (17)).
(16) Waals decreet van 17.12.2020 tot wijziging van het decreet van 28 april 2016 Lening 'Coup de Pouce' (BS 06.01.2021).
(17) Besluit van de Waalse Regering van 04.02.2021 tot wijziging van het besluit van 22 september 2016 tot uitvoering van het decreet van 28 april 2016 betreffende de Lening 'Coup de Pouce' (BS 15.09.2021).
19. Vak XII: schrapping van de bijkomende vraag voor bedrijfsleiders, meewerkende echtgenoten en verkrijgers van winst en baten die voorafbetalingen hebben gedaan voor het derde of vierde kwartaal van 2020, door het uitdoven van de maatregel bedoeld in art. 7 van de wet van 29.05.2020 (18) (zie ook de circulaire 2020/C/112 van 01.09.2020).
(18) Wet van 29.05.2020 houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolgde van de COVID-19-pandemie (BS 11.06.2020).
20. Vak XV, B, 1: diverse aanpassingen in de rubriek van de inkomsten uit de deeleconomie en uit verenigingswerk door de beëindiging van de begrensde vrijstelling van die inkomsten en van de inkomsten uit occasionele diensten tussen burgers, als gevolg van het arrest van het Grondwettelijk Hof nr. 53/2020 van 23.04.2020 (zie de circulaire 2020/C/84 van 25.06.2020) en door de invoering van nieuwe regelingen voor de inkomsten uit de deeleconomie en de inkomsten uit verenigingswerk (zie de art. 12 tot 14 en 17 van de wet van 20.12.2020 (19), de art. 60 tot 64 en 67 van de wet van 24.12.2020 (20), het koninklijk besluit van 26.01.2021 (21) en de circulaires 2021/C/9 van 09.02.2021, 2021/C/16 van 23.02.2021, 2021/C/44 van 18.05.2021 en 2021/C/86 van 24.09.2021).
(19) Wet van 20.12.2020 houdende dringende diverse fiscale en fraudebestrijding bepalingen (BS 30.12.2020).
(20) Wet van 24.12.2020 betreffende het verenigingswerk (BS 31.12.2020).
(21) Koninklijk besluit van 26.01.2021 tot wijziging van het KB/WIB 92 met het oog op de herinvoering van de verplichting om bedrijfsvoorheffing in te houden op de inkomsten uit de deeleconomie (BS 29.01.2021).
21. Vak XV, B, 4: nieuwe rubriek voor het vermelden van de eerste schijf van 50.040 euro van de door bepaalde instellingen toegekende premies voor sportieve prestaties op Olympische of Paralympische Spelen, wereldkampioenschappen of Europese of andere continentale kampioenschappen (zie art. 90, eerste lid, 2°bis, WIB 92, ingevoegd door art. 34 van de wet van 21.01.2022 (22)).
(22) Wet van 21.01.2022 houdende diverse fiscale bepalingen (BS 28.01.2022).
22. Vak XVII, 2 en Vak XVIII, 5: schrapping van de subrubrieken als gevolg van de uitdoving van de in art. 67sexies, WIB 92 bedoelde vrijstelling voor toekomstige beroepsverliezen en de terugname ervan (zie de art. 25, 7°, en 27, tweede lid, 7°, WIB 92, ingevoegd door art. 2 respectievelijk art. 4 van de wet van 23.06.2020 (23), en zie ook de circulaire 2020/C/115 van 08.09.2020).
(23) Wet van 23.06.2020 houdende fiscale bepalingen ter bevordering van de liquiditeit en solvabiliteit van ondernemingen in het kader van de bestrijding van de economische gevolgen van de COVID-19-pandemie (BS 01.07.2020).
23. Vak XVII, 6, b en d en vak XVIII, 8, a en c: uitsplitsing van de rubrieken met het oog op de afzondering van de financiële uitkeringen in het kader van het COVID-19-overbruggingsrecht, die geen deel uitmaken van de berekeningsgrondslag van de sociale bijdragen van zelfstandigen.
24. Vak XVII, vroegere rubriek 17: schrapping van de rubriek voor het vermelden van het bedrag van de schade aan landbouwteelten door ongunstige weersomstandigheden, doordat de belastingplichtige de toepassing van de in art. 78, § 2, WIB 92 bedoelde achterwaartse verliesaftrek vanaf aanslagjaar 2022 moet aanvragen aan de hand van een afzonderlijk formulier (zie art. 78, § 2, zevende lid, WIB 92, gewijzigd door art. 29 van de wet van 27.06.2021 (24)).
(24) Wet van 27.06.2021 houdende diverse fiscale bepalingen en tot wijziging van de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten (BS 30.06.2021).
Interne ref.: 733.064
Bron: Fisconetplus